VUB-professor Nederlandse letterkunde Hans Vandevoorde schreef een biografie over de oorlogsjaren 1939-1945 van August Vermeylen. Vermeylen stond bekend als een overtuigd flamingant én belgicist. Hij was de eerste die aan de ULB een diploma in het Nederlands behaalde. Zijn belangrijkste idee was de zelfstandigheid van denken en om in het belang van de gemeenschap op te treden. “Het humanisme was een pijler van zijn denken. Zijn ideeëngoed rond menselijkheid is zeker in deze tijd vol conflicten meer dan ooit na te streven. In die zin en door de rol die hij speelde bij de vernederlandsing van het hoger onderwijs is de VUB indirect schatplichtig aan hem.”
Beschouw je deze biografie als een onderdeel van je wetenschappelijk werk?
“Ik wel, of mijn evaluatiecommissie datzelfde oordeel heeft, ben ik niet zeker. Ik krijg de opmerking dat ik te veel in vulgariserende media schrijf. Het enige dat telt aan een universiteit zijn peer-reviewde internationale bijdragen. Ik wilde een boek schrijven dat met plezier gelezen wordt, door iedereen en zonder voorkennis, maar dat toch wetenschappelijk onderbouwd is en door ‘peers’ nagelezen is.”
Waaruit bestaat jouw onderzoek hoofdzakelijk?
“Ik houd me bezig met de Nederlandstalige literatuur uit de 19e, 20ste en 21ste eeuw. In 2021-2022 kreeg ik een sabbatjaar, dat ik onder meer besteedde aan kunstkritieken van de Brusselaar Jan Walravens. Het zal uitmonden in een tentoonstelling in het FelixArtmuseum in Drogenbos. Onlangs promoveerde een student van me, Stefan Clappaert, over de kunstkritieken geschreven door Hugo Claus, een onbekend facet van de schrijver.”
Wat is er zo aantrekkelijk aan kunstkritieken?
“Ik heb mijn doctoraat geschreven over de dichter Karel van de Woestijne. Wat me daarbij opviel was dat ook zijn kunstkritieken heel lyrisch zijn. Die traditie van kritieken van auteurs interesseert me enorm. Zoals Claus probeerde van een kritiek een literair werk te maken dat het onderwerp evenaart. Hij begeleidde vooral Cobra-kunstenaars zoals Corneille, Alechinsky en Appel.”
"We moeten fanatiek zijn in de gematigdheid”
Ben je toevallig op de figuur van Vermeylen gebotst tijdens je onderzoek?
“Na mijn doctoraat over Karel van de Woestijne aan de UGent in 2002, had ik een post-doctoraat over het literaire tijdschrift Van Nu en Straks, dat eind 19e eeuw door August Vermeylen werd gesticht en waarvoor hij heel scherpe, goed geformuleerde essays schreef. Zonder meer het belangrijkste deel uit zijn oeuvre. In 1896 verweet hij in een essay de Vlaamse beweging dat die zich uitsluitend met taal bezighield, terwijl voor hem de Vlaamse zaak ook een sociale zaak was met onder meer een verbetering van de welvaart voor de werkende klasse. Hij was in die tijd een intellectueel anarchist, maar bekeerde zich al vrij snel tot het socialisme. Hij werd gematigder en dat heeft hem verder gekenmerkt. Het leverde onder meer zijn citaat op de cover van mijn boek op: ‘We moeten fanatiek zijn in de gematigdheid’.”
“Dat was zijn literair-historisch belang, daarnaast was hij ook werkzaam als kunsthistoricus. Eerst aan de ULB, waar hij eerder geschiedenis studeerde en als eerste een aggregaat (lesbevoegdheid) behaalde in het Nederlands. Vrij snel daarna, begin 20ste eeuw, raakte hij benoemd aan de ULB. Maar na WOI, toen de Franstaligen revanche namen voor het Vlaamse activisme, werd hij daar zo goed als weggepest. Studenten belaagden hem zelfs op straat. Vermeylen was in die periode betrokken bij de beweging die ijverde voor de vernederlandsing van de universiteit in Gent. Dat was de reden waarom hij belaagd werd en in 1923 overstapte naar Gent. Zeven jaar later werd hij de eerste rector van de vernederlandste Gentse universiteit. In 1921 zetelde hij ook in de Senaat waar hij niet al te veel potten brak. In zijn dagboek noteerde hij een amusante anekdote over iemands opmerking dat hij zo weinig interpelleerde in de Senaat. Waarop hij antwoordde met ‘Hoezoo? Er staat soms: (Gelach). – dat ben ik.’ Hij hield er zich vooral bezig met onderwijs en cultuur in Brussel.”
“Daarnaast was Vermeylen van belang voor zijn cultuurpolitiek werk. Hij was een van de eerste voorzitters van de PEN-Club en van de VVL, de vereniging die opkwam voor de belangen van de letterkundigen in Vlaanderen. Hij heeft de Vlaamse Club in Brussel gesticht, waar voor WOII iedereen in zat die tot de Nederlandstalige culturele en politieke elite behoorde. Vandaag is die club gekaapt door extreem rechts. In 1940 verplichtte de Duitse bezetter Vermeylen om al zijn publieke functies neer te leggen. Daar waren verschillende redenen voor. Een ervan is dat hij in 1940 vluchtte naar Frankrijk, zoals bijna alle parlementairen. Naast dat ‘post verlaten’, had hij voor de oorlog op een aantal antifascistische meetings gesproken en klaagde hij onder andere het lot van de Joden aan.”
Toch liet hij foute vrienden en leerlingen niet vallen.
“Ernst Claes bijvoorbeeld was een vriend van Vermeylen, maar ook zeer Duitsgezind. Ze waren samen lid van de Mijolclub, een informeel Brussels gezelschap dat door Herman Teirlinck was gesticht en waar de Vlaamse elite bijeenkwam op vrijdagavond. Claes voelde al snel dat hij daar niet meer welkom was wegens zijn medewerking met de bezetter. Niettemin schreef Vermeylen brieven ten gunste van hem in de periode van de repressie.”
Had Vermeylen zelf geen last van het ranzige imago dat na de oorlog rond de Vlaamse zaak hing?
“Vermeylen was geen Vlaams nationalist. Hij was flamingant én belgicist. Hij was wel voor een zekere culturele autonomie, maar niet voor een splitsing van België. Hij was ook al tijdens WOI tegen het radicale nationalisme en tegen de collaboratie die daaruit voortvloeide. Je kunt je dan de vraag stellen hoe het komt dat de Duitsers hem wel met rust gelaten hebben. Hij had dan wel dat Berufsverbot, maar werd nooit opgepakt.”
"In biografieën lijkt het alsof het leven doelgericht is en daar verzet ik mij tegen. Het leven is veel willekeuriger"
Waarom niet?
“Dat had te maken met zijn status. Door zijn vroege teksten genoot hij veel aanzien, een aantal daarvan werd zelfs als basis genomen voor het Vlaamse separatisme. In dat befaamd essay uit 1896 was hij, als toenmalig anarchist, heel erg anti-Belgisch. Hij was ook tegen het kolonialisme en tegen het leger. Dat anti-parlementarisme heeft hij heel snel afgezworen toen hij socialist werd. Terwijl de Vlaamse radicalen nog zijn vroege teksten ophemelden, had hij al een heel andere weg gekozen, die van het belgicisme. Interessant in de huidige context is dat Vermeylen zei dat België niet gesplitst kon worden, vanwege Brussel.”
Wat trok jou in eerste instantie aan in Vermeylen?
“Hij is nog altijd actueel. Onder meer door zijn poging om het individualisme en de gemeenschap te verzoenen. De figuur Vermeylen is ook op zichzelf interessant, omdat hij een onkreukbare eerlijkheid had. Die rechtlijnigheid en eerlijkheid kan in moreel opzicht nog altijd als een voorbeeld gesteld worden. Want we zijn allemaal in zekere mate te weinig oprecht. Ik zie zijn vasthoudendheid als een ideaalbeeld; ik noem het boek ook een gedroomde autobiografie. Ik ben in deze biografie overigens achteraan begonnen, omdat ik iets anders wilde met de biografie als genre. In biografieën lijkt het alsof het leven doelgericht is en daar verzet ik mij tegen. Het leven is veel willekeuriger.”
Zijn Berufsverbot stelde hem in staat om de roman te schrijven die al lang in zijn hoofd zat.
“Bijna iedereen was het er indertijd over eens dat ‘Twee Vrienden’ in tegenstelling tot zijn eerste roman ‘De Wandelende Jood’, niet zo’n geslaagd boek was. Maar het is wel een heel interessant boek, omdat hij daar elementen uit zijn eigen leven met de verbeelding getransponeerd heeft tot een boodschap rond het zich inzetten voor de gemeenschap zonder de onafhankelijkheid te verliezen. Zijn belangrijkste idee was dan ook de zelfstandigheid van denken. Een zelfbewustheid die je in staat moet stellen om in het belang van de gemeenschap op te treden.”
Hetgeen de VUB ook nastreeft.
“Het humanisme was misschien de belangrijkste pijler van zijn denken. Zijn ideeëngoed rond menselijkheid is zeker in deze tijd vol conflicten meer dan ooit na te streven. In die zin is de VUB indirect schatplichtig aan hem.”
Hoe goed kent de VUB-gemeenschap Vermeylen?
“Heel slecht. Hij heeft voor WOI lezingen gegeven voor het studentengenootschap Geen taal, Geen Vrijheid. Men vergeet ook een beetje dat hij lang aan de ULB verbonden was. Aloïs Gerlo, een oud-student van Vermeylen, die later de eerste rector van de VUB zou worden, schreef na diens dood een heel lovend stuk over hem. Zonder de vernederlandsing van de Gentse universiteit, was er nooit de afscheuring van de VUB van de ULB geweest. Het is misschien een boutade maar zonder Vermeylen geen VUB! Voila, je hebt meteen een titel
Stil Verzet, de oorlogsjaren 1939-1945 van August Vermeylen ligt sinds kort in de boekhandel. Op 25 september om 20 uur wordt de biografie voorgesteld in het Letterenhuis, Minderbroedersstraat 22, Antwerpen. Hans Vandevoorde gaat er in gesprek met Bruno de Wever. En op 10 oktober om 14 uur in Cegesoma, Luchtvaartsquare 29, Brussel waar Hans in gesprek gaat met Koen Aerts van Cegesoma. Inschrijven kunt u hier doen.