VUB-onderzoeker Fien Pauwels werkt voor het Jeugdonderzoeksplatform (JOP). In een facts & figures vergelijkt ze resultaten van 2018 en 2023 over homofobie bij jongeren tussen 14 en 18 jaar. Daaruit blijkt dat homofobie is gestegen en dat in alle sociale jongerengroepen. “We zien dat homofobe en misogyne uitspraken vaker vrijuit worden gedaan, en die doelgroep wordt daar extra hard door beïnvloed.” 

Neem op 17 mei samen met VUB deel aan de Brussels Pride

Wat houdt jouw functie bij het Jeugdonderzoeksplatform precies in? 

Fien Pauwels: “Als onderzoeker bij het JOP maken wij in opdracht van de overheid elke vijf jaar de staat van de jeugd op. Dan doen we aan de hand van twee grootschalige enquêtes en een boek waarin we weergeven hoe het gesteld is met de jeugd. Op basis van die cijfers doen we dan weer verder onderzoek. We bevragen de Vlaamse jeugd over een breed scala aan onderwerpen. Vanuit het JOP maken we factsheets om ook iets dieper in te gaan op bepaalde resultaten uit die grootschalige enquête. In 2018 bestudeerden we de resultaten rond homofobie. Ik heb zelf Gender & Diversiteit gestudeerd en het leek me interessant om te kijken naar de gelijkenissen en verschillen met de antwoorden van 2023. Het is geen grootschalig onderzoek, we wilden vooral tonen wat de cijfers zijn en wat ze ons vertellen.” 

“Jongeren kijken op naar bepaalde figuren en als die zeggen dat ze het niet ok vinden als mannen elkaar kussen, nemen ze dat sneller aan” 

 

Fien Pauwels

Fien Pauwels

Wat zijn de meest opvallende resultaten? 

“Het belangrijkste resultaat is dat homofobie in het algemeen gestegen is. Op elk van de items die we hebben bevraagd, analyseren we een stijging. En ook algemeen is die significant gestegen tussen 2018 en 2023. Dan hebben we ook gekeken hoe het verschilt tussen sociale groepen, en dan zien we dat de stijging geldt voor elke sociale groep. Ook voor meisjes en niet-gelovigen. Er zijn wel twee groepen waarbij we een nog significant hogere stijging zien: bij jongens en jongeren die een richting volgen met arbeidsmarktfinaliteit.” 

Wat is de oorzaak van die algemene stijging volgens jou? 

“De normalisering van het illiberale gedachtegoed beginnen we wel iets meer te zien. In de (sociale) media worden vaker en meer vrijuit homofobe en misogyne uitspraken gedaan. Ook in het dagelijks leven is het iets minder taboe om te zeggen dat je tegen homoseksualiteit bent. We zien dat dat discours jongeren toch wel een beetje drijft, en zij zijn natuurlijk een doelgroep die daar hard door beïnvloed wordt. Zij kijken op naar bepaalde figuren en als die zeggen dat ze het niet ok vinden als mannen elkaar kussen, nemen ze dat sneller aan. Ik doe natuurlijk onderzoek naar jongeren specifiek en het zou kunnen dat deze trend ook in de bredere maatschappij plaatsvindt. Maar ik beschik niet over data om daarover uitspraken te doen.” 

Gaat dat dan vooral over het online discours en de invloed van sociale media? 

“Het ligt zeker niet alleen aan het smartphonegebruik. Veel jongeren zitten wel veel op sociale media. Andrew Tate bijvoorbeeld is nu wat zijn appeal verloren, maar veel jongeren bekijken graag edgy dingen en dat heeft een doorstroom naar de gesprekken die jongeren met elkaar hebben op de speelplaats. Het online en offline gebeuren staan voortdurend met elkaar in contact.” 

“De cijfers geven reden tot debat, maar niet tot paniek” 


Verontrustend in tijden waarin rechten van holebi’s in sommige landen ook effectief worden teruggeschroefd. Kunnen we als maatschappij impact hebben? 

“Ik hoop het. En ik denk het ook wel. Op een bepaald moment is het tij gekeerd en werd het liberale gedachtengoed meer verspreid. Mensen werden toleranter en in de jaren 2010-2020 was er een grote roep om meer verdraagzaamheid. De maatschappij schommelt natuurlijk ook; tussen links en rechts, tussen conservatiever en liberaler. Ik denk dat dat een weegschaal is die af en toe wat meer naar de ene en dan weer naar de andere kant overhevelt. Op zich valt het ook wel mee qua levels van homofobie, al zitten er zeker en vast verontrustende cijfers in. Als 20 procent van de jongeren zegt dat ze vinden dat agressie tegenover homoseksuelen aanvaardbaar is, is dat inderdaad wel iets waarvan je schrikt en dat moet zeker besproken worden op maatschappelijk vlak. Maar een score van 3.2 op een schaal van 10 voor homofobie is nog altijd niet rampzalig. Dus ik denk dat het zeker reden geeft tot debat, maar geen reden tot paniek.” 

En kan het onderwijs iets betekenen in dat debat? 

“We moeten het bespreekbaar maken op scholen, maar zonder er letterlijk les over te geven. We kunnen de middelbare school wel als forum gebruiken om in gesprek te gaan met mensen die zich identificeren als holebi bijvoorbeeld. In contact komen met de wereld en met personen die anders zijn kan ook een positief effect hebben op jongeren. Het middelbaar is natuurlijk ook een heel moeilijk moment qua identiteitsvorming; veel mensen beginnen vrijer beginnen te denken wanneer ze aan hogere studies beginnen. Maar er moet zeker aan gewerkt worden op maatschappelijk vlak.” 

“Er moet vanuit de universiteit genoeg druk zijn om onderzoek te doen naar discriminatie of homofobie” 


Welke rol denk je dat we daarin als universiteit kunnen opnemen? 

“Goede meldpunten waar mensen terechtkunnen als ze te maken krijgen met discriminatie zijn heel belangrijk. Ook representatie, dus proffen die openlijk queer zijn bijvoorbeeld. Er moet vanuit de universiteit ook genoeg druk zijn om onderzoek te doen naar discriminatie of homofobie. En ook over de cijfers die daaruit komen moet je eerlijk zijn. Dit onderzoek is geen goed nieuws, maar wel belangrijk. Het is eerder de start van een debat. Hier zijn de feiten, dit is de maatschappelijke trend en nu is het aan de maatschappij om die cijfers in acht te nemen en te bepalen wat ze daarmee gaan doen.” 

Wat wil je als onderzoeker nog meegeven? 

“Blijf onderzoek doen, neem niet aan dat het altijd alleen maar beter wordt. Bereid je voor op een terugval, want het gaat niet altijd vanzelf. Het is niet omdat je op de goede weg bent, dat je het dan zo kan laten. De strijd tegen homofobie is iets waar we blijvend energie moeten insteken. Als maatschappij moeten we erover blijven praten en ons ervan bewust zijn dat dat niet stilletjes aan gewoon zal verdwijnen. Daar moet je actief moeite voor doen.” 

Neem op 17 mei samen met VUB deel aan de Brussels Pride 2025