In 2025 stijgt de wettelijke pensioenleeftijd van 65 naar 66 jaar. In 2030 wordt dat zelfs 67 jaar. De boodschap is gekend: door de stijgende levensverwachting moeten we langer werken om de pensioenen betaalbaar te houden. Maar dat klopt niet, stelt VUB-professor Patrick Deboosere. “De pensioenkost stijgt in de komende decennia, maar blijft echt wel betaalbaar.”

Schrijf je in voor het pensioendebat in Brugge op 6 december.

Patrick Deboosere is demograaf en professor emeritus aan de VUB, waar hij het onderzoekscentrum voor bevolkingsstudies Interface Demography leidde - dat heet tegenwoordig BRISPO. Op 6 december neemt hij in Brugge onder de vlag CTRL-SHIFT-DELETE deel aan een panelgesprek over betaalbare pensioenen. Lekkers brengt hij niet mee, wel een denkbeeldige roe – om er enkele hardnekkige misverstanden mee van langs te geven. Dat van de gestegen levensverwachting bijvoorbeeld. “De levensverwachting stijgt, dat is  een fantastische evolutie. . Maar levensverwachting is een gemiddelde. We worden als mens, als soort niet ouder, het grote verschil is dat we bijna allemaal oud worden.”

Onze voorouders konden ook een gezegende leeftijd bereiken?

“Zeker. Wie in 1850 de leeftijd van 65 jaar bereikte, had op dat moment nog een gemiddelde levensverwachting van 11 jaar. En 85-jarigen deden er gemiddeld nog 4 jaar bij.”

Waardoor is die gemiddelde levensverwachting gestegen?

“Door de kindersterfte en vroegtijdige overlijdens terug te dringen. Maar de grootste winst is nu wel geboekt: het wordt zeer moeilijk om nog levensjaren toe te voegen. We zien dat de toename in alle landen met hoge levensverwachting vertraagt.”

Welk belang heeft dat voor het pensioendebat?

“Wel, om te beginnen dat de vergrijzing van de bevolking niet eindeloos toeneemt. Vanaf 2050 zal het tempo aanzienlijk vertragen. We moeten het pensioendebat ook niet alleen vanuit de betaalbaarheid bekijken, maar ook vanuit het welzijn. We zijn genetisch niet anders dan onze voorouders. Het verouderingsproces is hetzelfde: we zien minder goed, lopen minder vlot, werken minder efficiënt. Zelf ben ik nog altijd aan de slag, maar je kent het: voor een professor is zijn beroep een hobby. Of was het omgekeerd? (lacht) Dat is wellicht anders voor een dakwerker, een verpleegkundige of een vliegtuigpiloot. Recente metingen in de VS schatten dat ongeveer  40 procent van de zestigers in een minder goede gezondheid verkeert. Daar moet je rekening mee houden. De pensioenleeftijd optrekken wil voor veel mensen zeggen dat je een deel van hun welzijn afneemt. Ik heb dat altijd vreemd gevonden. Eerst streven we ernaar om zoveel mogelijk mensen op een kwalitatieve manier ouder te laten worden. En als het zo ver is, zeggen we: jullie zijn nu met meer en moeten dus langer werken.”

“De wet is slecht gemaakt. Er zit geen rem op het systeem."

Maar als dat nu eenmaal nodig is, om de pensioenen betaalbaar te houden? Meer ouderen betekent toch ook een grotere pensioenlast?

“Vandaag krijgen 2,6 miljoen Belgen een pensioen. Dat is ongeveer 22 procent van de bevolking. Tegen 2050 stijgt het aandeel 65-plussers tot 25 procent. Als we de pensioenen niet verlagen, moet het totale bedrag dat we aan pensioenen besteden dus inderdaad stijgen. Maar dat betekent niet dat ze onbetaalbaar worden.”

Zet dat eens om in cijfers?

“Momenteel geven we 11,2 procent van ons Bruto Binnenlands Product uit aan pensioenen. Door de golf van babyboomers die nu met pensioen gaat, zal dat in de komende decennia met bijna 2 procent stijgen, naar 13% in 2050 en daarna ongeveer stagneren. Dat is een stijging van 0,1 procent per jaar – hetzelfde als in de afgelopen tien jaar, want dan zijn we geklommen van 10,2 naar 11,2 procent. Ter vergelijking: de tax-shift van de regering Michel – een korting op de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid – kost ook 2 procent aan het BBP, en dat nu reeds jaar na jaar.”

Patrick Deboosere

Hoeveel geven andere landen uit aan pensioenen?

“Zoals gezegd zal België in 2050 zo’n 13 procent van zijn BBP aan pensioenen uitgeven. Vijf andere Europese landen zitten daar al boven. In Italië, het meest verouderde land van Europa, is dat 16 procent van het BBP. Die 13 procent is geen onmogelijke uitdaging voor een welvarend land als het onze. Tegen 2070 zouden we nog stijgen naar 13,5 procent, maar daarna komt er normaal een stabilisering, met een evenwicht tussen het aantal in- en uitstromers van het pensioenstelsel.”

Nederland geeft maar 6 procent van zijn BBP aan pensioenen uit.

“Nederland heeft zijn pensioenen al heel vroeg geprivatiseerd. Die 6 procent, dat is het basispensioen dat de overheid uitkeert. Voor de rest zijn Nederlanders verplicht om zich privé te verzekeren, via groepsverzekeringen. In België noemen we dat de tweede pensioenpijler. Wat wij aan de overheid afdragen, in de vorm van sociale bijdragen, dragen zij dus af aan private pensioenfondsen. Qua bijdrage maakt dit voor de burger geen verschil, maar het zorgt voor onzekerheid, want die pensioenfondsen beleggen dat geld op de markt. En het zorgt ook voor grote ongelijkheid. Hogere inkomens kunnen meer afdragen en zelf ook nog eens bijkomende verzekeringen afsluiten. Lagere inkomens kunnen dat minder. Zij eindigen met een veel slechter pensioen.”

U bent ook geen fan van de Belgische tweede pensioenpijler?

“Ik zou die zo snel mogelijk beter reguleren of zelfs afbouwen, want de ongelijkheid neemt enorm toe door dit systeem. Naast het feit dat velen geen toegang hebben tot die tweede pijler is die ook zeer ongelijk verdeeld. De 10 procent laagste inkomens krijgen via groepsverzekeringen netto gemiddeld 2 euro per maand extra wanneer ze met pensioen zijn. Bij de mediaan inkomens – de inkomens in het midden van de statistieken – is dat 24 euro per maand bij loontrekkenden en 145 euro per maand bij zelfstandigen. Maar bij de allerhoogste inkomens kan er tot 16.000 euro per maand bij komen.”

Hoe kan dat?

“De wet is slecht gemaakt. Er zit geen rem op het systeem. Grootverdieners kunnen een groot deel van hun inkomen aan de normale belastingen onttrekken en fiscaal voordelig naar de tweede pijler verschuiven. Zo bouwen ze een royaal pensioen op, op de kap van de andere belastingbetalers.”

Zijn er recent ook positieve veranderingen geweest in ons pensioenstelsel?

"De vorig regering heeft de allerlaagste pensioenen opgekrikt. Die sluiten nu wat beter aan bij de levensduurte. Mede daardoor is de armoede de laatste vier jaar voor het eerst in decennia serieus teruggelopen. Tot mijn verbazing heeft niemand daar in de aanloop naar de verkiezingen over gerept. Ook voor kleine zelfstandigen is er een behoorlijke inhaalslag gemaakt. Bij hen stelt zich wel het probleem dat men de bijdragen niet heeft opgetrokken.”

U stelt dat we de pensioenleeftijd niet moeten optrekken om de pensioenen betaalbaar te houden. Waarom is dat dan het grote discours?

“Dat discours dient vooral om besparingen in de sociale zekerheid te verrechtvaardigen.”

De wereld heeft je nodig

Dit initiatief maakt deel uit van het publieksprogramma van de VUB: een programma voor iedereen die vindt dat het anders kan in de wereld en gelooft dat wetenschappelijke inzichten, kritisch denken en dialoog een belangrijke eerste stap zijn om je stempel te drukken op jouw omgeving en de wereld. 

Als Urban Engaged University wil de Vrije Universiteit Brussel een drijvende kracht van verandering in de wereld te zijn. Met ons academisch onderwijs en ons innovatief onderzoek dragen we bij aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en drukken we mee onze stempel op de toekomst.

Creëer mee(r) impact Ontvang uitnodigingen voor VUB's publieksactiviteiten