Misschien is het tijd om lessen te trekken uit het westerse falen in Irak, Libië en Afghanistan en volop in te zetten op de heropbouw van Syrië, schrijft Koert Debeuf in De Standaard van 9 december 2024.

Koert Debeuf, professor Midden-Oostenstudies aan de VUB. In februari 2025 verschijnt zijn boek ‘Wat je moet weten om het Midden-Oosten te begrijpen’ bij De Bezige Bij.

Ik schrijf dit stuk vanuit Qatar, waar ik deelneem aan het Doha Forum dat politieke leiders, diplomaten en experten bijeenbrengt rond de Arabische wereld. Al dan niet toevallig was er zaterdag in Doha, de hoofdstad van Qatar, ook een meeting tussen de buitenlandministers van Rusland, Iran en Turkije. Het onderwerp sprak voor zich: Syrië. Na de meeting werd Sergej Lavrov, de minister van Buitenlandse Zaken van Rusland, geïnterviewd. Bijna alle vragen gingen over Syrië. Geërgerd vroeg Lavrov: “Kunnen we niet over Oekraïne spreken?” Het doek was nog niet gevallen over het Assad-regime in Syrië, maar de rebellen naderden de Syrische hoofdstad Damascus met rasse schreden. In de nacht van zaterdag op zondag vluchtte de Syrische dictator Bashar al-Assad eerst de hoofdstad en daarna het land uit.

Op zondag keken veel aanwezigen op het Doha Forum uit naar de sessie met de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, maar die was plots van de agenda verdwenen. Zijn Turkse collega gaf onverwacht een persconferentie waarin hij zei dat Turkije alles zal doen wat het kan om chaos in Syrië te vermijden. Hij zei te hopen dat dit een oplossing biedt voor de miljoenen Syrische vluchtelingen in Turkije en dat zij eindelijk weer naar huis kunnen.

De sfeer op het Doha Forum was bijzonder. Niemand leek in staat om helemaal te beseffen wat die nacht was gebeurd. Vele Syriërs lieten tranen van geluk, terwijl anderen zich afvroegen wat de toekomst zal brengen. Veel vraagtekens, ook bij de bekendste experten.

Barbaarse dictatuur

Alleszins was (bijna) iedereen het erover eens dat het goed is dat er eindelijk een einde is gekomen aan de barbaarse dictatuur van het Assad-regime. Vader en zoon Assad hebben samen maar liefst 53 jaar het land bestuurd, met een ongeziene hardheid. Geen enkel regime was zo meedogenloos voor haar burgers als dat van de Assads. Mensen werden voor de minste kritiek opgesloten en gemarteld, vaak tot de dood toe. De protesten in 2011 in de Syrische versie van de Arabische Lente werden hardhandig neergeslagen. Honderdduizenden mensen kwamen om terwijl miljoenen mensen honger leden of niet anders konden dan vluchten.

Het was al in 2011 duidelijk dat het Syrische leger weinig zin had om tegen de eigen burgers te vechten. Velen wilden vooral niet sterven voor Assad en liepen in bosjes over naar de oppositie. Daarom hield het regime veel soldaten in de kazernes. Het waren Hezbollah, Iran en Rusland die Assad in het zadel hielden. Nu die drie partners verzwakt zijn en niet in staat waren om het rebellenoffensief te stoppen, zagen we de reactie van het leger: soldaten liepen gewoon weg en zetten daarmee voor de rebellen de weg naar Damascus open. In iedere ingenomen stad werden de gevangenispoorten opengezet, waarbij mensen die soms al decennia om politieke redenen vastzaten, bevrijd werden. De beelden van het weerzien met hun naasten die meestal niet eens wisten of ze nog leefden, waren hartverscheurend.

Klap voor Iran en Rusland

Wat betekent de val van Assad voor de regio en de wereld? Eerst en vooral is het een grote klap voor Iran. Voor Teheran was Syrië een cruciale partner in de zogenaamde ‘As van de Weerstand’ tegen het Westen. Via Syrië werd Hezbollah in Libanon bewapend. Iran heeft enorm veel geld, tijd en energie gestoken in het aan de macht houden van Assad. Het land had bovendien de leiding van het leger en de veiligheidsdiensten de facto overgenomen omdat het vond dat de Syriërs hun werk niet goed deden. Op die manier werd Syrië een soort vazalstaat van Iran op het schaakbord van het Midden-Oosten.

De enorme verzwakking van Hamas en van Hezbollah door Israël was al een probleem voor Iran. De val van Assad kan ertoe leiden dat in Iran de legitimiteit van het regime zelf in vraag wordt gesteld. Veel Iraniërs vonden al dat de regering te veel uitgeeft aan buitenlandse partners, terwijl de eigen burgers nauwelijks rondkomen. Nu komt de vraag waarom al die binnenlandse ellende eigenlijk nodig was.

De val van Assad is ook een dreun voor Rusland dat het Syrische regime om twee redenen steunde. Ten eerste mocht Rusland de haven van de Syrische stad Tartus gebruiken om oorlogsschepen te stationeren. Die haven was de enige rechtstreekse toegang van Rusland tot de Middellandse Zee.

Ten tweede wilde Rusland tonen dat het bevriende staatshoofden met alle macht zou verdedigen tegen opstandelingen. Want Vladimir Poetin gelooft dat de talloze revoluties in en rondom Rusland zijn georganiseerd door het Westen, om de Russische invloed onderuit te halen. Poetin besloot om die revoluties waar mogelijk tegen te houden en dus met alle middelen te laten mislukken. Dat Rusland niet in staat was om de rebellen tegen te houden, is een pijnlijk bewijs dat het niet goed gaat met het Russische leger.

Voor alle Syriërs?

De belangrijkste vraag is wat we nu van Syrië zelf moeten verwachten. De groep Hayat Tahrir as-Sham (HTS) heeft een terroristische geschiedenis met linken naar IS en Al Qaeda, maar beweert dat afgezworen te hebben. De leiders van HTS hebben de voorbije dagen beweerd dat ze een Syrië willen waar alle Syriërs, van welke geloofsovertuiging dan ook, in het land thuis zijn. Ze hebben de Syrische Koerden gevraagd om samen te werken. Voorlopig zijn er geen aanwijzingen dat HTS die beloften niet nakomt. Nu zullen zij met de vele andere groepen in Syrië, het leger en de huidige regering inbegrepen, moeten samenzitten om uit te maken hoe zij de toekomst van het land zien. Daarover is nog geen enkele duidelijkheid.

Europa en de Verenigde Staten kunnen afwachten hoe het verder gaat, en of ze al dan niet HTS van hun lijst van terroristische bewegingen zullen halen. Ze kunnen ook beslissen om nu meteen de handen in elkaar te slaan en mee te helpen aan de heropbouw van Syrië. Misschien is het tijd om lessen te trekken uit het westerse falen in Irak, Libië en Afghanistan en ideologische verschillen opzij te zetten en de toekomst van het land, en de hele regio, voor ogen te houden. In plaats van het nieuwe Syrië nu vooral te zien als een mogelijke bedreiging, is het misschien beter om het te beschouwen als een onverwachte kans.