VUB-alumni An Rydant en Geert Clerbout studeerden Geschiedenis aan de VUB, maar kenden elkaar tot voor kort niet. “We zijn van een andere generatie”, zegt An. “Ik studeerde af in 1988 en Geert in 2007.” An deed onderzoek naar het verzet in zeven centrumsteden tijdens WOII voor het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (CegeSoma). “We kwamen op elkaars pad op het moment dat ik mijn onderzoek wilde verbreden en iemand me attent maakte op de research die Geert deed rond Mechelen tijdens WOII.” Samen schreven ze Mechelen 1940-1945. Biografie van een stad in oorlog.
Waarom viel de keuze op Mechelen?
Geert: “Ik ben Mechelaar en heb in 2012 een boek geschreven over Mechelen in WOI. Dat was een soort van verre uitloper van mijn thesis die het dagelijkse leven beschreef in die periode in Mechelen en het omliggende platteland. Dit boek is een logisch gevolg daarop.”
Wat maakte het verzet in Mechelen anders dan in ander centrumsteden?
An: “Bij het Onafhankelijkheidsfront en de Partizanen (de verzetsbewegingen waar An specifiek onderzoek naar deed) vielen veel dodelijke slachtoffers. In Mechelen alleen al, zonder de randgemeenten, verloren 28 leden het leven. In totaal werden er in Mechelen bijna 100 politieke gevangenen omgebracht.”
Was het verzet in Mechelen zoveel groter dan in andere steden?
An: “Het verzet was zeer actief en kwam ook al vroeg in actie. Maar de repressie vanuit Duitse en Vlaams-nationalistische hoek was ook veel brutaler. Ter vergelijking: in Kortrijk werden een aantal scholieren en een leraar opgepakt in het Koninklijk Atheneum, omdat ze de Internationale zongen en leuzen op de muur kalkten. Ze kwamen ervan af met zes maanden tot een jaar gevangenisstraf. In Mechelen waren er ook dergelijke voorvallen en daar werden ze linea recta naar het concentratiekamp gestuurd. Ik spreek over kinderen van 15-16 jaar.”
“De zogenaamde naoorlogse ‘repressie’ waar zwart Vlaanderen zich tot op heden over beklaagt, is een mythe"
Zijn er tijdens jullie research zaken aan het licht gekomen die nieuw voor jullie waren?
An: “We vonden nogal wat fouten in eerder onderzoek, voornamelijk aannames die niet ter discussie werden gesteld. We hebben ook een brede vorm van informatievergaring gevoerd. Zo spraken we met de laatst nog levende getuigen.”
Geert: “In augustus 1944 werd in Meensel-Kiezegem een leider van de collaborerende Zwarte Brigade doodgeschoten waarop Duitsers en collaborateurs een vergeldingsactie in het dorpje hielden. De balans was verbijsterend: 4 mensen ter plekke vermoord en 63 opgepakte inwoners stierven in concentratiekamp Neuengamme. We ontdekten dat er zeker 30 tot 40 Mechelaars actief deelnamen aan die raid. Ook bij de Jodenvervolging waren heel wat Mechelaars actief betrokken. We hebben dat allemaal kunnen reconstrueren op basis van bronnen uit die tijd zoals documenten, brieven en dagboeken.”
Wie waren de verzetsstrijders?
An: “Het is een misverstand dat verzetsleden overwegend jong en onbezonnen waren. De meesten waren veertigers, met een gezin. We vonden ook ‘septemberweerstanders’ terug, zogenaamde verzetslieden die zich pas net voor of tijdens de bevrijding bij het verzet aansloten. Dat hebben we in kaart kunnen brengen, niet tot ieders vreugde.”
Bij de drijfveren van verzetsleden kunnen we ons allemaal wel iets voorstellen. Maar wat waren die van de collaborateurs?
Geert: “Geldelijk gewin, jobs, meer eten, netwerk, status … de meest evidente redenen dus.”
An: “Uit de strafdossiers die na de oorlog werden opgesteld, hebben we ook een aantal verraders kunnen identificeren die er met heel lichte straffen vanaf zijn gekomen. De zogenaamde naoorlogse ‘repressie’ waar zwart Vlaanderen zich tot op heden over beklaagt, is een mythe. Dat hebben we opnieuw kunnen bevestigen.”
Geert: “Er bestond, zeker in Mechelen, ook een collaboratie uit ideologische overwegingen. Overtuigde nationaalsocialisten met vaak een bepaalde status in de brede culturele elite werden aangevuurd door de radicale oorlogsburgemeester Camiel Baeck. Die wilde van Mechelen de eerste nationaalsocialistische stad van Vlaanderen maken. Het Vlaams Nationalistisch Verbond had Mechelen ook gekozen als culturele hoofdstad van de Lage Landen waardoor er in de stad heel veel optochten, evenementen en cultuurdagen plaatsvonden.”
An: “Er kwam ook veel samen in Mechelen. Kazerne Dossin was het verzamelpunt voor de Joden, er was veel collaboratie, maar ook een relatief sterke communistische kern. Daarnaast was Mechelen een aartsbisdom. De verhouding met de kerk was heel complex. Van de Jodenvervolging trok het kerkelijk establishment zich eigenlijk niets aan. Ook de bevolking lag er nauwelijks wakker van. Heel wat verzetsbewegingen waren in oorsprong antidemocratisch en vaak zelfs anti-Joods. Ze pleitten voor een autoritaire staat met Leopold III aan het hoofd. Maar terwijl de kerkelijke instantie wat de Joden betreft geen enkele weerstand tegen de bezetter bood, deden een aantal hulppriesters dat wel door in het verzet te gaan. En vlak naast Dossin lag een klooster waar men Joden hielp onderduiken. Als beweging hebben in Mechelen enkel het Onafhankelijkheidsfront en de Partizanen zich ingezet om Joden te redden. Maar we mogen niet vergeten dat ook veel gewone, anonieme mensen hen hielp.”
De titel van jullie boek luidt Mechelen 1940-1945. Mechelen was toch al bevrijd in ’44?
Geert: “Er vielen V-bommen tot in februari ’45. De oorlog eindigde pas officieel in mei ’45 waarna de mensen uit de concentratiekampen terugkeerden. Bovendien gebeurde er op politiek vlak in Mechelen veel in die periode. Allemaal als gevolg van die oorlog, dus voor ons stopte het boek niet bij de bevrijding.”
An: “Mechelen had al sinds 1909 dezelfde burgemeester, Ridder Charles Dessain. Hij verzamelde in ’44 de drie traditionele partijen, maar sterft al op zijn eerste werkdag. De coalitie lag meteen aan diggelen, het zorgde voor meer dan een jaar politiek gemanoeuvreer.”
Geert: “Op 4 september wordt burgemeester Dessain letterlijk op schouders het Stadhuis in gedragen. Op 5 september ’s middags valt hij dood neer in zijn kabinet. Dat was onvervalste Shakespeare.”
“Ik vind het vreemd wanneer mensen vandaag beweren dat ze zeker in het verzet zouden zijn gegaan. Zoiets kan je nooit met zekerheid zeggen.”
Wat kunnen mensen in deze tijd van jullie boek leren?
An: “Je ziet nu een grote antidemocratische reflex in de westerse wereld, net als in de jaren dertig. Er zijn zeker lessen uit deze periode te leren. De noodzaak van het ontwikkelen van een kritische geest is er een van. Uit WOI zijn veel lessen niet getrokken, zoals het aanleggen van informatienetwerken en verzamelpunten wanneer de overheid moet vluchten. In WOI werd dat opgebouwd, maar tijdens WOII zijn ze vanaf nul moeten herbeginnen. Er waren geen zenders, geen spionnen die ter plaatse bleven. Iedereen was gevlucht naar Frankrijk. Uiteindelijk vecht men altijd de vorige oorlog uit. De bevolking vluchtte net als in WOI naar Zuid-West-Vlaanderen, de regering naar dezelfde plek in Frankrijk als in WOI.”
Geert: “Het laatste hoofdstuk gaat over de herinnering. De periode van ’45 tot vandaag, waarin de oorlog zich in de hoofden van de mensen nestelde en later werd gebruikt en misbruikt om bepaalde agenda’s te dienen. Wat zeker interessant is dat we nu op het moment komen dat alle getuigen dood zijn. Behalve wie toen kind was. Door terug naar de feiten te gaan en die te reconstrueren kun je bepaalde dynamieken en processen blootleggen die tijdloos zijn. Ik denk dat lezers van het boek dat onbewust meenemen. We deden veel onderzoek naar officiële bronnen. Maar dankzij een oproep in de krant en online kwamen we in het bezit van 17 dagboeken die mensen in die tijd bijhielden. De combinatie van diverse soorten bronnen maakt het boek zo razend interessant en ook zeer menselijk.”
Zouden jullie zelf in het verzet zijn gegaan?
Geert: “Ik vind het vreemd wanneer mensen vandaag beweren dat ze zeker in het verzet zouden zijn gegaan. Zoiets kan je nooit met zekerheid zeggen.”
An: “Als je het puur rationeel bekijkt dan moet je zot zijn om in het verzet te gaan. Veel mensen die er in het begin toe behoorden, waren zich totaal niet bewust van wat de gevolgen konden zijn. De repressie was meedogenloos, bijna alle actieve leden werden opgepakt. We hebben bijna 1.000 verzetsmensen kunnen identificeren, net geen helft belandde achter de tralies, 97 zijn in gevangenschap of net daarna gestorven. Mensen die terugkeerden uit de kampen zwegen over de verschrikkingen. Voor veel mensen was hun verhaal volledig verdwenen en vernamen ze er pas voor het eerst over tijdens het lezen van het boek of tijdens onze interviews.”
Bio's
Geert Clerbout studeerde geschiedenis aan de VUB en werkt al meer dan vijftien jaar als documentairemaker bij de VRT. Daar was hij onder meer eindredacteur van geprezen reeksen als Kinderen van de collaboratie, Kinderen van het verzet en Godvergeten. Hij publiceerde eerder al Oorlog aan de Dijle, waarin hij het leven in Mechelen tijdens de Eerste Wereldoorlog beschrijft.
An Rydant studeerde hedendaagse geschiedenis aan de VUB. Vandaag is ze directeur van het AMVB, het Archief en Museum van het Vlaamse Leven te Brussel. Ze was eerder verbonden aan de VUB, het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en het CegeSoma, en werkte lange tijd in de film- en mediasector.
Mechelen 1940-1945. Biografie van een stad in oorlog, Pelckmans Uitgeverij, is te koop in de boekhandel en via de gebruikelijke onlinekanalen. Hardcover, gebonden, 752 pagina’s, 44,50 euro. E-book 14,99 euro.