Onderzoeker Eva Cloet op date met Vlaams Parlementslid Fatima Lamarti (Vooruit)

Wetenschap en politiek lijken steeds meer uit elkaar te groeien. Toch hebben ze elkaar nodig om tot oplossingen te komen voor de complexe maatschappelijke uitdagingen van vandaag. In het ‘Science meets parliament’-project koppelt de Jonge Academie daarom wetenschappers aan parlementsleden. Ook enkele VUB’ers doen mee: Marie-Laure Vandenhaute, Robin Vandendriessche, Ilse Rooman, Simon Weekx, Franne Mullens en Eva Cloet. Op valentijnsdag gaan ze voor het eerst op date met hun politieke partner.

Eva Cloet (49) onderzoekt ontwikkelingsproblemen bij kinderen en jongen vanuit Beleid en Organisatie van de gezondheidszorg. Zij heeft een date met Fatima Lamarti, parlementslid in het Federaal Parlement voor Vooruit.

Wat verwacht je van de eerste date?

“Veel! Ik ben nieuwsgierig en wil zo veel mogelijk meepikken. Ik kijk ernaar uit om op zoek te gaan naar gemeenschappelijke interessegebieden en daarover van uit onze respectievelijke achtergrond inzichten en uitdagingen te delen. Ik kijk er ook naar uit om ondergedompeld te worden in de dagelijkse activiteiten van een Federaal Parlementslid. En aangezien mijn date tot dezelfde partij behoort als onze Federaal Minister voor Volksgezondheid en Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, ben ik benieuwd naar haar visie op deze domeinen en betrokkenheid bij het beleid dat de ministers uitstippelen.”

Date je met alle politieke kleuren?

“Ja. Uit nieuwsgierigheid. Om inzicht te krijgen in de beweegredenen achter meningen en standpunten. Om te begrijpen. Niet a priori om begrip te tonen.“

"Wetenschappers zijn geen muurbloempjes, maar moeten het soms wel een beetje kunnen zijn"

Waarop zou je kunnen afknappen? 

“Eénrichtingsverkeer.“

Hebben wetenschappers meer liefde nodig van politici?

“Voelen wetenschappers zich dan niet geliefd door politici? Ik pleit voor een model waarbij wetenschappers en politici elkaar gaan opzoeken en uitdagen, waarin ze erkennen wat ze voor elkaar kunnen betekenen en dit naar waarde schatten. Wetenschappers kunnen zeer zinvol werk leveren ter ondersteuning van politici. Ze kunnen bijvoorbeeld bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe en vernieuwende beleidsinzichten. Ze kunnen voorliggende beleidskeuzes mee onderbouwen of eerder negatief adviseren. Ze kunnen bijdragen aan de evaluatie van geïmplementeerde beleidslijnen. “

"Ik pleit voor een model waarbij wetenschappers en politici elkaar gaan opzoeken en uitdagen"

Is jouw vakgebied sexy voor politici?

“Mijn vakgebied is ab-so-luut héél erg aantrekkelijk voor politici! Organisatie- en beleidsvraagstukken in de gezondheidszorg ontrafelen, blootleggen en op zoek gaan naar mogelijkheden en alternatieven gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en expertise uit binnen- en buitenland, onbevooroordeeld problemen benaderen vanuit een brede visie...  Een meerwaarde voor elke politicus betrokken bij de organisatie van de gezondheidszorg, lijkt me!”

Zijn wetenschappers te veel muurbloempjes?

“Muurbloempjes groeien overal, niet enkel of specifiek onder de wetenschappers. Net zoals je overal bloeiende rozenstruiken, doortastende klimop en weerbarstig onkruid zal hebben. Aan onderzoek doen, betekent onder andere zich terugtrekken om te verdiepen, te denken, te redeneren, te schrijven. Dat vraagt misschien meer 'muurbloem'-competenties. Maar daarnaast is er ook het verzamelen van data in het veld, de disseminatie van resultaten en aanbevelingen, het spreken op congressen, het netwerken en uitbouwen van samenwerkingsverbanden... ook dat zijn opdrachten voor wetenschappers. En daarvoor moet je die 'muur' kunnen loslaten. Dus neen, wetenschappers zijn geen muurbloempjes, maar moeten het soms wel een beetje kunnen zijn."