De competitie tussen Amerika en China bepaalt de internationale en geopolitieke agenda. Wat betekent dit voor Europa? Staan we erbij en kijken we ernaar? Of hebben we ook een stem in het kapittel? Beide, stelt professor Luis Simón, expert in internationale veiligheid en transatlantische relaties. “Europa is zowel een speelveld als een speler in deze rivaliteit.”

Schrijf je in voor de wachtlijst van de ERC-inaugurale lezing van Prof. Luis Simón op 12 februari.

Luis Simón is directeur van het Centre for Security, Diplomacy and Strategy (CSDS) aan de VUB. De financiering van deze onderzoeksgroep – met meer dan vijftig medewerkers – spreekt boekdelen over de kwaliteit van de research en het politieke belang dat eraan gehecht wordt. Het CSDS krijgt fondsen van de EU, de NATO, het FWO, Japan en Korea, en sleepte daarnaast twee prestigieuze ERC-beurzen (European Research Council) in de wacht. Op 12 februari geeft Luis Simón aan de VUB zijn ERC-inaugurale lezing over zijn centraal onderzoeksthema: de rol van Europa in de competitie tussen Amerika en China. Zijn uitgangspunt: Europa is in die rivaliteit zowel een speelveld als een speler. 

Portrait of Luis Simon

Luis Simón

"Veel Europese landen volgen de lijn van de Verenigde Staten, zelfs zonder dat Washington hen onder druk zet om dit te doen"

Op welke manier is Europa een speelveld in de Amerikaans-Chinese krachtmeting?
Luis Simón: “Wat Europa beslist en hoe het zich positioneert op het vlak van handel, technologie, diplomatie, enzovoort , heeft een impact op het machtsevenwicht tussen de VS en China. Daarom proberen ze onze beslissingen te beïnvloeden. Dat doen ze elk op hun eigen manier, want hun relatie met Europa is radicaal verschillend. Met de VS heeft Europa diepe en duurzame economische, militaire en culturele banden – we behoren als het ware tot dezelfde familie. Met China delen we weinig meer dan een robuuster wordende economische relatie. Veiligheidsrelaties zijn er nauwelijks of niet.” 

Probeert China ook een vriendschappelijke relatie met Europa uit te bouwen?
“Ik denk niet dat vriendschap hier het meest geschikte woord is. China maakt zich geen illusies dat het de Amerikaanse nabijheid en invloed kan evenaren. De Chinese strategie is er meer een van schadebeperking.”

Zowel Amerika als China probeert Europese beslissingen te beïnvloeden. Hoe doen ze dat?
“Met de stok of de wortel. Concreet: met - vaak economische -  dwang of prikkels. Maar in het geval van de Verenigde Staten is imitatie of navolging - wat anderen 'soft power' noemen - ook een krachtige factor: veel Europese landen volgen de lijn van de Verenigde Staten, zelfs zonder dat Washington hen onder druk zet om dit te doen."

Geef eens een voorbeeld van die externe druk?
“Een jaar of vijf geleden besloot Amerika om het Chinese Huawei uit zijn 5G-netwerkinfrastructuuren te weren. Het zette druk op de EU-landen om dat ook te doen. Met landen die Huawei toelieten, zouden de VS geen inlichtingen meer delen. Toen begon ook China te dreigen, met economische  repercussies: landen die Huawei verboden, zouden minder investeringen en een minder goede toegang tot de Chinese markt krijgen.”

Hoe reageerde Europa hierop?
“Op initiatief van Frankrijk, Italië, Zweden en Tsjechië kwam de EU op de proppen met een 5G Cybersecurity Toolbox, een checklist waarmee EU-landen de veiligheid van hun 5G-netwerken konden inschatten. Een aantal EU-leden heeft inmiddels bepaalde 5G-aanbieders bij wet verboden, andere doen dat deels of moeten nog beslissen.”

De EU-leden mogen hier zelf over beslissen? 
“Ja, zo is dat. De EU kan richtlijnen geven, maar de uitvoering blijft in handen van de lidstaten. In dit geval waren die richtlijnen niet zeer dwingend, deels vanwege de bestaande verschillen tussen belangrijke lidstaten, met name Frankrijk en Duitsland. Frankrijk wilde zowel technische als politieke criteria hanteren om risicovolle aanbieders te weren, Duitsland alleen technische criteria.”

Willen Amerika en China op deze manier wiggen drijven tussen EU-landen? In je onderzoek omschrijf je hun druk als ‘external wedging’.
“Het is niet hun bedoeling om Europa te verdelen, maar het is vaak wel het resultaat. Ze proberen de positie van individuele lidstaten te beïnvloeden en maken het zo moeilijker dat er een gemeenschappelijke Europese positie ontstaat.”

Hoe gaan Europese landen om met die druk?
“Coalities van Europese actoren bieden weerstand tegen dat ‘external wigging’ en streven naar een beleid dat in hun belang is. Daarvoor moeten ze de neuzen zoveel mogelijk in dezelfde richting krijgen. Dat noem ik ‘internal binding’. Die 5G Cybersecurity Toolbox is een voorbeeld van zo’n interne verbindende structuur. Voor Europese landen is het een ruggensteuntje in hun gesprekken met de Amerikanen en de Chinezen. Ze kunnen zeggen: we gaan dit instrument gebruiken om onze beslissing te nemen. Op die manier is Europa niet alleen een speelveld waar Amerika en China externe druk op zetten, maar ook zelf een speler.”

EU-lidstaten liggen onderling ook vaak in de clinch. Een van uw studies gaat over de verschillende visie van Frankijk en Duitsland op de toekomst van de Europese defensie-industrie.
“Frankrijk en Duitsland zijn het eens over de noodzaak van meer Europese samenwerking in de defensie-industrie, maar ze verschillen radicaal van mening over de manier waarop. Dit heeft te maken met hun respectieve sterke en zwakke punten. Frankrijk is competitiever dan Duitsland in de defensiesector. Daarom pleit het voor efficiëntie en het ‘beste atleet’-principe. Zo eist het een leidinggevende rol op in projecten als het Future Combat Air System, waarin Europese landen samen een nieuw luchtgevechtssysteem ontwikkelen. Aan de andere kant probeert Duitsland zijn autonomie en werkgelegenheid te beschermen. Duitsland ijvert voor een eerlijke verdeling van het werk, ook al staat zijn defensiesector minder sterk dan die van Frankrijk.”

"Veel EU-landen zijn eerder bang om gedomineerd te worden door andere Europese landen dan door Amerika"


Tot zo ver de neuzen in dezelfde richting…
“Verschillende landen hebben verschillende visies op meer Europese samenwerking of integratie, omdat ze in hun achterhoofd ook met hun eigen concurrentievoordeel bezig zijn.”

Hoe proberen zij elkaar te overtuigen?
(lacht) “Nu wordt het tricky. Machtige landen als Frankrijk en Duitsland – zeg maar de interne ‘binders’ -  kunnen net als de externe ‘wedgers’ ook een beroep doen op de stok of de wortel, dus druk zetten met dwang of prikkels. Dwang komt wel niet sympathiek over binnen de EU, want de unie is gebaseerd op vertrouwen, en dwang erodeert vertrouwen. De dwang gebeurt dus meestal subtiel. Harde dwang is uitzonderlijk. Een voorbeeld daarvan is het inhouden van EU-fondsen, bijvoorbeeld om Hongarije te dwingen om de Europese spelregels te volgen.”

Moet de EU dan evolueren naar een superstaat om een geopolitieke rol van betekenis te spelen?
“Dat zou de duidelijkste en meest rechtstreekse weg zijn om onafhankelijker te worden van die externe machtsblokken. Alleen: veel EU-landen zijn eerder bang om gedomineerd te worden door andere Europese landen dan door Amerika. Zij zien de Amerikaanse betrokkenheid als een tegengewicht voor een Europa waarin Frankrijk of Duitsland of die twee samen de lakens uitdelen.”

Verandert dat nu niet met de tweede termijn van Trump?
“Ik verwacht inderdaad meer retoriek over Europese eenheid en strategische autonomie. Maar hoe concreet dat zal worden? Europa blijft voor zijn veiligheid zeer afhankelijk van de VS, zeker in het oosten. Ik verwacht niet dat EU-landen die banden met VS zullen verbreken. Ik denk eerder dat ze genoeg maatregelen gaan nemen om Amerika geïnteresseerd en tevreden te houden, wetende dat Amerika strategische langetermijnbelangen in Europa heeft. We weten nog steeds niet of Trump Europa wil loslaten of de rol van de VS hier drastisch wil verminderen. Zelfs als hij dat zou willen, is zijn presidentschap beperkt tot vier jaar. De tussentijdse verkiezingen zouden zijn positie kunnen verzwakken en zijn werkelijke beleidsintenties zijn nog onduidelijk."

Onlangs kwamen de 27 EU-landen in het Brussels Egmontpaleis samen voor een informele defensietop over extra militaire investeringen en de financiering ervan. Ook daar waren weer verschillende ideeën over.
“Frankrijk en de Baltische staten pleiten voor financiering via EU-leningen. Duitse politici, waaronder CDU-voorzitter Friedrich Merz, zien dat niet zitten. Merz wil de militaire samenwerking en middelen eerder standaardiseren en stroomlijnen, om zo efficiënter te werken.”

 "In een oorlog is er geen tijd om in comité te beslissen, je hebt een duidelijke commandostructuur nodig"


Dat laatste moet toch kunnen? De Europese lidstaten gaven in 2024 326 miljard euro uit aan defensie, meer dan het dubbele van Rusland, en toch kunnen we geen vuist maken.
“Rusland is een staat, Europa niet.”

Een gemeenschappelijk Europees leger zit er dus niet in?
“Nee. Europa zoekt collectieve mechanismen om meer militaire uitgaven aan te moedigen. Tussen dat en een gemeenschappelijk leger is er nog een zeer wijde kloof. Europeanen hebben nationale legers, maar de EU heeft geen structuur om die militaire macht te coördineren. In de NATO bestaat dat wel. De NATO heeft een geïntegreerde commando- en controlestructuur, een duidelijke hiërarchische lijn, gestandaardiseerde communicatiesystemen,… Europese landen kunnen onder de NATO-paraplu tijdens vredestijd samen oefenen en in oorlogstijd samen vechten. Er is geen vergelijkbaar EU-kader.”

Kan Europa zelfstandiger werken onder de paraplu van de NATO?
“Dat is een oud debat, dat nu weer de kop op steekt. Men zou dan een Europese pijler binnen de NATO ontwikkelen - een protocol om militaire operaties uit te voeren binnen de NATO-machinerie, maar met een beperkte Amerikaanse betrokkenheid. Het probleem is: als de VS niet aan het stuur staan, wie dan wel? In een oorlog is er geen tijd om in comité te beslissen, je hebt een duidelijke commandostructuur nodig.” 

Wat als Trump weer dreigt met een vertrek uit de NATO?
“Het is te vroeg om te speculeren. Ondanks de frictie was er tijdens Trump 1 toch een zekere transatlatische verstandhouding. Misschien krijgen we een herhaling van zijn vorige presidentschap. Bij de start van een NATO-bijeenkomst noemde hij de Europese partners delinquenten, twee dagen later had hij ‘een fantastische deal voor Amerika uit de brand gesleept’ en was de alliantie ‘de beste die de wereld ooit gezien had’.”

Wat kan Europa doen om meer een actieve speler te zijn, en minder een passief speelveld?
“Europa hoeft zich niet los te maken van Amerika om een speler te zijn. Het kan een speler zijn en toch gealigneerd blijven met de Verenigde Staten. We kunnen meer investeren en een grotere rol opnemen in de NATO, en tegelijk werken aan meer economische en technologische veerkracht, al dan niet in coördinatie met de VS.”

Nu Amerika uit het klimaatakkoord van Parijs stapt, gaan er pleidooien op voor een strategisch partnerschap met China op het vlak van klimaat.
“Voor China is dat meningsverschil tussen Europa en Amerika een zere plek waar ze zeker op gaan duwen: het klimaat is een voor de hand liggende toegangspoort voor samenwerking met Europa. Ik verwacht dus een Chinees charmeoffensief. Maar ik ben sceptisch. Klimaatactie is volledig verweven met economisch, industrieel en technologisch beleid, dat kan je niet zomaar van elkaar loskoppelen. Elke serieuze klimaatstrategie vergt toenadering op al die domeinen.”

Je ziet het niet gebeuren?
“Het zou Europa politiek uit elkaar scheuren. Voor veel Europese landen is hun relatie met Amerika van vitaal belang. Voor sommigen - vooral degenen die te maken hebben met een acute veiligheidsdreiging in het oosten - is het belang van de VS en de NAVO zelfs groter dan dat van de EU zelf. Bovendien staan we politiek, economisch, cultureel en historisch veel dichter bij Amerika dan bij China. Kijk alleen al hoe China druk uitoefent op andere landen: invasief, dwingend, controlerend. De VS kunnen ook druk uitoefenen, net zoals de Europeanen dat onderling doen. Maar het gebeurt indirecter, meer hands off. Dat sluit veel beter aan bij de Europese waarden.” 

ERC inaugurale lezing door Professor Luis Simón

De Vrije Universiteit Brussel en de Brussels School of Governance nodigen je uit voor de ERC inaugurele lezing van Professor Luis Simón, op woensdag 12 februari. Zijn bekroonde project onderzoekt een van de meest urgente uitdagingen in de hedendaagse internationale politiek: de gevolgen van de rivaliteit tussen de Verenigde Staten en China voor Europa en voor de debatten over Europese strategische autonomie.