De Wereldgezondheidsorganisatie riep 10 oktober uit tot Dag van de Geestelijke Gezondheid. In Vlaanderen is die datum elk jaar de kers op de taart van een heuse tiendaagse rond geestelijke gezondheid. Wat dit met partydrugs te maken heeft? Meer dan je denkt, vertelt VUB-professor Dimitri De Bundel. “Er is nog extra onderzoek nodig, maar mogelijk zouden stoffen zoals MDMA en psilocybine in de toekomst een rol kunnen spelen in de behandeling van mentale aandoeningen.”
Partnergeweld, seksueel misbruik, een zwaar verkeersongeval, oorlogsgeweld: posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) kan veel oorzaken hebben. En ook serieuze gevolgen. PTSS-slachtoffers herbeleven de traumatische gebeurtenis in flashbacks, voelen zich schuldig of beschaamd, slapen slecht, worden geplaagd door nachtmerries of barsten schijnbaar zonder aanleiding in een woedeaanval uit.
De klassieke aanpak is psychotherapie, al dan niet gecombineerd met medicamenten. Dat zijn meestal conventionele antidepressiva, de zogenaamde selectieve serotonine-heropnameremmers. Dat werkt voor veel PTSS-patiënten, maar niet voor iedereen, vertelt Dimitri De Bundel. “Bij ongeveer een derde van de patiënten slaat de behandeling met psychotherapie en antidepressiva niet aan. En er zijn de laatste decennia niet veel nieuwe medicaties voor PTSS op de markt gekomen. Daarom wordt er allang gezocht naar alternatieven of aanvullende therapieën. Niet-invasieve hersenstimulatie, met magnetische pulsen of elektrische stroom, is één onderzoeksrichting. Psychedelica zijn een andere. In Nature Medicine verschenen de laatste jaren bijvoorbeeld veelbelovende artikelen over MDMA-geassisteerde psychotherapie voor de behandeling van PTSS.”
Het idee om MDMA therapeutisch te gebruiken is niet nieuw.
Dimitri De Bundel: “De molecule werd voor het eerst gesynthetiseerd in 1912. In de jaren 70 werd ermee geëxperimenteerd als middel ter ondersteuning van psychotherapie. In de jaren 80 werd MDMA populair in de uitgangswereld, als werkzame stof in de partydrug xtc. Sinds 15 jaar gebeurt er opnieuw onderzoek naar de therapeutische mogelijkheden.”
Wat is MDMA en wat doet het?
“MDMA is een amfetaminederivaat met psychedelische eigenschappen, dat inwerkt op serotonine-, noradrenaline- en dopamine-transporters in de hersenen. De effecten variëren. Veel gebruikers ervaren veranderingen van bewustzijn en een gevoel van gelukzaligheid. Daarnaast kan de drug gevoelens van empathie en verbondenheid teweegbrengen, vermoedelijk omdat ze ook de vrijstelling van het ‘knuffelhormoon’ oxytocine stimuleert.”
"Een theorie is dat mensen onder invloed van MDMA met meer mededogen en openheid naar zichzelf en anderen kijken"
En dat helpt bij de behandeling van PTSS?
“Enkele studies tonen gunstige effecten aan, maar we weten nog niet hoe het werkingsmechanisme in elkaar zit. Het is dus te vroeg om brede statements te maken. Een theorie is dat mensen onder invloed van MDMA met meer mededogen en openheid naar zichzelf en anderen kijken. Dat zou onder andere de vertrouwensband met de therapeut versterken, wat kan helpen om over pijnlijke zaken te praten.”
MDMA zou ook iets doen met de amygdala in de hersenen?
“De amygdala is een hersenregio die betrokken is bij het verwerken van emoties. MDMA zou positieve emoties meer intens kunnen maken en negatieve herinneringen minder aversief. Dit effect van MDMA is geassocieerd met verandering in activiteit van de amygdala en andere delen van de hersenen. Het zou kunnen helpen bij het verwerken van traumatische gebeurtenissen.”
Hoe denkt men MDMA te gebruiken bij de behandeling van posttraumatisch stresssyndroom?
“Men noemt het MDMA-geassisteerde psychotherapie. Na voorbereidende therapiesessies neemt de patiënt een dosis MDMA. Twee getrainde therapeuten begeleiden de patiënt bij het ophalen en verwerken van traumatische herinneringen. Ze waken ook over cardiovasculaire en andere neveneffecten. Na die eerste MDMA-sessie volgen dan drie psychotherapiesessies. Dat zijn zogenaamde integratiesessies, om de herinneringen en emoties die naar boven gekomen zijn te bespreken en te verwerken. Die cyclus wordt drie keer doorlopen. Dus in totaal drie experimentele sessies met MDMA en negen integratiesessies over een periode van een drietal maanden. Het is behoorlijk intensief.”
Hoe zaten de studies in elkaar?
“Eén studie werkte met 91 patiënten die leden aan ernstig en langdurig PTSS en niet goed reageerden op de conventionele therapie. De patiënten werden onderverdeeld in een MDMA-geassisteerde psychotherapie groep en een placebo psychotherapie controlegroep. Iets meer dan 30 procent van de patiënten met MDMA-geassisteerde therapie ging in remissie, en verloor dus de diagnose PTSS. Het percentage ‘responder’ – mensen die geholpen zijn – bedroeg zelfs 80 procent. Bij de placebo controlegroep lagen die cijfers een stuk lager: 5 procent ging in remissie en 50 procent voelde zich geholpen. In een tweede studie op 104 patiënten met matige tot ernstige PTSS ging 46 percent van de MDMA-groep in remissie, bij de placebogroep 20 procent.”
Heeft men de MDMA-aanpak ook vergeleken met de klassieke aanpak, dus met therapie en/of antidepressiva?
“Nog niet, en dat is ook een punt van kritiek. Je moet natuurlijk liefst kunnen bewijzen dat de nieuwe behandeling beter werkt dan wat vandaag beschikbaar is, en dat de kosten niet veel hoger oplopen. Er zal extra onderzoek nodig zijn vooraleer de Amerikaanse FDA of de Europese tegenhanger EMA de behandeling kan goedkeuren.”
MDMA is niet de enige psychedelische stof die onderzocht wordt als mogelijk hulpmiddel in de psychotherapie. Psilocybine zou helpen tegen depressie.
“Psilocybine is de werkzame stof in magic mushrooms. In een klinische studie scoorde psilocybine even goed tegen langdurige matige tot ernstige depressie als escitalopram, een selectieve serotonine heropnameremmer, maar mogelijk met minder neveneffecten. Dat laatste is niet onlogisch, want het ging bij psilocybine om twee innames gespreid over 3 weken, terwijl mensen antidepressiva dagelijks en langdurig nemen.”
Hoe werkt dat dan: verandert de werkzame stof werkelijk iets in de hersenen, of is het de impact van de psychedelische ervaring die mensen uit hun depressie schudt?
“Dat is een open discussie. Hersenscans tonen wel degelijk een langdurige verandering in de activiteit van hersennetwerken. Maar of dit nu verantwoordelijk is voor het antidepressieve effect? Een denkpiste is dat een psychedelische ervaring mensen tijdelijk losmaakt uit vastgeroeste patronen, zoals dwangmatig gepieker, een negatief zelfbeeld of depressieve gevoelens. Die toestand moet je dan wel bestendigen met psychotherapie.”
"De EU heeft net 6.5 miljoen euro toegekend voor onderzoek naar de behandeling van psychologisch leed bij ongeneeslijke ziekten door middel van psilocybine"
In jullie lab gebruiken jullie proefmuismodellen om uit te zoeken wat er gebeurt in de hersenen. Kunnen muizen net als mensen hallucineren?
“Als je psilocybine aan muizen toedient, zie je in hun hersenen in elk geval een effect op de activiteit van zenuwcellen. Enkele jaren geleden hebben we een studie gepubliceerd over het effect van een synthetische psychedelicum, dimethoxy-4-iodoamphetamine. Toen we die toedienden, konden we bij de muizen een effect op de serotonine 2A-receptoren in de amygdala aantonen. Het resultaat was dat de diertjes geen angst meer vertoonden. Maar hoe zij dat ervaren? En of zij net als mensen bizarre dingen zien of voelen onder invloed van een psychedelicum? Moeilijk om te weten.”
Plannen jullie nog vervolgonderzoeken?
“De EU heeft net 6.5 miljoen euro toegekend voor onderzoek naar de behandeling van psychologisch leed bij ongeneeslijke ziekten door middel van psilocybine. Wij gaan nog iets anders onderzoeken: het effect van psilocybine op neuro-inflammatoire processen en neurogenese – dat laatste betekent de vorming van nieuwe zenuwcellen. De hoop is dat psilocybine, of afgeleiden ervan, een rol kan spelen in de behandeling van neurologische ouderdomsaandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer.”
Moet een onderzoeker zelf psychedelica gebruiken om te weten waarover hij praat?
“Ik vind van niet. Zelf heb ik uit nieuwsgierigheid eens deelgenomen aan een retraite met truffels. Interessant, meer het helpt niet om te begrijpen hoe het wetenschappelijk in elkaar zit.”
Wie is Dimitri De Bundel?
Dimitri De Bundel is hoofddocent aan de Faculteit Geneeskunde en Farmacie van de Vrije Universiteit Brussel. Hij studeerde af als apotheker, behaalde een doctoraat in de Farmaceutische Wetenschappen aan de VUB en volgde een postdoctorale opleiding aan het Karolinska Institutet in Zweden en het Institut Génomique Fonctionelle in Frankrijk. Dimitri is lid van de onderzoeksgroep Experimentele Farmacologie.