Van 30 januari tot 5 februari is het Poëzieweek, een ode aan het literaire genre in Vlaanderen en Nederland. Ook aan de VUB leeft poëzie en onze studenten bezitten een scherpe pen. Ze vertellen wat poëzie voor hen betekent en inspireren ook de niet-kenners met hun visie en favoriete gedichten. 

Gwijde Van Hauwermeiren

Gwijde Van Hauwermeiren

Gwijde Van Hauwermeiren (master Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, organisator poëziewedstrijd het Landjuweel)

“In het vijfde middelbaar ontdekte ik literatuur, poëzie en filosofie in de lessen Nederlands. Dat inspireerde me om te schrijven. Mijn studiekeuze aan de VUB en mijn betrokkenheid bij het Landjuweel zijn daaruit voortgekomen.” 

Lisa Heyvaert (master Taal- en Letterkunde Nederlands-Engels)

“Ik genoot altijd van Nederlands en Engels, maakte originele vertalingen en hield van zinsontleding. De vrije geest van de VUB trok me meteen aan.” 

Lisa Heyvaert

Lisa Heyvaert

Lucca De Vriendt

Lucca De Vriendt

Lucca De Vriendt (eerste bachelor Sociologie)

“Ik ben gefascineerd door menselijke interacties en hoe de maatschappij werkt. Met mijn liefde voor Brussel en de VUB-visie was de keuze snel gemaakt.” 

Parmida Irandoust (derde bachelor Linguistics and Literary Studies)

“Ik droom ervan om zangeres te worden en hou van literatuur. Dankzij mijn opleiding verdiep ik mij in literatuur, verbeter ik mijn Engels en kan ik toekomstige liedjes schrijven.” 

Parmida Irandoust

Parmida Irandoust

Dit is een stockbeeld

Stockbeeld van een schrijvende student

Ryme Kamli (tweede bachelor Taal- en Letterkunde Engels-Duits)

“Sinds het vijfde middelbaar wist ik dat ik taal wou studeren. Duitse literatuur boeide me al in het secundair, en ik wilde die taal naast het Engels verder ontdekken.” 

Hoe en wanneer ontstond je interesse in poëzie?  

Lisa: “Op mijn negende begon ik graag te lezen, schrijven volgde snel. In het zesde leerjaar veranderde een leerkracht mijn gedicht, waardoor ik dacht dat ik geen gevoel voor poëzie had. Pas op mijn veertiende begon ik écht met gedichten.” 

Lucca: “Als tiener hield ik van schrijvers als Lanoye en Verhulst. Ook muziek van Bowie, Dylan en Reed inspireerde me door de kracht van hun woorden.” 

Parmida: “Vanaf ik kon schrijven, schreef ik verhalen en gedichten. Het was mijn manier om mijn volle geest te legen en mezelf uit te drukken.” 

Ryme: “Ik bewonderde mensen die mooi met taal konden spelen. Toen ik in het middelbaar een poëziewedstrijd won, kreeg ik een boost om verder te schrijven.” 

Wat betekent poëzie vandaag voor jou? En voor je generatiegenoten? 

Gwijde: “Onze generatie schrijft vrij en persoonlijk, vaak over emoties en actuele thema’s.” 

Lisa: “Ik probeer beelden en sferen op te wekken. Poëzie laat ruimte voor interpretatie, waardoor lezers zich erin kunnen herkennen.” 

Lucca: “Poëzie is kwetsbaarheid. Het geeft woorden aan onuitgesproken gevoelens en biedt troost of herkenning.” 

Parmida: “Het bevrijdt mijn geest en de lezer met zijn eigen interpretatie. Voor mij voelt poëzie goed als het klopt.” 

Ryme: “Schrijven helpt me mezelf en de wereld beter te begrijpen. Lezen vergroot mijn empathie en geeft inzicht in anderen.” 

Denk je dat de betekenis van poëzie veranderd is doorheen de tijd? En op welke manier? 

Gwijde: "Ik denk dat poëzie een beetje vrijer en menselijker is geworden. Voor ik poëzie schreef, dacht ik dat er rijm en zo moesten inzitten, dat je niet zomaar een gedicht kan schrijven. Maar als ik het dan eenmaal begon te doen omdat al die boeken me prikkelden en ik gewoon los begon te schrijven, ondervond ik dat het niet zo moeilijk is en ik gewoon kan schrijven wat ik wil" 

Lisa: “Ik denk dat er, ten opzichte van vroeger, vooral meer vrijheid is op het vlak van genre en auteurschap. Poëzie is intussen veel meer dan geschreven woorden op papier, denk maar aan de vele vormen van spoken word. Daarnaast biedt het internet laagdrempelige kansen voor beginnende dichters om hun werk te delen.” 

Lucca: “Vroeger was de poëtische wereld minder toegankelijk en was het ook moeilijk om ermee in contact te komen. Nu ontdekken meer en meer mensen van mijn generatie poëzie door sociale media. Daar zie ik dat korte, toegankelijke gedichten wel veel succes hebben.” 

Parmida: “Ik denk dat poëzie vroeger prestigieuzer klonk dan nu. We leven in een tijdperk waarin er zoveel kunst wordt geproduceerd in alle verschillende kunstdisciplines.” 

Ryme: “Ik denk dat er nu meer vormen van poëzie zijn, we experimenteren meer door het internet bijvoorbeeld. Ik denk dat de meeste mensen denken dat poëzie ontoegankelijk is en dat begrijp ik wel. Wat ik erin zie, is niet bepaald wat iemand anders erin ziet. En dat is juist ook het mooie, dat je niet alles hoeft te begrijpen om het mooi te vinden of jezelf erin te vinden.”   

Zijn er bepaalde mensen die jou inspireren op het vlak van poëzie en waarom? 

Gwijde: “Vrienden en schrijvers als Rilke, Dickinson en Bukowski, vooral als het gaat over existentiële thema’s.” 

Lisa: “Mijn inspiratie komt uit eigen ervaringen, maar ook uit gefantaseerde situaties.” 

Lucca: “Jim Morrison’s absurde stijl laat veel ruimte voor interpretatie en reflectie.” 

Parmida: “Liefde in al zijn vormen inspireert me, van familie tot gemiste kansen.” 

Ryme: “Nederlands is niet mijn moedertaal. Ik beheers het goed en zelfs beter dan mijn moedertaal Frans, maar toch heb ik gevoel dat ik bepaalde dingen niet helemaal kan verwoorden. In het middelbaar was er een medeleerling die dat wel kon. Dat vond ik heel cool en inspirerend en dat wilde ik ook kunnen.” 

Wat is voor jou de kracht van poëzie? 

Gwijde: “Het existentiële en de menselijke ervaring die voelbaar worden via taal.” 

Lisa: “Poëzie is een puzzel met eigen geschilderde stukken, herkenning geeft het kracht.” 

Lucca: “Het is een toegankelijke manier om je uit te drukken met gewone woorden.” 

Parmida: “Poëzie laat met simpele woorden diepe emoties voelen, zoals de schoonheid van het leven.” 

Ryme: “Poëzie zit in alles: woord, beeld, beweging. Het is een manier om het mooie te zien. Ik heb me vaak slecht of mis begrepen gevoeld en dan lees je iets en zie je dat je niet de enige bent.” 

Wat is voor mensen die er (nog) niet veel van kennen een goede eerste kennismaking? 

Lucca: “Ik zou zeker het Instagram- of Facebookaccount van @didalmi aanraden. Hierop worden regelmatig korte, Nederlandstalige gedichten gepost die gelinkt zijn aan de actualiteit.” 

Ryme: “Er zijn veel gedichtenbundels, vaak met een thema, dus kijk wat jou aanspreekt. Simpele poëzie is niet per se slechte poëzie en goede poëzie hoeft niet vol moeilijke woorden te zitten. Elke dag krijg ik een gedicht via de websites Poem-a-Day en Poetry Foundation. Die websites kunnen je zeker inspireren. 

Wil je zelf iets bereiken met jouw schrijfsels en zo ja, wat? 

Gwijde: “Het voelt goed om mijn gedichten ook aan andere mensen te tonen, om hen de ervaring van mijn gedichten mee te geven. Maar soms verandert de betekenis van een gedicht wanneer je het aan anderen laat zien en dat wil je niet. Dat is denk ik wel iets dat je moet kunnen accepteren.” 

Lisa: “Vijf jaar geleden verscheen mijn bundel Lieveheersbeestje bij uitgeverij Het Punt. Destijds was het idee dat ik spoedig weer iets zou uitbrengen, maar nu vind ik het vooral belangrijk om het even op zijn beloop te laten zonder specifiek doel. Mijn stijl is nog erg veranderlijk en ik wil eerst uitzoeken wat precies werkt voor mij, des te meer omdat de invulling van ‘goede poëzie’ voor iedereen verschilt. Verder hoop ik natuurlijk dat, als ik dan nog iets deel, het op zijn minst voor sommigen van betekenis kan zijn.” 

Lucca: “De reactie die ik het liefst krijg wanneer ik gedichten voorlees of laat zien aan iemand, is dat ze herkenbaar zijn. Ik hoop dat ik door mijzelf bloot te stellen, anderen kan doen realiseren dat ze niet alleen zijn, dat het oké is om te voelen wat ze voelen.” 

Parmida: “Ik ben toneelschrijver en heb al een volledig toneelstuk geschreven dat zich nu in preproductie bevindt. Ik wil ook verhalen schrijven voor film, theater en boeken. Mijn doel is om meer ‘echtheid’ in de kunstindustrie te brengen.” 

Ryme: “Ik zou heel graag iets publiceren, maar ik wil mezelf nog verbeteren. Ik ben een beetje onzeker over mijn poëzie omdat ik geen directe feedback krijg. Ik laat het wel nalezen door vrienden, maar ik denk dat we elkaar vooral complimenten geven en ik wil dat iemand gewoon zegt wat beter kan.” 

En tot slot: wat is jouw favoriete gedicht? 

Gwijde: I died for beauty van Emilie Dickinson 

Lisa: Dan pas van Linda Vogelesang  

Lucca: Tape Noon van Jim Morisson 

Parmida: Awkward Comparisons van Rumi en Birds of a Feather van Billie Eilish 

Ryme: Fuga van de dood van Paul Celan 

Het Landjuweel is een poëziewedstrijd tussen enkele Nederlandse en Vlaamse universiteiten. Een team studenten uit de faculteit Letteren & Wijsbegeerte schrijven samen een groot gedicht die ze in het voorjaar presenteren aan een omvangrijk publiek. Ze worden begeleid door de Letteren -en Wijsbegeerte Kring. De studenten zorgen ervoor dat de schrijvers leren schrijven in samenwerking met anderen en hun poëzievaardigheid kunnen bijschaven. De wedstrijd vindt dit jaar plaats op 28 februari in Amsterdam. Student Gwijde is verantwoordelijk voor de organisatie vanuit de VUB. 

Blijf up-to-date via het Instagramaccount.