VUB-student Taal- en Letterkunde Brenthe

Waarom heb je voor deze opleiding aan de VUB gekozen? En hoe heb je je keuze gemaakt?

“Ik wist eigenlijk al heel vroeg dat ik iets met taal ging doen. Als kleuter was ik blijkbaar al degene die het liefst met boekjes speelde. In de lagere school maakte ik vaak gedichtjes of schreef ik verhaaltjes. Later in het middelbaar heb ik gekozen voor Economie-Moderne talen. Taal is dus altijd een constante geweest. Met als gevolg dat ik al in het 4e middelbaar wist dat ik later Taal- en Letterkunde ging studeren.

Waarom ik uiteindelijk voor de VUB heb gekozen? Ik kende de VUB al via mijn zus en ik woon ook dicht bij Brussel. De VUB-waarden zelf heb ik pas leren kennen tijdens de opendeurdagen. Je kent de VUB wel van folders, maar de echte sfeer van de VUB ervaar je pas echt als je op de campus bent.

De persoonlijke aanpak van de proffen en de studenten voel je echt. Ik heb verschillende opendeurdagen gedaan, en opvallend aan de VUB is dat je iedereen gewoon kunt aanspreken. In tegenstelling tot andere universiteiten ben je hier geen nummertje. Doorheen de voorbije 4 jaar heb ik zelf ervaren dat dat persoonlijke ook ideaal is om een netwerk uit te bouwen. Daarmee bedoel ik: het feit dat de proffen weten wie je bent, wil zeggen dat ze ook je sterktes en zwaktes goed kennen. Het zorgt er ook voor dat je je heel goed kunt ontplooien aan de VUB.

Kijk, de overstap van middelbaar naar unief is echt een grote stap. En als je dan in een kleinere faculteit terechtkomt zoals die van Letteren en Wijsbegeerte aan de VUB, voelt dat goed. Dat was voor mij een voordeel. Hier geen volgepropte aula’s. Ik heb het liever zo dan dat je je hele studie uitzit zonder te weten wie er al die tijd nu eigenlijk naast je zat. Daarnaast ben ik ook gevallen voor het campusleven: de bib, het groen, sport, resto … je vindt hier echt alles op één plek.”

Hoe lang duurt een lesdag voor jou? En hoe vul je die in?

“In de bachelor telt een gemiddelde lesdag ongeveer 6 uur, waarbij er soms dagen zijn dat je helemaal geen les hebt. Dus ja, je krijgt heel veel vrijheid aan de VUB, maar je moet er wel mee om kunnen. Voor mij was dat iets positiefs. Het laat me toe om mijn lessenrooster zelf in te vullen. En het laat ook ruimte voor andere dingen zoals sport, de opleidingsraad, me inzetten als unibuddy in het kader van de coronacrisis, …. Heel fijn allemaal om te doen. Ik ben een bezige bij (lacht).

Nu ik in mijn masterjaar zit, zijn er niet zoveel lesuren en vakken meer. Langs de andere kant is het ook zo dat elk vak wel een grote verantwoordelijkheid en zelfstandigheid vergt. Je bent heel vaak zelfstandig bezig, maar dat vormt geen probleem aangezien je dat tijdens de bachelorjaren al geleerd hebt. Die zelfstudie voelt dus niet vreemd meer aan.”

Hoe zou je de proffen omschrijven hier aan de faculteit? Wat is voor hen belangrijk?

“Heel erg open, toegankelijk en warm, heel dicht bij de studenten. Het is me ook al opgevallen hoe trots en fier ze zijn op wat hun studenten neerzetten. Ze steunen je in elk doel dat je voor ogen hebt, wat dat ook mag zijn, en laten je ontplooien op je eigen ritme. Natuurlijk verwachten ze wel resultaten, maar in hun aanpak staan de studenten heel erg centraal. De proffen passen zich vaak aan aan de noden van de studenten, ze leggen niets op. Dat wil niet zeggen dat het makkelijker is, maar wel meer aangepast of zo? Dat hebben we heel duidelijk gevoeld tijdens de coronacrisis. Onze proffen sturen en begeleiden de studenten op een goede manier. Waarbij ze je vooral zelf laten ontdekken. Eens je in een richting zit, is het wel jouw verantwoordelijkheid om er iets mee te doen. Typisch voor onze proffen is ook die zelfreflectie. Ze verwachten dat van ons, maar doen dat zelf ook. Zelfs tijdens de lessen durven ze zichzelf of hun activiteiten in vraag stellen. Dat verklaart waarom ze zo goed zijn. Ze zijn niet de alwetende proffen, of zo profileren ze zich toch niet. Het creëert een gevoel van veiligheid, waardoor er ruimte is voor overleg. De proffen hebben echt een groot hart voor hun studenten.”

Op welke manier kunnen studenten volgens jou het best de echte sfeer van de VUB opsnuiven?

“Allereerst via een campusbezoek. Voor mij vat de campus die sfeer eigenlijk heel mooi samen. Ik herhaal nog eens: de studenten staan centraal. Er zijn bijvoorbeeld heel wat studentenverenigingen die je ziet rondlopen op de campus of ze laten zich af en toe eens zien tijdens de lessen. Ook die brede waaier aan faciliteiten is zo typisch. En de campus als deel van de stad Brussel: de koten, het uitgaansleven... Het hoort allemaal bij dat leven in en rond de campus. De gebouwen zijn gewoon de typische lokalen, niet echt een troef, maar door bijvoorbeeld op een mooie zomerdag al even buiten te gaan zitten, voel je die typische VUB-sfeer al hangen.”

Van welke faciliteiten maak jij zelf het meest gebruik op de campus en waarom?

“Ik zit niet op kot, daarom vind je me heel vaak in de bib: voor mij een hele rustige plek om te studeren. En sowieso vind je me daar ook vaak aangezien boeken nogal centraal staan in onze opleiding (lacht). Het copycenter op de campus is ook heel handig, de vele sportfaciliteiten, de koffie- en broodjeszaken, er is echt heel veel! Zalig ook om in de zon je broodje op te eten hier in het groen.”

Wat is volgens jou het belangrijkste positieve weetje over de VUB dat je alleen maar kunt weten als je aan de VUB studeert?

“Ik merk dat ik na die 4 jaar de waarden van de VUB ook echt overgenomen heb in wie ik vandaag ben. Ik ben bijvoorbeeld heel matuur geworden. Daar heeft de Erasmusuitstap ook heel erg toe bijgedragen. De VUB zet namelijk heel hard in op internationale activiteiten. Ik ben zelf met Erasmus 6 maanden naar Sevilla geweest, een hele ervaring. Naast de waarden van de VUB zelf, heeft die uitwisseling mij toch ook mee gevormd. Ik ben nogal een huismus, dus naar het buitenland gaan was voor mij een enorme stap. En ik was dan ook nog eens alleen hé. Daar heb je wel wat durf voor nodig. Achteraf gezien ben ik zo blij dat ik dat gedaan heb!

En ja, ik heb het al gezegd, maar de VUB zet de studenten heel erg centraal. Alleen al de faciliteiten op de campus: alles is er om de studenten hun studentenleven zo optimaal mogelijk te laten beleven. Iedereen vindt er z’n plek.

Daarnaast worden er ook regelmatig activiteiten voor de studenten georganiseerd: feestjes, tentoonstellingen, maar ook in de opleiding zelf is er bijvoorbeeld het casual uurtje op het einde van de dag om met de prof en de andere studenten wat te praten: om zo je taal te onderhouden. Het is niet verplicht, maar het wordt wel aangeboden. Net zoals je ook op de hoogte wordt gebracht van bepaalde culturele bezienswaardigheden of lezingen in Passa Porta bijvoorbeeld (het internationale cultuurhuis in Brussel met als doel de Spaanse taal en cultuur te verspreiden n.v.d.r.) of – voor onze opleiding – het Instituto Cervantes.”

Met welke foute percepties over Brussel of de VUB maak je graag komaf?

“Dat Brussel geen studentenstad zou zijn. Dat is het duidelijk wel, maar op een andere manier dan je misschien gewoon bent. Rond de campus moet je weten waar je naartoe kan, maar er is zoveel voor de studenten! En er zijn zoveel leuke plekken in Brussel. Op 500 meter heb je bijvoorbeeld de Cimetière, een hele leuke studentenbuurt. Je vindt er danscafés, lunchplekjes, leuke winkeltjes, … Je bent ook heel dicht bij Ter Kamerenbos: een gigagroene prachtige plek, waar je kunt gaan wandelen, picknicken of helemaal coronaproof afspreken met vriendinnen. Wat nog? Het Jubelpark natuurlijk, de Matongéwijk, de Louizalaan én het Sint-Katelijneplein: daar moet je echt naartoe als je de studentensfeer wilt opsnuiven. Het is een hele gezellige plek en bovendien budgetproof! Er is ook veel groen in Brussel, je moet alleen de plekjes kennen.

Dat brengt me direct bij die andere foute perceptie: dat Brussel duur zou zijn. Brussel is geen dure stad. Ja, je zit in de stad en het kan zijn dat je iets meer zal betalen voor een koffie, maar er zijn zoveel budgetproof studentenplekjes waar je terecht kunt! Als je er dan toch bent, ga dan ook eens naar het Beursplein en het Muntplein. Voor kunst- en cultuurliefhebbers is er onder andere het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten en zoals gezegd Passa Porta en Instituto Cervantes voor de taal- en boekenliefhebbers.

En dan is er ook nog de perceptie dat er alleen maar Frans wordt gesproken in Brussel. Ik kan me inbeelden dat dat voor sommige studenten misschien een barrière zou kunnen zijn. Brussel is uiteraard niet alleen maar Frans. Rond de beurs en zeker in de buurt van het Sint-Katelijneplein wordt er zelfs heel veel Nederlands gesproken. Brussel is echt een mix. En als er in bepaalde buurten toch alleen maar Frans zou worden gesproken: zie het dan als een moment om uit je comfortzone te stappen, ideaal om je talen te oefenen.”

Wat wil je later doen met deze opleiding? Welk beroep wil je graag uitoefenen?

“Zeker tijdens mijn laatste jaar heb ik beseft dat ik graag werk in een academische sector. Dus ik wil me heel graag verder specialiseren in een taal. Ik heb mijn capaciteiten ontdekt aan de VUB en nu wil ik die maximaal verder inzetten. Onze opleiding omvat een brede waaier aan vaardigheden, die voor veel werkgevers interessant zijn. Veel studenten gaan het onderwijs in, maar er zijn er ook die gaan werken voor een uitgeverij of in een bibliotheek. Een vriend van me heeft bijvoorbeeld een dichtbundel uitgebracht, hij is auteur: super toch als dat je ambitie is? Er zijn er ook veel die uiteindelijk in de journalistiek belanden.

En voor mezelf: wie weet ga ik opnieuw internationaal? Ja, graag zelfs nog een jaar in het buitenland!” (lacht)