Er zijn weinig Brusselse gebouwen die zo tot de verbeelding spreken als het iconische rectoraatsgebouw van de VUB, van de hand van de modernistische architect Renaat Braem (1910-2001). Het Braemgebouw werd opgeleverd in 1976, en wordt ruim 50 jaar later, op 12 december a.s., officieel ingehuldigd na een grondige renovatie. Wat is de symbolische waarde, anno 2024? Hoe actueel zijn de muurschilderingen? We vroegen het aan 3 nauw betrokken partijen.
Jeanine Lambrecht, emeritus-hoogleraar kunstgeschiedenis aan de VUB, leidt bezoekers rond in het gebouw tijdens de officiële opening
‘Het Braemgebouw is een oermoedersculptuur die bewoonbaar is en tegelijk de waarden van de universiteit uitstraalt. Een ‘sculpture habitée’, aldus de architect.’
De VUB wilde begin jaren 70 een rectoraatsgebouw laten ontwerpen, als uithangbord voor de universiteit. Is Braem daarin geslaagd?
Jeanine Lambrecht: “Absoluut. Vanaf het prille begin was het Braemgebouw een landmark op de campus en in Brussel bij uitbreiding. Braem ontwierp niet ‘zomaar’ een gebouw, maar een ‘sculpture habitée’, zoals hij het zelf noemde: een oermoedersculptuur die bewoonbaar was, maar die ook de waarden van de universiteit uitstraalt. Hij was er trouwens van overtuigd dat je de mens kon verbeteren door zijn milieu, en dus ook de gebouwen waarin hij leeft, werkt, studeert, te verbeteren. Dat streven naar levenskwaliteit voor elk individu loopt als een rode draad door zijn ganse oeuvre.”
Een rectoraatsgebouw met een ellipsvorm, geen evidente keuze?
“Braem heeft honderden schetsen gemaakt waarin hij, vooral door besparingen, tegen wil en dank heeft moeten schrappen. Uiteindelijk is hij er toch in geslaagd is om een meesterwerk te bouwen. Eerst had hij een gans complex voorzien, met een afzonderlijk gebouw voor elke dienst. Een rechthoekig gebouw was sowieso voor hem geen optie. Dat motiveerde hij als volgt: ‘Als een mens in een rechte lijn beweegt, is hij een soldaat en geen mens meer.’ Uiteindelijk is hij bij één gebouw geëindigd, in ellipsvorm nota bene. Die was voor hem de meest primaire vorm, met twee polen, die symbool staan voor het verenigen en overstijgen van contrasten, paradoxen en dogma’s. Vormelijk verwijst het gebouw ook naar een Dorische zuil. Toch laat Braem het volume horizontaal uitdeinen, omdat het in geen geval de indruk mocht wekken dat de VUB een ivoren toren is. Achter elke keuze zit een hele redenering.”
Ook de plek waar het gebouw staat is weloverwogen?
“Om het gebouw tot een uithangbod van de universiteit te maken, moest het de hoogst mogelijke zichtbaarheid krijgen. Hij bouwt het dwars op de Generaal Jacqueslaan waardoor het smaller lijkt te worden als je het voorbijrijdt, terwijl je het vanop de Pleinlaan in vol ornaat te zien krijgt. Het Braemgebouw kreeg al snel passende bijnamen als de ‘Sigaar’. Ik herinner me een affiche van een vroeger kopiecentrum op de campus met een afbeelding van het Braemgebouw en een ‘Caprice des Dieux’ (Franse kaas, red) met daaronder: ‘Wij kopiëren alles’ (wordt bewaard bij CAVA, red).”
Braem hecht veel belang aan de inkom van het gebouw, de luifel?
“De luifel is het enige betonelement in de bakstenen gevel en werkt door zijn opwaartse golfbeweging uitnodigend. Ook op de luifel staan veel symbolische tekens, uitgezaagd in triplex en in een bekisting van beton gelegd. Het meest opvallende, vooraan, is het wapenschild van de VUB, met twee verbonden handen. Dat verwijst naar de edelen die in de 16de eeuw in opstand kwamen tegen de verdrukking van het vrije denken. Ze werden bespot als ‘geuzen’, maar maakten daar uiteindelijk een eretitel van. Opvallend detail: door een fout in de uitvoering werd de triplexvorm gespiegeld in het beton geplaatst, waardoor je twee linkerhanden ziet.”
Ook Braems muurschilderingen in het rectoraatsgebouw zijn een levenswerk?
“Zonder twijfel. In een halve kilometer muurschilderingen waar hij jarenlang aan gewerkt heeft, van het gelijkvloers tot de vijfde verdieping, beeldt hij zijn eigenzinnige wereldvisie uit: de ontstaansgeschiedenis van de mens, van de oerenergie als de basis van alles tot het doel waar we naar streven: een vrije mens in een vrije gemeenschap. In dat opzicht belichaamt het Braemgebouw perfect het humanistische gedachtengoed van de VUB, als een ode aan het anti-dogmatische vrije onderzoek, waar emotionaliteit en rationaliteit, kunst en wetenschap hand in hand gaan.”
Tot slot: wat maakt Braem als architect zo uniek?
“Het is geen geheim dat Braem een vooraanstaand vrijmetselaar was. Hij had in Antwerpen, samen met anderen, een eerste loge opgericht die uitdrukkelijk openstond voor arbeiders. Hij zag zichzelf als iemand die moest meewerken aan een betere wereld, en in zijn geval was dat door aan architectuur ook een sociale dimensie te geven, een middel om de mens te bevrijden. Ook met het Braemgebouw beoogde hij dat doel.”
Fabian Rasson, VUB-alumnus en zaakvoerder van Ornament, restaureerde de muurschilderingen in het Braemgebouw
‘Er is een grote impact van Braems oeuvre en specifiek van dit rectoraatsgebouw op de Belgische architectuur. En vooral: op de beleving ervan.’
Wanneer zag u de muurschilderingen in het Braemgebouw voor het eerst?
Fabian Rasson: “Dat was al 20 jaar geleden. Mijn vriendin, Elsbeth Denys, en ik deden aan de VUB een master Cultuurwetenschappen. Onze toenmalige professor, Jeanine Lambrecht, was heel erg begaan met het Braemgebouw en de muurschilderingen. Onder haar invloed hebben we er een diepgaand onderzoek aan gekoppeld, en zo is de bal aan het rollen gegaan. Later zijn we ons eigen bedrijf begonnen en hebben we ons kandidaat gesteld om die bewuste muurschilderingen te restaureren.”
In welke staat waren ze, toen u aan de restauratie begon?
“Op bepaalde plaatsen zag je ze niet goed, omdat er hier en daar dwarswanden op gebouwd waren. Pas wanneer die muren werden weggehaald, konden we de schade opmeten. Er bleek heel wat gebruiksschade te zijn: op sommige sporen op de schilderingen kon je zelfs de route van de koffiekarretjes aflezen. (lacht) Verder bleken ze heel vuil en geel te zijn, allicht omdat je in die tijd nog binnen mocht roken. Bovendien bleek er in de jaren 90 een dikke laag vernis op aangebracht te zijn, ter bescherming, maar omdat ze te dik is aangebracht, kwam er weinig licht op de schilderijen en bleken ze nog ‘geler’ geworden te zijn. Gelukkig hebben we dat enigszins kunnen oplossen door tijdens onze reiniging de vernis wat af te dunnen. In de toekomst zou dit type vernis juist minder geel moeten worden, nu er opnieuw daglicht tot bij de schilderij komt. “
Hoe hebben jullie de restauratiewerken aangepakt?
“Nadat we de schade hadden opgetekend, hebben we een aantal tests gedaan qua reiniging, fixatie en retouches. Braem heeft met latex en acrylverf geschilderd - een soort huisverf en redelijk recente soorten ook - en die vroegen toch een aparte aanpak. Acrylverf zit bv. vol met chemische toevoegingen: elke keer dat je het met water reinigt, neem je een stukje bescherming weg en wordt de verf ook harder. Daar moet je dus rekening mee houden als je je restauratiemethode kiest. Een huzarenstukje. Een tiental mensen hebben daar toch een jaarlang aan gewerkt.”
Wat is de belangrijkste symboliek achter de muurschilderingen?
“Het hele verhaal is de visie van Braem op hoe het leven ontstaan is. Hoe hoger je in het gebouw opklimt, hoe meer dat leven en de kennis erover evolueren. Op de 3de verdieping ontstaat de mens, die op dat ogenblik nog in symbiose leeft met de natuur en de dieren, en dan, op de 4de verdieping, zie je een ontvoogdingsstrijd die gebeurd is en nog zal moeten gebeuren, vooraleer de mens echt vrij zal zijn. Pas op de 5de verdieping, waar het kantoor van de rector is, wordt de ultieme vrijheid en wijsheid bereikt. Dat hij zo’n verhaal schildert op net geen 1.200 vierkante meter, is toch wel zeer uniek. Hij is destijds begonnen op de 5de verdieping, omdat de rector er zit. Hij bracht met krijt de tekeningen op de muren aan, en kleurde ze initieel in, om dan uiteindelijk de rest met externe hulp ‘in’ te schilderen. Maar heel eerlijk? Als restaurateur ben je vooral gefocust op de materie, en iets minder op het verhaal erachter. Pas nu pas beginnen we er écht naar te kijken. En valt de schoonheid ervan des te harder op. En op sommige plaatsen ook de exotiek. Als Braem een landschap schildert, zijn het meestal heel verschillende landschappen uit verschillende landen. Hij schildert ook ‘het universele gezin’ en daarvan kan je moeilijk zeggen of het blank of zwart of Aziatisch is. “
Tot slot, hoe waardevol zijn deze muurschilderingen?
“Muurschilderingen hebben op zich weinig waarde omdat ze niet verhandelbaar zijn. In die zin kan je enkel kijken naar de erfgoedwaarde, die in dit geval staat of valt met de figuur van Braem en zijn gebouw. De muurschilderingen maken echt de kern uit van het Braemgebouw, waardoor ik hun waarde in zijn oeuvre toch heel hoog inschat. Hij maakte al eerder muurschilderingen, maar nooit van deze omvang en nooit zo goed doordacht. Verder: zoals je weet is Braem een leerling van Le Corbusier. Deze laatste heeft ooit zijn kleurenpalet uitgewerkt, en ik blijf vermoeden dat het die specifieke kleuren zijn, die je ook terugvindt in de muurschilderingen.”
Vanessa De Cock, directeur van het Rectoraat, verhuisde eind november naar haar vernieuwde werkplek op de vijfde verdieping van het Braemgebouw
"Wat mijn werkplek extra bijzonder maakt? Ik zit op de vijfde verdieping, net naast het kantoor van de rector, mét zicht op de muurschildering van de uil als het symbool van de wijsheid."
Wat is jouw prilste herinnering aan het Braemgebouw?
Vanessa De Cock: “Dat gaat tot in mijn studententijd, hoewel ik er toen nooit één voet heb binnengezet omdat het niet gebruikelijk was voor studenten om het rectoraatsgebouw te betreden. Ondertussen zijn de tijden wel veranderd. De eerste keer dat ik er binnenkwam was in 1997 toen ik ging solliciteren voor de functie van jurist bij de juridische dienst. Sindsdien heb ik op alle verdiepingen – behalve het 3e - een kantoor gehad, met een tussenpauze van 2019 tot nu door de renovatiewerken.”
Wat vind je van jouw vernieuwde werkplek?
“Wat ik bijzonder vind aan een kantoor in het Braemgebouw is de openheid. Het kantoor van de rector telt bijvoorbeeld dertien ramen, dat biedt een ongelofelijk breed zicht op de campus. Maar ook elders in het gebouw is er veel lichtinval en transparantie. Met de renovatiewerken werden de verdiepingen ook heringericht tot open landschapskantoren, naar het oorspronkelijk idee van architect Braem. Dat versterkt het gevoel van verbondenheid en nabijheid met de collega’s. Wat mijn plek extra bijzonder maakt? Ik zit op de vijfde verdieping, net naast het kantoor van de rector, mét zicht op de muurschildering van de uil als het symbool van de wijsheid. Daar ben ik wel trots op.”