Simon Gronowski (°12 oktober 1931)
Beroep: advocaat, jazzpianist, auteur
Nationaliteit: Belg
Waarom een eredoctoraat?
22 september 2020. Simon Gronowski ontvangt samen met Koenraad Tinel- zijn vriend, broer, compagnon de mémoire- het eredoctoraat van de VUB.
Vergeving en vriendschap
Gronowski's uitzonderlijke vriendschap met Koenraad Tinel is ontsproten uit een afkomst die niet verder uiteen kon liggen. Nazi-telg versus jood. Jood versus nazi-telg. Ze zijn verbonden door een verleden, door schuldgevoel, ieder aan zijn kant van de lijn. Met hun gezamenlijke boek geven ze hoop op hoop.
Hun verhaal is er een van verzoening, van vergiffenis die rijker is dan haat. Loslaten, het is een levenskunst. Beiden inspireren, zijn een voorbeeld voor generaties van nu en later. Die krachtige waarden, die ondanks alle stormen overeind bleven, nestelen zich helemaal onder de vleugels van die van de VUB: vrijheid, gelijkheid en verbondenheid. That’s what life is all about.
Een leven vol peis en vree bestaat niet. Daarvoor ontnam de geschiedenis van WOII een te onuitwisbare plaats in het leven van Simon Gronowski in. Maar hoe betoverend is zijn verhaal dat gruwel en wanstaltig menselijk gedrag inruilde voor vergeving, kameraadschap en eeuwige verbondenheid. Het leven is mooi, in al zijn mottige lelijkheid. Vergeten is onmogelijk, dat blijft het gevecht. Maar van vergeven wordt de toekomst eens zo schoon.
“Life is beautiful, but is a struggle every day.”
Over zijn carrière
Gesprongen voor de dood
12 oktober 1931. In Ukkel wordt Simon Gronowski geboren. Zijn vader is een Poolse jood die rond 1920 zijn weg naar België vindt; zijn moeder - uit Litouwen – volgt niet veel later. Ze bouwen aan een huis en aan hun leven, daar in Etterbeek. Moeder baat een lederwarenwinkel uit, vader is groothandelaar. Simon heeft nog een zus, Ita.
Het is 1942 en WOII brengt onrust en angst. De woeste razzia’s tegen de joden leiden tot arrestaties en de Gronowski’s duiken onder in een appartementje in Sint-Lambrechts-Woluwe. De deurbel die op 17 maart 1943 om 9.00 uur ’s ochtends iedereen opschrikt, is het begin van een dramatische wending in hun leven. Twee Gestapo-leden houden het gezin aan en ze belanden, met nog heel wat anderen, in kazerne Dossin in Mechelen. Er worden nummers uitgedeeld; Simon krijgt 1234, zijn moeder 1233.
19 april 1943. In een vuile beestenwagen vertrekken Simon en zijn moeder met een heel konvooi naar Auschwitz. Niemand heeft een idee wat die bestemming werkelijk betekent. Dat ze in fabrieken gaan werken, is hun verteld.
Maar onderweg houden verzetsstrijders de trein tegen en helpen enkelen ontsnappen. Als een paar gevangenen een tijdje later erin slagen de deur van de wagon te openen, zegt Simons moeder hem dat hij moet springen. Hij is bang, zo bang, maar doet het. Simon wacht en wacht in de berm, tot zijn moeder ook volgt, maar dat gebeurt niet. Het is de laatste keer dat hij haar ziet.
Tot aan de bevrijding leeft de jonge Gronowski ondergedoken bij Belgische families. Hij verneemt intussen dat zijn moeder de dood vond in de gaskamers. Zo ook zijn zus, van wie hij de liefde voor jazz leerde. Zijn repertoire later is een eerbetoon aan haar. Vader Gronowski sterft van verdriet in 1945.
In 1949 gaat Simon Gronowski rechten studeren, hij doctoreert. Zijn bureau is anno 2019 gevuld met papier en dagboeken, afbeeldingen van advocaten en rechtvaardige mensen bekleden zijn muren. Hij bezoekt vaak scholen en praat met kinderen en tieners. Vergeten mag niet.
Even terug naar de kazerne van Dossin in ‘43. De broer van de bekende beeldhouwer Koenraad Tinel is een van de bewakers daar. De man heeft berouw, nu, zoveel jaren later, en wil met zijn geweten in het reine komen voor hij zijn laatste adem uitblaast. Hij wil Gronowski zien. Met wat hulp vindt een eerste contact plaats en er komt een verzoening tot stand. De kracht van vergiffenis is van een ongekende wonderbaarlijkheid.
Uit die verzoening groeit een onwaarschijnlijk mooie, intense vriendschap, tussen Simon Gronowski, kind van weggevoerden, en Koenraad Tinel, telg van een nazifamilie en broer van. Dader en slachtoffer overstijgen de geschiedenis. Ze noemen elkaar broers, er volgt een boek 'Eindelijk bevrijd', dat een boodschap van hoop en geluk verspreidt. Jezelf bevrijden door te vergeven; dat is Simon Gronowski’s les des levens. Onuitsprekelijke dankbaarheid, voor diegenen die hun leven riskeerden om gedeporteerden te redden, onuitsprekelijke woorden voor zij die de gruwel blijven ontkennen.
Zijn moeder noemt hij een heldin. ‘Op haar reis naar de dood duwde ze me tot leven. Dat was het belangrijkste voor haar, om haar zoon te zien leven. Dat was mijn moeder.’
Wat is een eredoctoraat?
Sinds 1978 reikt de VUB elk jaar eredoctoraten uit aan persoonlijkheden met de meest diverse achtergronden die zich op een opmerkelijke manier hebben ingezet voor hun vakgebied en voor de maatschappij. Vanaf dit plechtige moment van erkenning dragen zij de eretitel van Doctor Honoris Causa van de VUB.