De recent gepubliceerde enquêtegegevens van het European Social Survey (ESS) over gezondheidsongelijkheden in Europa geven ons inzicht in de obstakels voor het verkrijgen van de nodige medische zorg. In een policy brief zoomt VUB-onderzoeker Maarten Hermans van de Brussels Institute for Social and Population Studies (BRISPO) in op die obstakels voor Belgische werknemers, en op hoe hun situatie zich verhoudt tot die voor werknemers in andere Europese landen.

“De analyse van de ESS-gegevens voor 2023-2024 leert dat voor 21% van de Belgische werknemers het jaarlijks één of meerdere keren onmogelijk is om een nodige medische consultatie of behandeling te krijgen”, zegt Hermans. “Dat aandeel ligt hoger dan in de algemene Belgische bevolking (16,6%), omdat werknemers meer dan andere bevolkingsgroepen aangeven dat hun werk een obstakel vormt.

Binnen de groep werknemers die een medische consultatie of behandeling zijn misgelopen, geeft 17% als reden aan dat hij of zij geen vrijaf kon nemen op werk. De andere redenen hebben – net zoals in de algemene bevolking – vooral te maken met krapte in het aanbod, zoals te lange wachtlijst (35%), geen afspraak kunnen krijgen (29%), of geen behandeling in de buurt (8%). Ook de betaalbaarheid (14%), of conflict met andere verplichtingen (5%) geven werknemers aan als obstakel. België kent hiermee in Europa een van de hoogste aandelen van werknemers met een gebrek aan medische zorg omdat ze geen vrijaf kunnen nemen.

“We zien dat werknemers met een zwakkere positie in de samenleving en op hun werkplek, evenals zij blootgesteld aan ongezonde arbeidsomstandigheden op hun werk, vaker medische zorg mislopen, specifiek omdat ze geen vrijaf kunnen nemen om naar de dokter te gaan”, zegt Hermans. “Die dubbele ongelijkheid ondergraaft preventief gezondheidsbeleid en verhoogt de kans op zwaardere gezondheidsproblemen en (langdurige) uitval. Om dat gebrek aan medische opvolging voor werknemers aan te pakken, is het nodig de bestaande wetgeving rond afwezigheid op het werk voor medische redenen te versterken, rekening houdend met de obstakels en ongelijkheden om zulke mogelijkheden in de praktijk te benutten.”

Nog een opmerkelijk verschil: werknemers die lid zijn van een vakbond worden medisch beter opgevolgd. “Niet-gesyndiceerden geven 2,6 keer meer aan dat ze medische zorg hebben misgelopen omdat ze geen vrijaf kunnen nemen”, zegt Hermans. “Dat wijst er mogelijk op dat gesyndiceerde werknemers individueel beter geïnformeerd zijn over hun rechten en mogelijkheden, of dat ze individueel sterker in hun schoenen staan om die te benutten. Hier kan ook een indirect effect spelen van een sterker gesyndicaliseerde werkcontext, waar de kans groter is dat er bijkomende werkafspraken of cao’s zijn over afwezigheden voor medische redenen.”

“Functies waarin werknemers minder flexibiliteit en inspraak krijgen over hun eigen werk en arbeidstijd zijn doorgaans ook functies met een lager niveau van arbeidskwaliteit op andere arbeidsdimensies, zoals verloning en ongezonde arbeidsomstandigheden”, aldus Hermans. “Dat veroorzaakt een dubbele gezondheidsongelijkheid: werknemers meer blootgesteld aan ongezonde arbeidsomstandigheden hebben ook meer moeilijkheden om medische zorg op te nemen. Vergelijken we binnen de groep van werknemers die aangeeft dat ze medische zorg mislopen, dan zien we dat als reden geen vrijaf kunnen nemen doorgaans vaker voorkomt bij diegenen blootgesteld aan specifieke gezondheidsrisico’s. Zo hebben bijvoorbeeld werknemers blootgesteld aan chemische producten of aan risico’s op spier- en skeletaandoeningen – tillen van patiënten of zware lasten, trillingen van machines, enzovoort,... – één derde tot 2,6 keer meer kans om de nodige medische zorg mis te lopen, specifiek omdat ze geen vrijaf kunnen nemen.”

Die dubbele ongelijkheid ondergraaft volgens de onderzoeker preventief gezondheidsbeleid en verhoogt de kans op zwaardere gezondheidsproblemen en (langdurige) uitval. Zo is ongeveer één derde van de langdurig zieke werknemers uitgevallen door spier- en skeletaandoeningen – de meest voorkomende werkgerelateerde gezondheidsklacht met een budgettaire kost van €5 miljard. “Dat werknemers die meer risico lopen op dat soort aandoeningen juist moeilijker de nodige medische zorg kunnen benutten, schaadt een adequate en preventieve aanpak van langdurige ziekte.”

Hermans M. (2025). Geen tijd voor de dokter: obstakels voor medische zorg bij Belgische werknemers. BRISPO Policy Brief N° 2025/01. Brussels Institute for Social and Population Studies. https://doi.org/10.5281/zenodo.14738044