Biomedisch wetenschapper Mieke Van Mulders zet zich sinds 2017 in voor het RE-Place project, een gezamenlijke onderzoekssamenwerking tussen de VUB en Sciensano, samen met haar collega Maude Everaert. RE-Place biedt een open access database waarin alle beschikbare expertise in België over het gebruik van alternatieve methoden voor dierproeven wordt verzameld. Mieke is ook actief lid van de Vlaamse en Brusselse Proefdierencommissie.
“Wanneer proefdiervrije alternatieven niet mogelijk blijken te zijn, dan worden dierproeven ingezet. Dit kan voor verschillende doeleinden zijn, zowel op academisch niveau voor research en development, als voor de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins. Vergeet echter niet dat er ook wettelijk verplichte testen zijn in bepaalde sectoren. Als er bijvoorbeeld nieuwe chemicaliën of pesticiden op de markt komen, dan moeten die producten veilig zijn voor de consument en de leefomgeving. Bij het inzetten van dierproeven wordt er altijd eerst gekeken of het 3V-Principe: ‘Vervanging, Vermindering, en Verfijning’ ten volle kan toegepast worden. Zijn er alternatieven beschikbaar? Kan het aantal proefdieren verminderd worden zonder daarbij aan relevante, statistische impact in te boeten? En hoe kunnen we het dierenwelzijn zoveel mogelijk verbeteren? Er wordt zeker niet licht over dierproeven gegaan. Er zijn veel regels en strikte procedures van toepassing, en bovendien wordt alles nauw opgevolgd door de overheid. Aan de VUB is er een Animal Welfare Body en een Ethische Commissie Dierproeven die onze wetenschappers daarin opvolgen en bijstaan.”
Over welke dieren hebben we het?
“Voor onderzoek aan academische instellingen zoals de VUB worden voornamelijk knaagdieren gebruikt zoals muizen en ratten. In de industrie worden bepaalde geneesmiddelen ook op andere diersoorten getest zoals op honden. Bij cardiovasculair onderzoek daarentegen wordt dan weer gebruikgemaakt van varkens aangezien de anatomie voor de bloedvaten goed gelijkt op deze van de mens. En als we dan kijken naar onderzoek in het domein van ecotoxiciteit worden veelal zebravissen ingezet.”
“In Europa en aan de VUB gebeurt er veel onderzoek naar het verminderen en vervangen van dierproeven”
Ondertussen staat de wetenschap niet stil. Recent ontving VUB-prof toxicoloog Mathieu Vinken een prijs voor de inzet van AI om dierproeven te verminderen.
“We hopen natuurlijk allemaal dat die ontwikkeling tot een afname van het aantal proefdieren zal leiden. Zo heeft Prof. Vinken van de onderzoeksgroep IVTD (In Vitro Toxicology en Dermato-Cosmetologie) recent een nieuw project kunnen opstarten, VICT3R, waarbij dieren van controlegroepen vervangen worden door virtuele controlegroepen. Dit gebeurt op basis van AI waarbij gebruikgemaakt wordt van historisch verkregen data en er dus geen nieuwe dierproeven nodig zijn.
Aan de VUB worden ook dierproeven gedaan voor de ontwikkeling van geneesmiddelen of om te kunnen ontrafelen hoe een bepaalde ziekte tot stand komt of verloopt. Bij oncologie, bij immuunziektes, diabetes of neurologische ziektes als Parkinson of Alzheimer kan je vandaag niet zomaar AI of een in-vitrotest schaal inzetten (In-vitro: Onderzoeken van cellen die buiten het menselijk lichaam worden uitgevoerd. Nvdr.) Dit zijn heel complexe processen die je niet eenvoudig 1-op-1 kunt vervangen, je hebt een combinatie van verschillende soorten methodes en technieken nodig. Op dat vlak gebeurt er in Europa en aan de VUB veel onderzoek om te zien wat er nodig is om dierproeven te verminderen of te vervangen. Voor eenvoudigere zaken zoals lokale toxiciteit, bv oog- of huidirritatie, kan je wel 1-op-1-vervangingstechnieken toepassen. In de plaats van een dier gebruik je bijvoorbeeld artificiële huid of ogen afkomstig van slachtafval. Andere alternatieve methodes die veel gebruikt worden zijn stamcel- en weefselculturen die we laten uitgroeien tot 2D en/of 3D modellen. Zo werkt onze onderzoeksgroep IVTD aan de ontwikkeling en validatie van humaan-relevante in vitro modellen voor de lever. Wij onderzoeken de moleculaire mechanismen van leverschade die wordt veroorzaakt door geneesmiddelen, chemicaliën of ziekten en we werken aan de ontwikkeling van therapieën voor deze toxiciteiten en aandoeningen.”
Kunnen we ooit zonder dierproeven?
“Op dit moment kunnen we helaas niet zonder. Het probleem is dat, als we de proeven vandaag zouden stopzetten, we de volksgezondheid niet langer kunnen garanderen en we geen nieuwe geneesmiddelen of vaccins meer op de markt kunnen brengen. Zo werd de veiligheid van het coronavaccin ook getest op dieren vooraleer het op de markt werd gebracht. Vergeet niet dat er ook veel onderzoek gedaan wordt voor de diergeneeskunde. Als we een geneesmiddel willen tegen de vogelgriep, dan is het beste model daarvoor een vogel zelf. Als je hond diabetes heeft, wil je ook dat er medicatie voorhanden is. Ook voor de bescherming van het milieu worden dierproeven gebruikt. Denk maar aan de chemicaliën en pesticiden die in onze leefomgeving terechtkomen. Maar er is wel een actieve vraag vanuit onze samenleving om dierproeven te stoppen, en hier wordt heel hard aan gewerkt, ook door de VUB.”