Zowat iedereen is het erover eens dat er meer jongeren moeten afstuderen in de zogenaamde STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Om jongeren te motiveren en te helpen, organiseert de Vrije Universiteit Brussel (VUB) op verschillende plaatsen in het land STEM-verkenningsdagen in het laatste jaar van het secundair. STEM-richtingen zijn belangrijk en op termijn bovendien onontbeerlijk voor onze kenniseconomie. Toch kiezen leerlingen met de juiste skills en mindset er te weinig voor. Op 8 mei vond de STEM-verkenningsdag in Mechelen plaats, waarbij prof. Francis Berghmans (decaan faculteit ingenieurswetenschappen) uitleg gaf over de meerwaarde van een STEM-richting in het hoger onderwijs en het professionele leven.
De technologische en digitale revolutie maakt dat de maatschappij in sneltempo verandert. Als we niet ingrijpen, zullen er tegen 2030 in België maar liefst 500.000 arbeidsplaatsen niet ingevuld geraken en zullen we miljarden aan welvaart niet gerealiseerd zien, omdat er een gebrek is aan geschikte profielen, berekende Agoria. Er is weliswaar sedert het referentiejaar 2010-2011 een stijgende tendens, zeker voor wat betreft de studiekeuze van leerlingen in hde tweede graad van het secundair. Maar dat is vooral het gevolg van de demografische evolutie, die zich ook de volgende jaren nog zal verderzetten.
Uit het STEM-actieplan, dat meer leerlingen naar de wetenschappelijke en technologische richtingen moet leiden, blijkt dat tegenover de nulmeting van 2010-11 er in het eerste leerjaar van de tweede graad secundair een stijging is in de keuze voor STEM. Er kozen in het laatst gemeten jaar 36,65% (2020-2021) voor een STEM-richting tegenover 33,50% (2010-2011). We zien anderzijds dat die stijging zich niet fel doorzette tegenover 2019-2020 (36,07%). In het eerste leerjaar van de derde graad blijft het aandeel eveneens quasi gelijk: 44,54% (2020-2021) versus 44,66% (2019-2020). Het percentage STEM-meisjes staat in het eerste leerjaar van de tweede graad op 28,74% in 2020- 2021, tegenover 27,41% in 2019-2020). In het eerste leerjaar van de derde graad zijn er 31,93% STEM-meisjes (32,06% in 2019-2020). T.o.v. de nulmeting geeft dat bij het meisjes-aandeel in de derde graad een stijging met 4,5 procentpunt (2010-2011: 27,46%), maar er zijn grote verschillen tussen de onderwijsvormen van het secundair onderwijs. In het aso zijn er voldoende meisjes die in STEM-studierichtingen instromen. In het bso en tso gaapt er nog een grote kloof tegenover de doelstelling van 33,33% meisjes, een streefcijfer dat voorop werd gesteld door het STEM-Platform.
Dat geldt evenzeer voor de doorstroming richting hoger onderwijs. Er blijven dus nog een aantal bijzondere aandachtspunten zoals het wegwerken van de extreme genderonevenwichten in bepaalde studiegebieden en -richtingen, het aandeel meisjes in de professionele bachelor en de situatie in bepaalde tso- en bso-richtingen.
Om jongeren alsnog naar een STEM-richting te oriënteren organiseren steeds meer STEM-opleidingen een Ijkingstoets. Voor sommige opleidingen is die ook verplicht en kan je niet starten met de opleiding als je de ijkingstoets niet hebt afgelegd. “Tijdens de STEM-verkenningsdagen gaan we daarom gedurende 1 uur aan de slag met testvragen wiskunde en wetenschappen voor de verschillende Ijkingstoetsen”, zegt Nadine Engels, vicerector onderwijs aan de VUB. “Hiervoor maken we gebruik van het online platform usolv-it. Proffen uit de Ingenieurswetenschappen, de Exacte Wetenschappen en de Geneeskunde geven voor de oefensessie een korte presentatie over de meerwaarde van een STEM-opleiding en de mogelijkheden in het professionele leven. Zo worden leerlingen gemotiveerd om voor een STEM-opleiding te kiezen en kunnen ze zich beter voorbereiden op de echte Ijkingstoets.”
“We zien helaas al te vaak dat leerlingen met de juiste skills en mindset toch niet voor een STEM-opleiding kiezen en dat is jammer”, zegt Jan Danckaert, rector van de Vrije Universiteit Brussel. “We willen die leerlingen dat extra beetje motivatie en stimulans geven om wel te gaan voor een STEM-richting in het hoger onderwijs.”