Trade Mission VUB is een handelsmissie die jaarlijks wordt georganiseerd door studenten en het begeleidend academisch team van de VUB. Tijdens een drie weken durende missie naar Ivoorkust voerde een groep masterstudenten opdrachten uit voor Belgische bedrijven.

Charline Van Tornhout studeert voor handelsingenieur aan de Solvay Business School van de VUB. “Marktonderzoek is een belangrijk onderdeel om het land, de trends en de evoluties in kaart te brengen. Ik onderzocht in Ivoorkust de markt van de voedingsindustrie voor mens en dier in opdracht van Brenntag. Dat is een Duitse multinational met vestiging in België, die de distributie doet van chemische producten en ingrediënten.”

Economisch centrum in Ivoorkust

Ivoorkust is 11 keer zo groot als België en heeft ruim 29 miljoen inwoners.

Waarom viel de keuze op Ivoorkust?

Fanny Soyeur, lid van het coördinerend academisch team: “We zoeken elk jaar andere bestemmingen in samenwerking met Flanders Investment & Trade (FIT). We starten met een longlist van landen, de studenten maken een analyse naar de economische en politieke situatie. We vertrekken meestal in maart of april. Dan moet er bijvoorbeeld ook gekeken worden of er in die periode geen grote feestdagen zijn met bedrijfssluitingen. Zo komen we tot een shortlist, die we met FIT bespreken. Ter plekke is er altijd een FIT-vertegenwoordiger aanwezig.”

"We hebben ook elk jaar studenten die door het bedrijf waarvoor ze research doen, worden aangenomen.”

Maarten Hermans is projectleider voor de missie naar Ivoorkust: “De keuze viel op Ivoorkust omdat de sociaal-politieke situatie er momenteel stabiel is. Ivoorkust kent een grote economische groei waardoor het voor Belgische bedrijven een opportuniteit is om zich daar te vestigen en samen te werken met Ivoriaanse partners.”

Er worden door verschillende instanties handelsmissies georganiseerd. Was het toeval dat de koningin ook in Ivoorkust was?

Fanny: “Haar bezoek bracht natuurlijk een andere opportuniteit met zich mee. We zijn zo met de Belgisch-Luxemburgse Kamer van Koophandel in Ivoorkust (BeLuci) in contact gekomen. Met hen hebben we een extra networking event kunnen organiseren in de eerste week. En de tweede week hebben we een tweede networking gehad in de residentie van de ambassadeur.”

VUB-handelsmissie in Ivoorkust

Groepsfoto voor Katoennatie. Fanny in blauw-wit gestreept hemd in het midden, Charline in bruin gestreept hemd en Maarten meest rechtsachter met bril.

Ik neem aan dat veel afspraken vooraf gemaakt worden?

Charline: “Ik had via LinkedIn verschillende mensen opgezocht die ik wilde ontmoeten en van FIT kreeg ik heel wat contactadressen. Maar de respons was vrij laag: ik had maar één afspraak kunnen vastleggen. Ik kwam dus met een bang hartje aan in Ivoorkust. Maar wanneer je hier mensen ontmoet dan gaan er veel deuren voor je open.”

Maarten: “We hebben vooraf contact opgenomen met verschillende instanties in Ivoorkust die veel kennis bezitten over de economische sectoren. Voor studenten is het interessant om met hen in gesprek te gaan. In de eerste week gingen we op bezoek bij Katoennatie, waar we uitleg kregen over hoe het is om zich hier te vestigen. We bezochten ook een laboratorium waar ze cacaobonen analyseren voordat ze verscheept worden. Ivoorkust is de grootste producent ter wereld van cacao. De tweede week hadden we een meeting bij de plaatselijke delegatie van de Europese Unie over Europese financieringsprojecten. Verder hadden we een afspraak met de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, met de Belgische ontwikkelingsorganisatie Enabel en investeringsmaatschappij Bio Invest. De bedoeling is dat studenten op die meetings zoveel mogelijk informatie vergaren voor hun eindrapportering aan het academisch team en het bedrijf waarvoor ze onderzoek doen. En hoe meer bronnen bepaalde aspecten bevestigen, hoe hoger de wetenschappelijke onderbouwing van hun thesis.”

Charline, wat heeft het voor jou opgeleverd?

“Mijn opdracht was behoorlijk salesgericht en die beviel me zodanig dat ik na mijn studie die richting uit zou willen gaan. Het was dus een zeer goede oefening. Ook mijn Frans heb ik goed kunnen bijschaven.”

Zijn er ook blijvende, duurzame banden gesmeed?

Fanny: “Er zijn verschillende bedrijven die al vaker meegingen op handelsmissie. We hebben ook elk jaar studenten die door het bedrijf waarvoor ze research doen, worden aangenomen.”

Wat waren voor jullie de hoogtepunten?

Charline: “Voor mij was dat het event bij Beluci. Iedereen was elkaar daar aan het motiveren om de missie tot een goed einde te brengen. Later die week hielden we elk een pitch over ons project voor een groot publiek, een leuk moment.”

Maarten: “Bij Beluci omdat we in contact kwamen met veel mensen die hier wonen en zakendoen. Ik kreeg zelfs een speldje met de vlaggen van Ivoorkust en België uitgereikt, voor mij een belangrijk symbolisch moment. Achteraf was ik ook blij met de dag waarop we zonder internet vielen. We kwamen letterlijk meer samen, het gaf een nieuwe dynamiek aan de missie.”

Fanny: “Het event bij de ambassadrice waar de 17 studenten hun elevator pitch hielden, dat is voor het academisch team een wow-moment. Je ziet de studenten uit hun comfortzone komen en voor een grote groep met een micro in 30 seconden uitleggen wat ze komen doen en wie ze vertegenwoordigen.”

Hoe worden de studenten gefinancierd?

Charline: “De deelnemende bedrijven betalen 4.250 euro voor een student, het covert de organisatie en de reis- en verblijfkosten.”

 

"In Ivoorkust zijn de mensen heel open en vriendelijk"

In welke mate verschilt de communicatie en het zakendoen tussen België en Ivoorkust?

Charline: “In Ivoorkust zijn de mensen heel open en vriendelijk, ze vertellen veel, ook over hun concurrenten. Ik ben vaak langs geweest bij grote bedrijven zonder afspraak en je wordt zonder uitzondering overal binnengelaten. Terwijl ze daar evengoed drukke planningen hebben. Dat zou in België onmogelijk zijn.”

Fanny: “Een netwerk hebben is hier nog belangrijker dan in België.”

Maarten: “Wat ik hier terugvind en mis in de Belgische cultuur, is de warmte en kameraadschap tussen de mensen. We leven in België in een zeer geïndividualiseerde samenleving, dat besef je pas als je hier bent.”

De missie zit erop, en nu?

Charline: “Ik heb nu een maand de tijd om een ontwerpversie van mijn thesis te maken. Dat betekent rapporteren wie we ontmoet hebben en het grote plaatje in kaart brengen over de evoluties hier. Daarna moet ik een finale presentatie geven aan het bedrijf dat ik vertegenwoordigde en aan het academisch team.”

Fanny: “Bij de handelsingenieurs maken de bedrijven ook deel uit van de eindjury. 50% van de punten gaan over het proces dat de studenten doorliepen, de andere 50% over hun rapportage.”

De handelsmissies zijn er ook voor andere masters

Fanny Soyeur, lid van het coördinerend academisch team: “In 1991 was er een eerste handelsmissie van Inisol, een vereniging van masterstudenten handelsingenieur. Tegenwoordig is de handelsmissie een academisch vak aan de VUB, voor handelsingenieurs staat het op 18 punten. Het vak staat ook open voor andere masters van International Business, TEW, Communicatie- en Politieke Wetenschappen, Photonica, Bio-ingenieur, Rechten, Sportmanagement en Manama International and European Law. Voor hen is Trade Mission een praktijkvak dat op 6 studiepunten staat. Het idee is dat we met een op voorhand geselecteerde groep studenten drie weken naar (meestal) een ontwikkelingsland gaan. De studenten vertegenwoordigen er elk een bedrijf waarvoor ze een opdracht uitvoeren, meestal een marktonderzoek dat polst naar een eventueel potentieel voor dat bedrijf.