
De tuchtcommissie van de VUB heeft zich vorige week uitgesproken over een incident waarbij twee studenten Vlaams Parlementslid Koen Daniëls (N-VA) op en buiten de campus achtervolgden, belaagden en intimideerden.
Rector Jan Danckaert zet graag enkele feiten op een rij.
- Ondanks interne en externe druk is de ganse tuchtprocedure correct verlopen. Ik wil allen die hiertoe hebben bijgedragen danken. De bezorgdheid voor een correcte verloop van de procedure is ook de reden waarom ik mij tot nu toe van alle commentaar heb onthouden.
- Alle zogenaamde procedurefouten die door de verwerende studenten werden aangevoerd zijn door de tuchtcommissie verworpen, behalve één die betrekking heeft op een verzoenings-procedure die liep naar aanleiding van eerder gepleegde feiten van vandalisme door één van de studenten. We zullen de verzoeningsprocedure dan ook onder de loep nemen en bijsturen. Ik betreur overigens dat deze verzoeningsprocedure niet tot het gewenste resultaat heeft geleid.
- De tuchtcommissie maakte expliciet duidelijk dat deze zaak niet ging over het recht op vrije meningsuiting of het uiten van politieke overtuigingen, maar over de manier waarop dit gebeurde. In de beslissing staat letterlijk:
“Anders dan de studenten voorhouden, gaat het in deze tuchtprocedure niet over het feit dat zij hun recht van vergadering en van vrije meningsuiting hebben uitgeoefend. Het gaat noch over het feit dat zij van mening zijn dat de heer Koen Daniëls, omwille van zijn lidmaatschap van een politieke partij, een aan genocide medeplichtige oorlogscrimineel (‘war criminal complicit in genocide in Gaza’) zou zijn, noch over het feit dat zij die mening op 27 juni 2024 in groep hebben geuit.”
- Anders dan sommigen in de pers en op sociale media beweren, kregen de studenten wel degelijk een sanctie opgelegd, namelijk een vermaning. Dit houdt in dat het gedrag van de studenten in strijd was met onze waarden en normen. De ten laste gelegde feiten (belaging) worden wel degelijk bewezen geacht. De commissie stelt:
- Ondanks het feit dat de heer Koen Daniëls besloten had de campus van de VUB te verlaten – hetgeen duidelijk de bedoeling was van de studenten – hij op de campus blijvend achtervolgd werd door een aantal studenten, waaronder XX en YY. (namen geanonimiseerd, nvdr)
- Tijdens deze achtervolging voortdurend, o.a. via een megafoon bediend door XX, slogans in de hierboven vermelde zin werden geroepen.
- Zelfs wanneer de heer Koen Daniëls de campus had verlaten, hij door een aantal studenten, waaronder xxx en yyy, nog steeds achtervolgd werd op het openbare domein, en dit tot aan het NMBS-station van Etterbeek en de oversteekplaats aldaar.
- Daarbij werden meermaals willekeurige omstaanders – die geen weet hadden van wat er zich op de campus had afgespeeld, noch van de achtergrond van één en ander – aangesproken met de mededeling dat de heer Koen Daniëls een oorlogsmisdadiger is, dat hij medeplichtig is aan de genocide in Gaza, dat hij moet gezocht worden enz.
De commissie concludeerde dat het veiligheidsgevoel van Daniëls in het gedrang werd gebracht, wat onder meer blijkt uit:
- De verklaring die de heer Koen Daniëls d.d. 9 juli 2024 aflegde bij de Lokale Politie (…).
- De verklaring die de heer ZZ aflegde bij de Gedelegeerde van de Vicerector (…).
- Het verslag dat de dag zelf, op 27 juni 2024 om 14.28 u. werd opgemaakt door de Dienst Bewaking, waaruit blijkt dat een vijftal leden van die Dienst ‘permanent in de nabijheid gebleven (zijn) voor tussenkomst bij eventuele incidenten of escalatie, en ter bewaring van het veiligheidsgevoel dat voor sommigen aangetast werd door de persoonlijke aard van sommige uitlatingen.’
- De transcriptie die van het beeldmateriaal werd gemaakt, waarbij op het einde een toevallige omstaander aan het NMBS-station van Etterbeek de heer Daniëls aansprak met de woorden ‘This is totally wrong’ (vertaling: ‘Dit is totaal verkeerd’).
Op basis hiervan oordeelde de tuchtcommissie unaniem:
- De vermeende feiten van ongepast gedrag op 27 juni 2024 zijn bewezen en maken een tuchtfeit uit in de zin van artikel 3, § 1, b) van het Tuchtreglement, met name het stellen van daden die afbreuk doen aan de waardigheid van de persoon.
- De Tuchtcommissie legt aan XX en YY de tuchtsanctie van de vermaning op, zoals bepaald in artikel 11, § 3, a van het Tuchtreglement.
Ik wil tot slot benadrukken dat de Vrije Universiteit Brussel staat voor de vorming van kritische vrije geesten en voor een open debatcultuur, maar altijd binnen een context van wederzijds respect. Op onze campussen is er geen ruimte voor intimidatie, persoonlijke belaging of respectloze omgang met mensen die een andere mening hebben. Iedereen – ongeacht politieke overtuiging of achtergrond – moet veilig en zonder intimidatie kunnen deelnemen aan het academische leven. Dat was zo, dat is zo en dat zal zo blijven.
Jan Danckaert,
Rector