Willem Wallyn putte uit het eigen verleden bij het schrijven van het scenario voor de tv-reeks rond de Bende van Nijvel. Hij studeerde strafrecht aan de VUB, werd advocaat in Brussel en bereidde als kabinetsmedewerker de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende voor.
Een van de hoofdpersonages (Vicky) is een regelrechte afspiegeling van de scenarist. Ook Vicky studeert strafrecht aan de VUB, heeft een kot op de campus en is dj bij FM Brussel. “Het enige verschil tussen ons is dat ik nooit met een rijkswachter in bed gelegen heb”, zegt Willem Wallyn. “We hebben trouwens op exact hetzelfde kot gefilmd.” De campus van de VUB komt in elk van de acht afleveringen prominent in beeld, locaties als het rectoraat en de BSG-zaal vormden daadwerkelijk het decor voor verschillende scenes. Wallyn heeft volgens eigen zeggen bijzonder goede herinneringen aan zijn tijd aan de VUB en ziet veel van de mensen met wie hij daar toen op kot zat nog altijd.
Willem Wallyn heeft zijn studiejaren op de VUB doorgebracht. “Op zich is er niet veel veranderd op de campus. Er zijn wat gebouwen bijgekomen en gebouwen die toen modern oogden zijn dat nu niet meer. Vergankelijkheid vind ik mooi om te zien, ik kijk er met een zachte en melancholische blik naar.”
FM Brussel
1985 trekt telkens meer dan een miljoen kijkers en ontlokt veel reacties. “Tot mijn verbazing is de reeks zeer populair bij een heel breed publiek. Ik krijg bijvoorbeeld telefoons van rijkswachters waarmee ik indertijd in de rechten zat, die mij willen wijzen op hetzij mijn groot ongelijk of groot gelijk. Ik zie nog veel alumni, zoals Luckas Vander Taelen, of mensen waarmee ik toen radio maakte op FM Brussel, die natuurlijk zeggen dat ze het goed vinden.”
FM Brussel is de voorloper van wat nu BRUZZ Radio is. “Die vrije radiozender was een zegen voor mijn generatie. We hadden toen het gevoel dat je alles kon doen wat je wilde. En we deden dat ook. FM Brussel had een groot publiek, het was vernieuwend, we staken daar veel tijd en energie in. Het gevoel dat we maatschappelijk relevant waren, hebben wij ons hele verdere leven meegedragen. Of het nu in de kunst, in de politiek of in management was. Voor de mensen die daar vroeger samenkwamen, lag de wereld aan hun voeten. Op een heel praktische manier. De wereld luisterde naar ons. Dat zorgde voor een boeiend uitgaans- en cultureel leven en vooral boeiende vriendschappen.”
“Het was de periode juist na punk en het ging verder dan muziek en wat plaatjes draaien, we begonnen dingen te organiseren, trokken het land door. In een of andere vorm is die formule gekopieerd door Studio Brussel. Op mij heeft het een blijvende invloed nagelaten die ervoor zorgde dat ik mij nooit gebonden voelde aan mijn diploma. Het was voor mij een stap in het leven. Veruit de meeste mensen die ik ken uit die periode hebben van alles uitgeprobeerd in het leven.”
“Tegelijk was het begin van de jaren tachtig ook een vreemde, duistere periode met veel polarisatie, soms donker en dreigend. Dat gecombineerd met de no future-gedachte uit de punk, kom je nogal dicht bij wat de dadaïsten deden: je amuseren zelfs in die duisternis. Er hoorde ook een perfecte soundtrack bij met cold wave en the new romantics waardoor je een beetje een fin-de-siècle gevoel kreeg. Toch waren we ook geschokt door zaken als de nucleaire dreiging, door de Bende van Nijvel. Maar ik ben in die periode nooit bang geweest, ik volgde het en zag het allemaal gebeuren maar we stonden er in onze jeugdige pretentie met het gevoel van onsterfelijkheid boven.”
Molotovcocktails
“De relatie tussen studenten en Rijkswacht was nogal zwart-wit. Er werd ook veel betoogd tegen de verhoging van het inschrijvingsgels naar 10.000 frank. Of het nu een bestaande regel was of niet maar ik was er bijvoorbeeld van overtuigd dat de campus een soort neutrale zone was waar de Rijkswacht niet mocht komen. Dus gingen we provoceren, ik heb nog molotovcocktails naar de kazerne aan de overkant van de campus gesmeten. Dat zwart-witdenken over de Rijkswacht als fascisten hoorde bij die tijd. Ik had een karikaturaal beeld van die mannen in uniform, terwijl er natuurlijk ook gewoon goede gasten bij waren. Ik heb op het atheneum van Koekelberg gezeten en daar waren klasgenoten die naar de rijkswacht gingen. Het waren vaak jongens die een job nodig hadden in een periode waarin dat niet zo vanzelfsprekend was.”
“Een onderdeel van mijn studie rechten was criminologie en daar kwam ik ook rijkswachters tegen, ik heb daar goede vrienden aan overgehouden. Daar is mijn beeld ten opzichte van hen veranderd. Later, toen ik begon als advocaat deed ik stage op het kantoor dat de vakbond van de rijkswacht vertegenwoordigde. Daar verdedigde ik rijkswachters met gokschulden, die gestolen hadden of gedeserteerd waren.”
Het onderwerp
“Ik kende de processen rond de Bende als advocaat en heb er op verschillende niveaus op het dossier gewerkt. Als scenarioschrijver probeer ik altijd zoveel mogelijk dingen te beschrijven die ik ken en waarbij ik een dramatisch standpunt kan innemen. Mijn absolute levensfilosofie over de mens is dat er geen slechte mensen bestaan. Als je met die filosofie een onderwerp als de Bende van Nijvel neemt, dan is dat een hele uitdaging. Voor alle duidelijkheid: ik werd door een productiehuis gevraagd om de reeks te schrijven. Dit soort projecten kan je nooit in je eentje opstarten. Het is twee tot drie jaar werk en je weet nooit of het financieel haalbaar is. Anderzijds werd ik ook gevraagd omdat ik tweetalig ben en voor filmprojecten ‘bankable’ ben in Frankrijk (Canal Plus financierde het project).”
“Langs de ene kant zijn er de feiten: de misdaden zelf. Daar ben ik niet aangekomen, die zijn wat ze zijn. Maar ik ben geen documentairemaker, de dialogen, sommige personages zijn fictief. Ik moest natuurlijk wel wat op mijn tellen passen, omdat er mensen bij betrokken zijn, hetzij als slachtoffer, hetzij als dader of onderzoeker.”
De oorzaak
“Het was een perfect storm. Er heerste in die tijd een politiek klimaat vol scherpe tegenstellingen: het IJzeren Gordijn, de kernwapenwedloop was op zijn hevigst. Links en rechts waren twee machtsblokken die in zowat elk West-Europees land in grootte aan elkaar gewaagd waren. Er waren steeds socialistische of communistische meerderheden mogelijk. Dat maakte met name de Amerikanen nerveus en die waren daarom bezig met kleinere tot grotere acties. Ik kan dat laatste niet concreet maken maar bij ons zag je dat ze probeerden de strategie van de spanning te voeren. Dat was een CIA-model waarbij je de bevolking bang maakt, zodat er als gevolg daarvan naar meer gezag en blauw op straat gevraagd wordt. In Italië zijn ze daar heel ver ingegaan met de infiltraties in de Rode Brigades en aanslagen van onder meer in Bologna.”
De koten
De opnames zijn gemaakt in hetzelfde kot als waar scenarist Willem Wallyn woonde in zijn studententijd. (c) Eyeworks en Thomas Nolf
“Daarnaast waren er allerlei obscure extreemrechtse groeperingen in België: VMO, Front de la Jeunesse, maar ook echt waanzinnige gasten die in en rond de ordediensten satellieten hadden. Dan had je nog figuren zoals baron de Bonvoisin, die extreemrechtse groeperingen financierde die met de politiek flirtten. In Brussel was in die tijd politiek en kleine misdaad vaak met elkaar verweven. Ik heb zelf nog als advocaat mensen bijeen gezien waarvan ik dacht, hoe is het mogelijk dat die personen in een en dezelfde kamer zitten. Nu zou dat ondenkbaar zijn. In die sfeer zijn er maar een paar individuen nodig die met het nodige verstand, in combinatie met persoonlijke motieven – bijvoorbeeld omdat ze uit de rijkswacht werden gegooid zoals Bouhouche en Beyer– een logistieke operatie kunnen opzetten die tal van zaken kunnen dienen. Soms gewone criminaliteit, soms afrekeningen of regelrechte terreur. Ze waren in elk geval goed getraind en georganiseerd.”
“Het waren slechts een handvol personen die de terreur zaaiden. Bovendien opereerden ze in steeds wisselende formaties waardoor ze uiteindelijk ongrijpbaar bleken. Het doel wisselde ook, want als je elk doel op zich bekijkt, kom je telkens op een ander motief uit. De enige personen die wisten waar ze mee bezig waren, waren de lui die het wagenpark beheerden, de gestolen wapens verdeelden. Dat hadden ze geleerd van de stay behind netwerken, die na de oorlog door de Amerikanen in veel Europese landen waren opgezet en in actie moesten komen bij een mogelijke Russische inval. Die netwerken werkten volgens dezelfde principes die de Bende van Nijvel hanteerden. Individuele aansprakelijkheid is daarom zo moeilijk te bewijzen. Er zijn er wel die gepakt werden en feiten bekenden, maar waarbij het nooit tot een proces kwam. Ofwel omdat ze dood waren, ofwel omdat ze vrijgesproken werden.”
“Ex-rijkswachter Bouhouche werd vrijgesproken voor de moord op wapenhandelaar Mendez. Ik heb dat proces gevolgd: zijn vrijspraak door een volksjury was werkelijk onvatbaar. Iedereen wist dat hij schuldig was, maar de wapendeskundige heeft van in het begin heel het Bendeproces verknoeid. In dit geval ging het over het wapen waarmee Mendez werd vermoord en dat gevonden werd in de spaghettisaus bij Bouhouche thuis. Op het proces vertelt die deskundige plots dat het niet het bewuste wapen kon zijn en de twijfel bij de jury was gezaaid. Het eigenaardige was dat hij wel werd veroordeeld voor de diefstal van het wapen waarmee Mendez vermoord werd. Begrijpe wie begrijpen kan.”
De oplossing
“Wie naar een oplossing zoekt, en daar kom je in de criminologie telkens op uit, moet kijken naar wie er beter van werd. Na de Bende van Nijvel is de Rijkswacht overgestapt van Renault naar Volkswagen Golf en Porsche, is hun bewapening vervijfvoudigd en mochten ze 30.000 nieuwe mensen aanwerven, die ze overigens niet gevonden hebben. Ik denk niet dat het ooit opgelost wordt. Het enige dat ik kan hopen is dat de zaak heel snel verjaart, zodat er alsnog mensen zouden gaan praten. Tijdens het maken van de reeks werd ik door zowat iedereen gecontacteerd die erbij betrokken was, rechtstreeks of via hun advocaten. Alleen Robert Beijer (die onlangs in Thailand gearresteerd werd en nu weer in België verhoord wordt) heeft me niet gecontacteerd. Sommigen vroegen om niet vermeld te worden, omdat ze nog altijd een gevangenisstraf zouden riskeren. Ik ben ook vaak in discussie moeten gaan met oud-rijkswachters die vinden dat ik hen in een kwaad daglicht stel. Wat niet waar is: veel van mijn helden zijn ex-rijkswachters, zoals Majoor Vernaillen op wie een mislukte aanslag plaatsvond. Zij zijn de helden van dit hele verhaal.”