Een kwart van de VUB-studenten is internationaal, een op de twee groeit op in een meertalige thuissituatie. ‘Meertaligheid is de norm geworden in het dagelijkse leven van onze studenten’, bevestigt prof. dr. Wim Vandenbussche. Hij stond mee aan de basis van het ‘Charter rond meertaligheid’ dat deze week door rector Jan Danckaert (VUB) en algemeen directeur Dennis Cluydts (Erasmushogeschool Brussel) wordt ondertekend.

Een Charter rond meertaligheid en talige diversiteit – zo heet het officieel -, waarom is dat nodig?

Wim Vandenbussche: “Omdat onze studenten steeds meertaliger worden. Het is een realiteit die niet alleen op onze campussen speelt, maar óók daarbuiten. Brussel is één van de meest meertalige plekken ter wereld, er worden meer dan 100 verschillende talen gesproken. Als je dus in onze hoofdstad komt studeren, is die meertaligheid iets waar je onmogelijk van kunt wegkijken. Met dit charter willen we ons engagement bevestigen om initiatieven rond talenbeleid en -diversiteit meer dan ooit te ondersteunen. Die taalrijkdom erkennen is trouwens ook belangrijk voor onze studenten om zich ‘aanvaard’ te voelen. Of je nu Arabisch, Turks, Lingala of een lingua franca als het Engels of Franks spreekt: je hoort erbij, elke taal is evenveel waard. “

Hoe ondersteunen jullie die meertaligheid concreet?

“Er zijn heel veel initiatieven. Zo laten we onze studenten meertalige bronnen raadplegen, we stimuleren hen om wetenschappelijke inzichten in meerdere talen te verspreiden, om meertalig te argumenteren, ... Maar we integreren de meertalige realiteit van elke dag ook in onze opleidingen. Een mooi voorbeeld daarvan is WeKonekt, waarbij we onderwijsactiviteiten op locatie in de stad organiseren. Daarnaast krijgen onze studenten geneeskunde bijvoorbeeld lessen ‘medisch Frans’, en onze studenten economie ‘business English’. Tegelijk doen we heel veel onderzoek naar die meertaligheid, dat ook inspeelt op de noden van de stad. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de Taalbarometer, die het taalgebruik in Brussel en de Rand in kaart brengt en waar we elke vier jaar mee onze schouders onder zetten."

Portretfoto Wim Vandenbussche

Welke initiatieven hebben hun succes al bewezen?

“Wat bijvoorbeeld goed werkt is het ALEF-programma, onze taallessen Arabisch die de VUB organiseert voor jonge kinderen in Brussel en die net nog de eerste prijs wegkaapten van het Europese Talenlabel. De VUB vindt het een deel van haar maatschappelijke rol in het Brusselse om die taallessen aan te bieden, en dat buiten de traditionele religieuze sfeer. Lessen in het Standaardarabisch versterken de taalbasis van jonge kinderen die (deels) in de taal opgroeien. En we weten dat een sterke basis in de moedertaal helpt bij de verwerving van andere talen zoals het Nederlands en Frans. Het mooie is dat bij de jaarlijkse uitreiking van de diploma’s we ook in contact komen met de ouders. De meest ontroerende reacties die we er krijgen, zijn: ‘Dit is de eerste keer in al onze jaren in Brussel, dat onze taal niet gezien wordt als iets problematisch, maar wél als iets met een meerwaarde.’ Een ander voorbeeld is de tweetalige lerarenopleiding van onze associatiepartner Eramushogeschool Brussel die uniek is in Vlaanderen en die de leraar écht voorbereidt op een meertalige klasomgeving. Zelf organiseren we overigens ook heel succesvolle en taalgrensoverschrijdende onderwijsdagen, voor leerkrachten en directies die immersieonderwijs aanbieden.”

Wat blijft moeilijk?

“Vechten tegen het discours dat meertaligheid een probleem is. En dat ‘leerachterstand te wijten zou zijn aan die meertaligheid’. Dat klopt dus niet, maar het is een hardnekkig vooroordeel waar we nog altijd tegen opboksen. En ook: de zelden uitgesproken maar heel reële frictie tussen wat sommigen ‘goede’ of ‘slechte’ meertaligheid noemen. Waarbij het eerste bijvoorbeeld Engels-Frans of Nederlands-Duits impliceert – talen die gelinkt worden aan een eerder rooskleurige sociaaleconomische situatie -, en het tweede bijvoorbeeld Farsi-Armeens of Arabisch-Tamazight, die dan als minderwaardig voorgesteld worden. Mensen ervan overtuigen dat meertaligheid in álle gevallen een meerwaarde is, blijft lastig. Net als de inspanningen die hiervoor nodig zijn, op politiek vlak betaald te krijgen. In Brussel hebben we geluk met een ministerie voor de promotie van meertaligheid, maar op andere beleidsniveaus is er toch nog wat koudwatervrees, merken we.”

‘Als je een student hoort zeggen: ‘Ik voel me door mijn universiteit aanvaard als mens omwille van de meertalige persoon die ik ben’, dan denk ik dat we iets goeds gedaan hebben.’

 

Beïnvloedt die meertaligheid de manier waarop jullie onderwijs aanbieden?

“Zonder enige twijfel. Elke student die bij ons start, legt een niet-verplichte maar sterk-aangemoedigde taaltest Nederlands af. Voor studenten die een bepaalde drempel nog niet halen, voorzien we een intens begeleidingsprogramma. Toen ik 30 jaar geleden hier afstudeerde, bestond dat nog niet. Nu is dat voor ons een evidentie. En dat engagement gaat verder dan de muren van onze universiteit. Begin maart gaat hier een Eutopia* Languages Week door, waarin internationale meertaligheid centraal staat.”

Hoe vertaalt die meertaligheid zich op de campus?

“Het mooie is dat je ze niet alleen hoort, maar ook ziet. Een mooi voorbeeldje ervan is onze taalmuur, waar je het basisstatement van de universiteit, de quote van Henri Poincaré: ‘Het denken onderwerpt zich niet’ in tientallen verschillende talen kan lezen. Om dat op een openbare plaats heel zichtbaar te etaleren, is ook een vorm van erkenning voor onze studenten. Ook in de activiteiten die we organiseren, brengen we die meertaligheid binnen. Zo organiseren we op de campus in 2025, voor het eerst in 60 jaar, het Wereldcongres van de Neerlandistiek. Thema? Het Nederlands in een meertalige context."

Tot slot, wat met het spanningsveld tussen Nederlands als officiële onderwijstaal (een kleine taal) en de meertaligheid van Brussel en het internationale studentenpubliek aan de VUB in het bijzonder? Waarom wordt er niet gewoon in het Engels gedoceerd aan de VUB, de Europese lingua franca?

“Het Nederlands is de wettelijk vastgelegde onderwijstaal in de Vlaamse Gemeenschap; als Nederlandstalige instelling met een sterke taalpolitieke geschiedenis in Brussel houden we ons daar uiteraard aan. Het Nederlands als onderwijstaal aan de VUB staat dus op geen enkele manier ter discussie. Wél weten we dat het internationale onderwijslandschap steeds internationaler wordt. Als je je als universiteit enkel en alleen opsluit in die ene taal en geen ruimte creëert voor andere talen, dan blijf je stilstaan en speel je niet meer mee. Je moet dus slim zijn en maximaal gebruik maken van de meertalige mogelijkheden binnen het huidige decretale kader. Ik denk bijvoorbeeld aan onze meertalige Bachelor en Master in Taal- en Letterkunde, die naast de Nederlandstalige bestaan en enorm veel extra buitenlandse studenten naar hier haalt. Het ene sluit het andere niet uit. Meer nog: het spanningsveld dat vaak naar voren wordt geschoven, bestaat voor ons niet. Het is én én.”

Samantha Perez uit Venezuela koos voor een Multilingual Master

Samantha Perez (27, uit Venezuela) studeerde vorig jaar aan VUB af als Multilingual Master in Linguistics and Literary Studies en werkt er momenteel aan haar doctoraat.

"De optie om mijn studies in het Engels en Spaans te kunnen doen – wat maar op enkele universiteiten kan - heeft me naar Brussel gebracht. Op de VUB had ik vanaf dag één het gevoel dat mijn talen- en culturele achtergrond gewaardeerd werden en ze me niet belemmerden om te communiceren of in discussie te gaan. Dat was zo niet alleen in de aula, maar ook erbuiten, op de campus. Ook het feit dat je die ervaring deelt met zoveel andere nationaliteiten uit alle hoeken van de wereld, heb ik altijd als een verrijking gezien.

Op dit moment studeer ik Nederlands aan het CVO (Centrum voor Volwassenenonderwijs), dat op de VUB-campus ligt. Ik maak vooruitgang, maar het écht spreken, bezorgt me nog stress. (lacht) Gelukkig zijn er mogelijkheden zat om te oefenen. Tijdens de lessen is er altijd de mogelijkheid om je taalervaringen te delen, en in de cafetaria zijn er bijvoorbeeld ‘taaltafels’ waar je, tijdens je lunch, een taal naar keuze kan oefenen met medestudenten. Weet je, ik ben in Brussel ver weg van huis, en toch voel ik me door die multiculturaliteit en meertaligheid aan de VUB hier toch een beetje thuis."

Samantha Perez

Bio Wim Vandenbussche

Wim Vandenbussche is opdrachthouder ‘meertaligheid en partnerschappen’ aan de VUB, en daarnaast ook gewoon hoogleraar Nederlandse Taalkunde en voorzitter van het Academisch Centrum voor Taalonderwijs (ACTO). Hij zetelt in de Brusselse Raad voor Meertaligheid en is ook voorzitter van de Internationale Vereniging voor de Neerlandistiek.