Op 9 december, op de vooravond van de Dag van de Mensenrechten, woonde Dr. Izzeldin Abuelaish aan de VUB de avant-première van I Shall Not Hate bij. De Palestijns arts vertelt in deze film hoe hij een persoonlijke tragedie transformeert in een positieve levensmissie: de zoektocht naar verzoening en de strijd voor vrede en rechtvaardigheid voor het Palestijnse volk.
Izzeldin Abuelaish groeide op in het vluchtelingenkamp Jabalia in Gaza, maar studeerde zich een weg uit de bittere armoede. Hij schopte het tot gynaecoloog met een specialisatie in fertiliteitsproblemen en werd de eerste Palestijnse arts met een stafpositie in een Israëlisch ziekenhuis.
Dr. Abuelaish bracht honderden kinderen ter wereld, Israëlische en Palestijnse. Maar zelf moest hij drie van zijn eigen kinderen begraven. Op 16 januari 2009 verwoestte een Israëlische tankgranaat zijn privéwoning, terwijl hij op straat aan het telefoneren was met een Israëlische televisiezender. Overmand door wanhoop en verdriet schreeuwde de arts het nieuws live op antenne uit: zijn dochters Aya, Mayar en Bessan en een dochter van zijn broer waren op slag dood. Heel even was hij het geloof in de mensheid kwijt, zei hij daar achteraf over. Daarna werd zijn vastberadenheid alleen maar groter. Izzeldin Abuelasih gelooft rotsvast in de kracht van dialoog en samenwerking als de weg naar duurzame vrede. Een gesprek met een bewonderenswaardige man.
Dit is niet uw eerste bezoek aan de VUB?
Izzeldin Abuelaish: “In 2002 was ik fellow aan het UZ Brussel, voor een specialisatie in foetale geneeskunde. Later waren er hartelijke contacten met de voormalige rector Caroline Pauwels, God bless her soul. Ze was een goede vriendin en een prachtige mens. En een jaar of zes geleden heb ik op uitnodiging van Dieter Vandebroeck een lezing gegeven voor zijn studenten.” (zie kaderstuk)
Die waren diep ontroerd, vertelt professor Vandebroeck. Het moet voor jou emotioneel toch heel zwaar zijn, om telkens de wonde van die persoonlijke tragedie open te halen?
“Natuurlijk. Het zijn the living and the loving die met de pijn achterblijven. Maar we moeten dit verhaal vertellen als we de wereld willen veranderen. Het gaat trouwens niet om mijn persoonlijk verhaal, maar om een universeel menselijk verhaal, van hoop, moed, rechtvaardigheid en vooral van actie. De wereld is vol geweld, haat, oorlog, racisme, angst, tweedracht,... Het is tijd om daar een einde aan te maken.”
Je dochters inspireren je. Voor jou zijn ze niet dood, maar ergens ver weg.
“Mijn diepste hoop was dat ze het laatste offer zouden zijn op de weg naar vrede tussen de Palestijnen en de Israëli’s. Ik vertel hen elke dag dat ik het niet opgegeven heb, dat ik deze tragedie probeer te transformeren tot positieve actie, voor hen en voor anderen. Het is een levensmissie geworden. En ik ben vastberaden. Als ik het niet doe, wie dan wel? De wereld is van iedereen, dus het zou iedereens missie moeten zijn om er iets aan te doen. We moeten allemaal samen in actie schieten.”
Veel mensen die je verhaal horen, vragen zich af hoe zij zelf zouden reageren. Vaak met wrok en haat, wellicht.
“Eerst en vooral: ik wil dat niemand moet meemaken wat wij meegemaakt hebben. Ten tweede: ik geloof dat niets onmogelijk is, behalve dan mijn dochters fysiek bij mij terugbrengen. Niemands leven is een vlakke lijn. We komen allemaal tegenslagen tegen. Het komt erop aan om die als kansen te zien. Onderschat het potentieel van mensen niet om de haat te overstijgen.”
Haat is een thema waarin je je verdiept hebt.
“Haat is een besmettelijke ziekte en zeer destructief voor wie erdoor besmet is. Het verteert je als een vuur, je raakt niet meer vooruit. Haat ontstaat wanneer mensen blootgesteld worden aan geweld en wreedheid door andere mensen. Die triggers moeten we dus wegnemen. Door te streven naar waardigheid, gelijkheid, vrijheid, gerechtigheid.”
Je maakt graag de analogie met borelingen.
“Ik heb veel baby’s ter wereld gebracht. Ze worden allemaal gelijk geboren. Die situatie zouden we buiten de ziekenhuismuren moeten kunnen verderzetten. In werkelijkheid begint daar de discriminatie op basis van nationaliteit, etniciteit, kleur, geloof,… Geneeskunde is de grote gelijkmaker. In het UZ Brussel worden mensen toch ook behandeld volgens hun aandoening, en niet op basis van hun ras of achtergrond?”
"Vrouwen geven en voeden het leven, ze zorgen voor ons allemaal"
Je gelooft ook sterk in de kracht van onderwijs.
“Daarom heb ik de Daughters For Life Foundation opgezet, ook als herinnering aan Bessan, Mayar en Aya. Die stichting geeft studiebeurzen aan meisjes en jonge vrouwen die in Palestina, Israël, Libanon, Jordanië en Syrië studeren of verder studeren in Noord-Amerika en Europa. Hun academisch talent is vaak gefnuikt door socio-economische tegenspoed, maar ze hebben de ambitie om het leven van andere meisjes en vrouwen in de regio te verbeteren. De gesprekken met Caroline Pauwels over een samenwerking met de VUB werden doorkruist door haar overlijden. We pikken die nu weer op met rector Jan Danckaert.”
Volgens jou is duurzame vrede in het Midden-Oosten onmogelijk zonder empowerment van de vrouwen.
“Ik ben in mijn leven schatplichtig aan mijn moeder, mijn vrouw, mijn dochters. Vrouwen geven en voeden het leven, ze zorgen voor ons allemaal. Noem me eens vijf vrouwen die in deze wereld een ramp veroorzaakt hebben? Ik zou graag zien dat zij mee aan tafel gaan zitten waar de beslissingen genomen worden. Wie voert oorlog? Mannen. Maar vooral vrouwen en kinderen betalen de prijs voor beslissingen waar ze niets mee te maken hebben. Kijk naar de genocide in Gaza: van de meer dan 45000 doden zijn 20 procent vrouwen en 50 procent kinderen.”
Nu klinkt u boos.
“Boos en verontwaardigd zijn over de situatie, dat mag. Het zorgt voor positieve energie en motiveert om actie te ondernemen. Ik ben boos, maar ik haat niet. Haat kan niet met haat uitgewist worden.”
Wat moet er gebeuren in Gaza?
“De internationale gemeenschap moet tussenbeide komen, het geweld stopzetten, de bezetting, kolonisatie en onderdrukking beëindigen en zorgen voor vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid en waardigheid. Het moet duidelijk zijn: wij als Palestijnen willen niemand wegduwen of uitwissen. We willen alleen vrij en onafhankelijk zijn, zij aan zij met Israël en gelijk aan Israël, zoals voorzien door internationale wetgeving en de verklaring van de rechten van de mens. Dat is in het belang van iedereen, want de impact van de oorlogen in Gaza, Oekraïne en elders laat zich over heel de wereld voelen. Ook in Brussel. We moeten echt handelen, want we staan aan de rand van de afgrond.”
"Verandering komt vaak van jonge mensen. Ze zijn onze hoop en toekomst”
Wat kan een universiteit doen om vrede voor de Palestijnen dichterbij te brengen?
“Ze kan ervoor zorgen dat academische vorming breder gaat dan wiskunde en wetenschappen en dat studenten sociale, humanistische en goed geïnformeerde mensen worden, die zich ook buiten de universiteitsmuren engageren.”
Hoe kijk jij naar het debat over de samenwerking met Israëlische universiteiten?
“Ik moedig samenwerking aan, maar niet met instellingen die zichzelf op één lijn plaatsen met deze regering en de wreedheden in Gaza ondersteunen. Die universiteiten zouden net druk moeten zetten op de regering, om het bloedvergieten stop te zetten. Want dat leidt alleen maar tot meer geweld, moorden, extremisme en haat. Ik roep niet op om samenwerkingen stop te zetten, maar om ze te bevriezen, tot deze oorlog en de bezetting eindigen. Daarna kunnen we naar hartenlust samenwerken met Israël en met de hele wereld.”
Heeft u nog contacten in Israël? Wat zeggen zij hierover?
“Sinds 7 oktober zitten de meeste mensen in een bubbel. Ook veel academici zijn naar rechts opgeschoven. Ze steunen de regering, die overwegend zeer rechts en fanatiek is. Ze zien de andere kant niet meer. Als ik aan Israëli’s vraag of ze weten wat er in Gaza gebeurt, dan zeggen ze van niet. Ik denk dat ze het niet willen weten.”
Wat vind je van de studentenprotestacties?
“Het is goed dat studenten om zich heen kijken, dat ze niet aanvaarden wat er gebeurt en dat ze opkomen voor vrede en een rechtvaardige toekomst. Verandering komt vaak van jonge mensen. Ze zijn onze hoop en toekomst.”
Stil zijn is geen optie?
“We mogen niet stil zijn. Stilte in onrechtvaardige tijden is ook een vorm van onrechtvaardigheid"
Diepe indruk op de studenten
De filmvertoning van maandag 9 december werd georganiseerd door de Faculteit Sociale Wetenschappen en het VUB Palestine Solidarity Network. De Q&A na de film werd gemodereerd door professor Dieter Vandebroeck (departement Sociologie). Die leerde dr. Izzeldin Abuelaish zes jaar geleden kennen.
“Ik had hem uitgenodigd voor een lezing in de context van een cursus over geweld, in de bacheloropleiding social sciences. Die heeft bij veel studenten een diepe indruk nagelaten. Het meest memorabele moment van hun opleiding, heb ik achteraf meerdere keren gehoord. We hebben daarna nog lang met elkaar gepraat. Wat hem het meest stoorde, was de dehumanisering van een hele gemeenschap. De Palestijnen worden ontmenselijkt. Niemand kan daar beter een gezicht op plakken dan hijzelf. Tegelijk weet je dat het geen uniek verhaal is, dat deze tragedie zich in die regio tienduizenden keer heeft afgespeeld.”
“Er is ook in onze gemeenschap veel woede en frustratie over dit conflict"
Professor Vandebroeck vindt Izzeldin Abuelaish een lichtend voorbeeld voor iedereen in de VUB-gemeenschap die zich engageert voor de Palestijnse zaak.
“Er is ook in onze gemeenschap veel woede en frustratie over dit conflict. Die ontaarden soms in vandalisme en vernielingen. Ik snap de emoties daarachter. Maar als je iemand als Izzeldin, na al die traumatische gebeurtenissen in zijn leven, strijdvaardig maar beheerst hoort pleiten tegen haat en voor vrede en verzoening, kan je als verre buitenstaander niet anders dan proberen om je eigen woede te kanaliseren op een meer constructieve manier.”