In samenwerking met de vzw Helden van het verzet richtte de VUB de leerstoel ‘Sporen van het verzet’ op. Onder leiding van professor hedendaagse geschiedenis Nel De Mûelenaere en Dany Neudt van de vzw, zal de leerstoel gedurende vier jaar onderzoek coördineren naar het Belgische verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en die kennis delen met het brede publiek. Op de campus in Etterbeek werd op 8 mei een verzetslaan ter gelegenheid van de herdenking van Belgische verzetsstrijders geopend. Langs het pad hangen portretten van mensen uit het verzet.
Waarom de leerstoel?
Nel De Mûelenaere: “De laatste jaren is er in België en vooral Vlaanderen een zekere inhaalbeweging bezig rond verzetsgeschiedenis. In de buurlanden heeft die nooit moeten plaatsvinden, daar was altijd aandacht voor het verzet tegen het nazisme, mede door een uitgesproken nationale herinneringspolitiek rond verzetsfiguren. In Frankrijk kent iedereen Jean Moulin, in Nederland Hannie Schaft. Wij hebben in België ook opmerkelijke verzetsstrijders gehad, maar hier maakten ze nauwelijks deel uit van de publieke herinnering. De laatste jaren hebben historici zoals Koen Aerts en Nico Wouters meer aandacht voor de geschiedenis van het verzet kunnen genereren. Onder andere met de VRT-serie ‘Kinderen van het Verzet’, het boek ‘Was opa een Held’ en nu ook de historische ‘Hier en Toen’-aflevering over het ontsnappingsnetwerk Comète. Mede als gevolg daarvan ontstonden de herinneringsinitiatieven De 8 Mei-coalitie en de vzw Helden van het Verzet. Die laatste post iedere dag een foto van een verzetslid op sociale media. Door die aandacht wordt eindelijk het stilzwijgen en een aantal negatieve mythes rond het verzet doorbroken.”
“Meer dan 140 proffen en studenten van de ULB kwamen om als politiek gevangenen”
“De VUB heeft een historische affiniteit met het verleden van het verzet. Een heel aantal professoren en studenten van de ULB (de VUB is voortgekomen uit de ULB, in 1970, red.) gingen in het verzet en betaalden daar een hoge tol voor: meer dan 140 kwam om als politieke gevangenen. De ULB besliste ook als enige universiteit in België om op 25 november 1941 de deuren te sluiten tijdens de oorlog.”
Wat moeten we ons concreet bij de leerstoel voorstellen?
“Die bestaat uit twee luiken: we zetten onderzoeksprojecten op, doen financieringsaanvragen en organiseren wetenschappelijke lezingen. Het tweede luik wordt gecoördineerd door Dany Neudt en is eerder publiek-historisch; het zal het brede publiek betrekken bij het onderzoek. We zetten nu bijvoorbeeld een erfgoed- en onderzoeksproject op rond de afscheidsbrieven van geëxecuteerde verzetsmensen. Die werden voor een deel verzameld door het Cegesoma (Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij) en we vermoeden dat er nog een aantal liggen bij mensen thuis, want die brieven werden naar de nabestaanden verstuurd. We gaan oproepen lanceren om nieuwe te vinden. In een tweede fase willen we de handgeschreven brieven digitaliseren, transcriberen en vertalen. Op basis daarvan kan er verder onderzoek gevoerd worden over de terechtstellingsprocedures als onderdeel van de Duitse repressie en tekstanalyse uitgevoerd worden op de brieven.”
Hoe kunnen studenten participeren?
“Als docent geschiedenis zal ik in de komende jaren bachelor papers en masterproeven over verzetsgeschiedenis begeleiden. Op die manier hoop ik een aantal studenten warm te maken om verder onderzoek te verrichten, bijvoorbeeld naar specifieke netwerken of verzetsactiviteiten in een gemeente.”
“Het is niet de bedoeling om nieuwe mythes te creëren. We zijn niet geïnteresseerd in hagiografieën schrijven over het Belgische verzet.”
Heb je de indruk dat de huidige generatie studenten veel afweet van de geschiedenis van het verzet?
“Er is een grote interesse voor omdat die geschiedenis inspireert, maar ook omdat ze meerledig is. Er zijn namelijk veel tegenstrijdigheden in de historie. Er is de overwegend negatieve mythevorming over het verzet die voornamelijk vanuit het Vlaams collaboratiemilieu werd gecreëerd. Toen België in september 1944 voor het grootste deel bevrijd was, zaten veel verzetslieden nog in kampen. Bovendien was het verzet een heel pluralistische beweging die na de oorlog niet de eensgezindheid had om de overwinning om te zetten in politiek en sociaal kapitaal. Zo kon het gebeuren dat verzetslieden als opportunisten werden afgeschilderd, als enerzijds de zogenaamde ‘Septemberweerstanders’ - mensen die zich pas aansloten bij het verzet toen de winstkansen voor de nazi’s keerden – en anderzijds als criminelen die niet omkeken naar burgerslachtoffers. Die negatieve beeldvorming klopt niet. Er waren ook heel conservatieve verzetsleden, mensen uit de adel, koningsgezinden, kunstenaars, liberalen, socialisten, katholieken en geestelijken bij betrokken. En die namen deel aan een hele brede waaier aan verzetsactiviteiten om een amalgaam aan redenen – van antifascisme tot royalisme, maar ook om humanitaire of materiële redenen. Ondanks de grote verschillen werkten een aantal onder hen bijzonder goed samen tijdens de oorlog. Toen de gemeenschappelijke vijand wegviel, kwamen de onderlinge tegenstellingen naar boven en vielen ze uiteen in ideologische kampen waardoor ze geen sterk antwoord konden bieden op die negatieve beeldvorming.”
“Maar het is niet de bedoeling om met de leerstoel nieuwe mythes te creëren. We zijn niet geïnteresseerd in hagiografieën schrijven over het Belgische verzet. Eerlijk gezegd vind ik de menselijkheid die ze tonen, hun tegenstrijdigheden en interne worstelingen net zo fascinerend.”
Zijn er nog verhalen die naar boven moeten komen?
“Er is nog veel werk te verrichten. Het verzet werd vaak bestudeerd vanuit organisaties, maar het is zeker de moeite om te kijken naar bepaalde personen en de netwerken waarin ze bewogen, naar de complexe redenen waarom bepaalde mensen in verzet gaan. Er kan ook nog veel onderzoek gedaan worden naar het symbolische, passieve verzet en de impact daarvan. Maar ook naar hoe je de efficiëntie en effectiviteit kunt meten van gewapende verzetsdaden vanuit een militair oogpunt. We willen ook met andere universiteiten, over de taalgrens heen, de krachten bundelen om vernieuwend onderzoek te lanceren. Want de geschiedenis van het verzet is een Belgische geschiedenis. Ik kijk trouwens bijzonder uit naar de lancering van het Wikibase project van Cegesoma later dit jaar, dat het opzoeken van individuele verzetsleden een stuk gemakkelijker zal maken. Het Cegesoma heeft ook onlangs een Netwerk Verzetsonderzoek opgericht, dat de kennis van het fundamenteel historisch onderzoek aan de Belgische wetenschappelijke instellingen en universiteiten bundelt.”
“Verzetsmensen toonden vaak een diepe solidariteit met compleet onbekenden. Dat kunnen we alleen maar bewonderen.”
Waar komt jouw persoonlijke fascinatie voor deze geschiedenis vandaan?
“Ik groeide op in het West-Vlaamse Ardooie en met de beelden van de oorlogskerkhoven uit WO I. Als kind rekende ik bij de graven de leeftijden van de gesneuvelden uit en zocht ik samen met mijn vader de verhalen achter die namen op. Mijn overgrootvader vocht aan de IJzer en toen zijn jongste kind geboren werd, brak WO II uit. De wereldoorlogen hebben het leven van onze overgrootouders en grootouders compleet gevormd en gekleurd. Ik hoop een klein steentje bij te dragen aan het historisch begrip hiervan.”
Ik neem aan dat je film Wil gezien hebt. Geeft die in jouw ogen een genuanceerd beeld van het verzet en collaboratie?
“Ik denk dat de film goed de angst en de complexiteit van die periode weergeeft. Er wordt getoond dat mensen compleet tegenstrijdige beslissingen kunnen nemen, dat we moeten denken in grijstinten. Maar we mogen het verzet ook niet plat nuanceren: we kunnen nu nog altijd geïnspireerd worden door die verzetsmensen en door de keuzes die ze gemaakt hebben om tegenover een bijzonder repressieve buitenlandse bezetter in opstand te komen, met gevaar voor eigen leven. Ze toonden vaak een diepe solidariteit met compleet onbekenden. En dat kunnen we alleen maar bewonderen.”
De wereld heeft je nodig
Dit initiatief maakt deel uit van het publieksprogramma van de VUB: een programma voor iedereen die vindt dat het anders kan in de wereld en gelooft dat wetenschappelijke inzichten, kritisch denken en dialoog een belangrijke eerste stap zijn om je stempel te drukken op jouw omgeving en de wereld.
Als Urban Engaged University wil de Vrije Universiteit Brussel een drijvende kracht van verandering in de wereld te zijn. Met ons academisch onderwijs en ons innovatief onderzoek dragen we bij aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en drukken we mee onze stempel op de toekomst.
Creëer mee(r) impact Ontvang uitnodigingen voor VUB's publieksactiviteiten