D’Hooghe’s studie belicht dat een  ongezonde omgeving bijdraagt aan een verhoogd risico op overgewicht en obesitas, en dat mensen in kwetsbare situaties vaker blootgesteld zijn aan een ‘ongezonde’ omgeving.. Bijkomend verhogen overgewicht en obesitas ook de kans op andere chronische ziekten, zoals diabetes, verschillende vormen van kanker, hartziekten en depressie.  De omgevingsfactoren die hiertoe kunnen bijdragen zijn amper onderzocht in peri-urbane gebieden. Veel onderzoek gebeurt in stedelijke context, en deze context (en dus ook de mogelijke oplossingen) zijn niet zomaar vertaalbaar naar peri-urban of landelijke gebieden.. 

Het onderzoek, uitgevoerd in de Vlaamse gemeentes Duffel en Herselt, omvatte wandelinterviews, fotovoice-projecten waarbij deelnemers foto’s namen van relevante plekken in hun omgeving, en participatieve workshops met bewoners én beleidsmakers. De bevindingen tonen aan dat sociaaleconomische kwetsbaarheid vaak leidt tot negatievere omgevingspercepties die ongezond gedrag in de hand werken en dat alle omgevingsfactoren in verband staan met elkaar.  

Een opmerkelijk inzicht uit het onderzoek is dat sociaaleconomische factoren verder reiken dan financiële beperkingen alleen. Voor veel deelnemers betekende bijvoorbeeld recreatief wandelen niet alleen het vinden van een veilige route, maar ook toegang hebben tot comfortabele wandelschoenen, publieke sanitaire voorzieningen en voldoende sociale steun.  

D’Hooghe’s onderzoek wijst op het belang van structurele aanpassingen, zoals het creëren van sociale voorzieningen en duurzame mobiliteitsopties die aansluiten bij de behoeften van kwetsbare groepen. In de peri-urbane context zijn er specifieke uitdagingen. Enerzijds zijn er voordelen, zoals de aanwezigheid van veel groen, maar anderzijds ontbreekt vaak de infrastructuur om deze toegankelijk te maken voor iedereen, zeker voor mensen met gezondheidsproblemen. De transportarmoede is hier een groot knelpunt: beperkte vervoersmogelijkheden, weinig aansluitende uren en slecht aangelegde routes bemoeilijken de toegang tot voorzieningen. Bovendien is er een gebrek aan sociale voorzieningen die niet alleen de informatie-overdracht naar burgers zouden kunnen verbeteren, maar ook sociale netwerken zouden kunnen ondersteunen. Dit alles wordt versterkt door beperkte middelen en een gebrek aan politieke wil, omdat kwetsbare groepen in peri-urbane gebieden vaak als minderheid worden gezien en daardoor minder prioriteit krijgen in beleid. 

Tijdens participatieve workshops werden concrete ideeën voorgesteld, waaronder buurtgerichte wandelprogramma’s, sociale restauranten en kruideniers waar gezonde voeding toegankelijk is voor lage inkomens, en verbeterde toegankelijke informatievoorziening over lokale voorzieningen. Dergelijke initiatieven zouden de brug kunnen slaan tussen de unieke noden van deze kwetsbare groepen en het bestaande aanbod, maar vereisen een aanpak die zowel de omgeving als de contextuele uitdagingen erkent en integreert. 

De studie benadrukt de noodzaak om gezondheid integraal onderdeel te maken van alle beleidsdomeinen – een visie die aansluit bij het "Health in All Policies"-principe van de Europese Unie.