De Vrije Universiteit Brussel (VUB) werkte de afgelopen beleidsperiode hard aan duurzaamheid, gelijkheid en welzijn. Ze presenteerde haar inspanningen, resultaten en voornemens in het rapport ‘Verslag aan de samenleving’. Ter gelegenheid daarvan spraken we met algemeen beheerder Nic Van Craen. “De subsidies die we ontvangen voor renovatie zijn niet voldoende om onze duurzaamheidsdoelen tegen 2030 en 2050 te behalen.”

Nic Van Craen is in zijn job belast met de algemene administratieve, logistieke en financiële leiding van de universiteit. Dit ter ondersteuning van het onderwijs, het onderzoek en het dienstbetoon. In een snel veranderende wereld staat de VUB voor heel wat operationele uitdagingen.

2022 en 2023 waren mooie, maar ook woelige jaren voor de VUB. Wat waren de belangrijkste verwezenlijkingen?  

Nic Van Craen: “Van al onze realisaties springen drie dingen er voor mij echt uit. Allereerst zijn we de nadruk blijven leggen op de renovatie van onze infrastructuur. Dat is broodnodig, zowel op klimaatvlak als om de groei van onze universiteit bij te benen. Ten tweede, zijn we erin geslaagd om ons primaire energieverbruik te verlagen, vooral op het vlak van aardgas. Die verbetering is grotendeels toe te schrijven aan onze renovatie-inspanningen.”

“Een derde belangrijke realisatie is onze sterkere data-driven aanpak. Vroeger was ons energieverbruik een soort black box: we wisten bijvoorbeeld niet waar de grootverbruikers zaten. Nu we de knelpunten kennen, kunnen we gerichte maatregelen nemen. Dat vraagt wel aanzienlijke investeringen in onze IT-infrastructuur, die daardoor ook een grote energieverbruiker wordt. Het nieuwe datacentrum in het Green Energy Park te Zellik is daarom heel vooruitstrevend op duurzaamheidsvlak.” 

Welke stappen zet de VUB om duurzaamheid, gelijkheid en welzijn in haar werking te integreren? 

Nic Van Craen: “We hebben enkele jaren gewerkt met actieplannen en academische coördinatoren om met duurzaamheid, gelijkheid en welzijn aan de slag te gaan. Dat is enerzijds positief, maar tegelijk krijgen sommigen daardoor het gevoel dat anderen dit wel zullen aanpakken. Terwijl het toch om transversale thema’s gaat, die iedereen aanbelangen. Duurzaamheid, gelijkheid en welzijn worden nog te vaak als bijkomende aspecten beschouwd, en niet als onderdeel van onze basiswerking. Daar moeten we nog stappen in zetten.” 

“We kiezen voor inbreiding in plaats van uitbreiding, met een focus op efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte”

“Toch is er veel goesting om zaken aan te pakken, mede dankzij de goede voorbeelden die er al zijn. Zo neemt de aankoopdienst tegenwoordig ook duurzaamheidsaspecten mee in haar dossiers. Op het vlak van partnerschappen zijn de vicerectoren, de decanen en de leden van het Directiecomité cruciale sleutels om het transversale karakter van duurzaamheid, gelijkheid en welzijn te kunnen verzekeren.” 

Studenten genieten van de zon op het gras

Op welke manier draagt de VUB bij aan de klimaattransitie? Kan de universiteit haar ambitieniveau nog verhogen? 

Nic Van Craen: “Als universiteit moeten we een voorbeeldrol opnemen. Door het financiële plaatje is dat niet evident. Maar zeker binnen Scope 3 (de indirecte emissies, bijvoorbeeld door het transport van aangekochte goederen, red.), zie ik nog heel wat reductiepotentieel. Denk bijvoorbeeld aan de aankoop van duurzamer labo- of IT-materiaal.” 

“Sommige dossiers, zoals ons duurzame reisbeleid, zijn lastiger te realiseren. In een internationale academische context moet er natuurlijk gereisd worden, ook met het vliegtuig. Bovendien kan een internationale ervaring mensen verrijken en begripvoller maken. Toch moeten onze ambities op dit vlak nog een stuk omhoog, zeker waar er haalbare alternatieven zijn.” 

“Tot slot denk ik dat de integratie van het circulaire gedachtengoed ook een belangrijke stap is. Zo heeft circulariteit zeker meegespeeld in de beslissing om de Willy Van Der Meeren-studentenkoten niet af te breken, maar ze een nieuwe invulling te geven. Dat was duurder, maar ook duurzamer.” 

Verslag aan de samenleving

In 2023 ontving de VUB de Best Impact Sustainability Report Award voor haar eerste ‘Verslag aan de samenleving’. Hoe heeft dit de duurzaamheidsaanpak van de universiteit bevorderd? 

Nic Van Craen: “Ons eerste verslag was vooral erg geslaagd, omdat we er veel mensen mee bereikt hebben, zowel binnen als buiten de universiteit. De award heeft die zichtbaarheid nog vergroot: een rapport dat publiekelijk gewaardeerd en gevalideerd wordt, krijgt toch meer erkenning. We merken dat het draagvlak voor duurzaamheid gegroeid is in alle lagen van onze organisatie. Zelfs de verschillende bestuursorganen nemen informatie uit het verslag mee in hun gesprekken.” 

“Nu de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van kracht is geworden, moeten we welvermijden dat we rapporten gaan maken ‘omdat het moet’. Vanuit onze pioniersrol willen we echt tonen waaraan we werken en welke evoluties we doormaken. Ik hoop dat het Europese kader door zoveel mogelijk instellingen aanvaard zal worden als hét referentiekader, en dat andere rapporteringsverplichtingen hiermee in lijn komen te liggen. Zo kunnen we efficiënt rapporteren, zonder bijkomende planlast.” 

Studenten aan gebouw I

“Een verdere renovatie van onze infrastructuur is broodnodig om onze groei op te vangen en klimaatvriendelijker te worden. Voor nieuwe gebouwen is circulariteit een topprioriteit”

 

 

Hoe ziet de duurzame VUB-campus van de toekomst er volgens u uit? 

Nic Van Craen: “Het groenblauwe karakter van onze campussen is een enorme troef, zeker in een grootstedelijke omgeving als Brussel. Het maakt onze universiteit aantrekkelijk voor studenten en personeel, en zorgt ervoor dat we robuust genoeg zijn om met de klimaatverandering om te gaan. Bovendien draagt een groene omgeving bij aan het welzijn van iedereen die hier komt.”

“Voor nieuwe gebouwen is circulariteit een topprioriteit. Van bij het ontwerp zetten we in op transformeerbare ruimtes, die doorheen de tijd meerdere functies kunnen hebben. We integreren ook de juiste meetsystemen in onze infrastructuur, zodat we een data-driven duurzaamheidsbeleid kunnen voeren. Ook telewerken en blended learning kunnen een positieve rol spelen, al is het nog zoeken naar een evenwicht. Voor mij blijft de fysieke campus ook in de toekomst essentieel.”

Welke uitdagingen en opportuniteiten ziet u de komende periode voor de VUB?

Nic Van Craen: “Allereerst willen we de verwachte groei zoveel mogelijk opvangen binnen de bestaande infrastructuur. We kiezen voor inbreiding in plaats van uitbreiding, met een focus op efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte. Als we blijven groeien is ook een nieuwe campus op termijn niet uitgesloten. Een samenwerking met de stad Brussel, die heel wat gebouwen een nieuwe bestemming wil geven, kan daarbij een mooie middenweg vormen.”

“Daarnaast blijft ook het toekomstbestendig maken van verouderde infrastructuur een complex vraagstuk. De subsidies die we ontvangen voor renovatie zijn niet voldoende om onze duurzaamheidsdoelen tegen 2030 en 2050 te behalen. Het wordt dus een uitdaging om ons investeringsritme aan te houden zonder onze financiële capaciteit in het gedrang te brengen.”

“Tot slot denk ik dat we onze pioniersrol op het vlak van onderzoek en onderwijs moeten blijven claimen. Het is onze pioniersmentaliteit die er telkens weer voor zorgt dat we grensverleggend onderzoek realiseren, bijvoorbeeld op duurzaamheidsvlak. Dat is een grote troef, die we niet mogen verliezen.”