"Donderdag 30 mei stelde de VUB haar 28 nieuwe Fellows voor tijdens een plechtige ceremonie. Onderzoeksjournalist en columnist Hind Fraihi - ze werkt onder andere voor nieuwssite Apache en de krant De Tijd - nam als een van de nieuwe Fellows de keynote voor haar rekening. Hieronder lees je de integrale tekst.

"Tien dagen. We hebben nog welgeteld tien dagen te gaan tot de eerstkomende verkiezingen. Een meer dan volle week om even stil te staan bij het lawaai van de huidige maatschappelijke tegenpolen, de antipodes van deze tijd. Antipodes zijn groepen en hun tegengroepen, en tegengroepen van tegengroepen. Tegen moslims, tegen migranten, tegen ongelovigen. Tegen woke. Tegen Zwarte Piet. Tegen autovrije zones. Tegen academici, tegen politici, tegen klimaathysterici.

Tegengroepen staan aan de randen van de samenleving en vormen extreme posities, wij tegen zij. Maar misschien worden al die tegengroepen dra het nieuwe midden. Stel je voor, polarisatie als het nieuwe centrum. Als men vraagt om dit tijdsgewricht te beschrijven in vijf kernbegrippen zal de term polarisatie in haast ieders brein opduiken.

Nochtans is polarisatie niet exclusief aan deze tijden. Doorheen de geschiedenis van het menselijke ras lijkt het een van onze voornaamste drijfveren te zijn geweest. De definitie van onszelf, van wie we zijn, wie we willen worden en hoe we willen worden gezien stoelt grotendeels op polarisatie. Onze definitie van onszelf stoelt op het spiegelen aan en zich afzetten tegen een al dan niet welomschreven Andere. Ketters, heidenen, gekleurde mensen, andersgeaarden, aanhangers van een andere filosofie, politiek andersdenkenden of mensen met simpelweg een voorkeur voor andere voedingsgewoonten of een ander vervoermiddel. Wellicht begon de polarisatie van de mens al op het moment dat een groep herders botste op een stel boeren ergens op een vlakte duizenden jaren geleden. En elkaars levenswijze begonnen te beschimpen en verdacht te maken.

Want dat is het uiteindelijke doel van polarisatie: dat we ons beter voelen dan anderen. Ten koste van anderen, of zelfs de wereld.

En die hele wereld stroomt nu dagelijks binnen, virtueel via onze smartphones, maar ook zienderogen op universiteiten en scholen. Onder invloed van onlinehaat en het Israëlisch- Palestijnse conflict ziet het onderwijs polarisering en radicalisering snel toenemen. Sinds de start van de oorlog in Israël en Gaza neemt het aantal meldingen over problematische radicalisering op scholen nog meer toe, zo blijkt uit een onderzoek dat ik voerde voor de nieuwssite Apache. Leerkrachten weten soms niet hoe te reageren op jongeren die zeer manifest een Palestijnse sjaal dragen. Of wat te zeggen als leerlingen geschokt zijn door de talloze beelden van kinderslachtoffers? Wat aan te vangen met de heftigheid waarmee ze spreken over een genocide in Gaza? Wat als die verontwaardiging ontaardt in Jodenhaat?

Dat alles blijft aan de ribben van vele jongeren plakken. Die het bovendien gehad hebben met de twee maten en gewichten van de internationale gemeenschap. Die het gehad hebben met hypocrisie.

Het Antwerpse radicaliseringcentrum Ceapire zag in korte tijd een verdubbeling van hulpverzoeken van scholen. Die worden almaar geconfronteerd met leerlingen die het nieuws over de oorlog in Israël en Hamas met argusogen volgen. Daarbij fileren ze uitspraken van politici tot op het bot. Jongeren nemen dan ook leerkrachten op de korrel: wie zegt wat over de Palestijnse zaak?

En nu is er ook reuring op universiteiten. Het studentenprotest tegen het Israëlische militaire optreden in Gaza wordt heviger. Universiteiten, zo beweren demonstranten, zouden door samenwerking met Israëlische onderwijsinstellingen medeplichtig zijn aan de genocide door Israël. Die bewering is terecht.

Maar over de pogrom van Hamas reppen diezelfde demonstranten zelden een woord.

De kritiek op Israël is zonder meer legitiem, net zoals de roep om een staakt-het-vuren en de roep om de Palestijnse staat te erkennen. Dat alles duldt geen uitstel. Maar die kritiek kan niet zonder Hamas te veroordelen of op te roepen tot de vrijlating van de honderdtal Israëlische gijzelaars die de terreurgroep nog steeds vasthoudt. Silence is violence, is immers een van de slogans van identitair links. Maar als het aankomt om de terreur van een bende door religie verblinde beulen te veroordelen lijkt het erop dat zwijgen dan toch niet zo gewelddadig is.

Als er al over gesproken wordt, dan klinkt gemaar. Ja, maar Israël is een koloniaal project.

Ja, maar Israël valt ook de Westelijke Jordaanoever aan waar geen Hamas huist.

Ja, maar 7 oktober kwam niet uit de lucht gevallen.

Er valt echter niet te maren. Gruwel is geenszins relatief. En wie protesteert, kan dat maar beter veelzijdig doen. Want, waar zijn de barricades voor de Oeigoeren in China? Waar is de even grote studentenverontwaardiging voor de illegale invasie van Oekraïne? Welke student en prof breekt een lans voor een universitaire boycot tegen een soennitische coalitie. Met een tiental landen zijn ze, rara rara de welke, die in Jemen een ware volkerenmoord plegen.

Waarom dan wel bijzonder uitgesproken pro-Palestijnse protesten? Van wie is het protest? Bekommerde studenten, docenten en proffen. Jazeker. Demonstranten die het wel menen tegen onrecht, tegen oorlogsmisdaden. Jazeker.

Van wie is het protest? Ook van Arabische autocratische regimes. Al te lang gebruikten zij het Israëlisch-Palestijnse conflict als de bliksemafleider bij uitstek. Ze maakten dankbaar gebruik van het Palestijnse leed om de verarmde bevolking af te leiden van corruptie, nepotisme en armoede in hun eigen landen. Ondertussen neemt nog steeds haast iedere Arabische leider een loopje met de rechtvaardigheid voor Palestijnen. En die Arabische bliksemafleider is nu geïmporteerd naar onze contreien.

Van wie is het studentenprotest nog? Van identitair links dat de wereld simplistisch indeelt in slachtoffers, vaak van kleur, en daders, altijd blank. Volgens dat soort links zijn alle joden blank en is Israël een Europese koloniale staat. Omdat Palestijnen mensen van kleur zijn die bezet worden kunnen ze niet racistisch zijn en is het gerechtvaardigd dat ze hun onderdrukkers laten lijden. Maar wat dan met Arabische Israëli’s, wat met zwarte joden? In welk hokje van identitair links horen ze?

En van wie nog? Van wie is het studentenprotest tot slot nog? Van islamisten die heil zien in de theocratische terroristische groepering van Hamas. Voor wie het leed in Gaza wordt gebruikt als een paard van Troje: pro sharia, pro kalifaat. Pro antiwesterse sentimenten.

Waarde VUB-gemeenschap, medefellows.

Het recht om te protesteren ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om onze bondgenoten verstandig uit te kiezen,  hoe  hard  ze  ook  mogen  beweren  namens  de onderdrukten te spreken. Het ontslaat ons niet van een naïviteit, namelijk dat oorlogsfronten niet noodzakelijk in een conflictgebied liggen.

Onze scholen en universiteiten dreigen nieuwe arena’s te worden. Soms met merkwaardige allianties die elkaar sinds 7 oktober vinden in Jodenhaat. Zo vormt een groeiend antisemitisme een nieuw raakpunt tussen islamistische en extreemrechtse leerlingen die sterk beïnvloed worden door influencers op sociale media. De toenemende Jodenhaat onder leerlingen komt bovenop een piek aan meldingen over problematische radicalisering in klaslokalen waarover ik bij Apache een onderzoek deed.

Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) bevestigt dit samenspel tussen islamisme en extreemrechts. Het anti-terreurorgaan ziet steeds meer jongeren in dreigingsmeldingen.

“De huidige polarisatietendensen hebben angstwekkende gelijkenissen met de radicaliseringsgolf van tien jaar geleden", stelt Antwerps atheneumdirecteur Karin Heremans. "Met dit verschil dat het islamisme en extreemrechts elkaar meer en meer vinden in een drievoudig raakvlak: antivrouwen, anti- overheidsdenken en anti-lgbtq+’’.

Het woke-debat is nu eenmaal een heet hangijzer bij scholieren. Zowel bij voor- als tegenstanders is een ongezonde polarisatie merkbaar. Bij anti-wokers moet vooral de LGBTQ+- gemeenschappen het ontgelden. Hierbij zien schooldirecties een toenemend bondgenootschap tussen moslimleerlingen en leerlingen met extreemrechtse sympathieën. Beide groepen tonen zich als verenigbare polen. Amicale antipoden.

Ook racisme neemt toe. Van blanke scholieren ten aanzien van zwarte Afrikaanse klasgenoten, maar evengoed van scholieren met Maghrebijnse wortels ten aanzien van Sub-Saharaanse jongeren.

Extreemrechtse en islamistische invloeden bundelen ook rond een andere thema de krachten: een hypermannelijke samenleving waarin traditionele genderrollen worden verheerlijkt. Deze beweging voor ‘mannenemancipatie’ is ervan overtuigd dat mannen het slachtoffer zijn van het feminisme dat vrouwen te veel vrijheid en macht heeft gegeven. Wat dan weer geleid zou hebben tot de onderdrukking en 'vervrouwelijking' van mannen in de samenleving.

Op scholen is hypermasculiniteit bij jongens in opmars. Er zijn diverse meldingen over het onder druk zetten en intimideren van vrouwelijke medeleerlingen en het ondermijnen van vrouwelijk gezag op school. Verschillende extreemrechtse manifesten verwijzen naar die vermeende 'vervrouwelijking van mannen' en kwaadaardige invloeden van het feminisme. Dat sluit naadloos aan bij islamistische overtuigingen die ultraconservatieve genderrollen willen opleggen en vrouwenrechten willen terugdringen. In die laatste categorie spelen sommige islamleerkrachten een kwalijke rol. Alsof zelfverklaarde imams. In de studentenmoskee IMSAL, verbonden aan de KUL, predikte een jonge twintiger vorig najaar hoe een moslima zonder hoofddoek nooit een rolmodel kan zijn, en hoe je leerkrachten mag haten.

De eerste tekenen van de infame alliantie tussen moslims en extreemrechts waren eerder al te spotten op de coronamarsen tijdens de pandemie. Maar pas tijdens de protesten tegen het Evras-decreet waren ze manifest zichtbaar. Een mix van moslimfundamentalisme en extreemrechts hebben elkaar gevonden als onwennige bondgenoten in de strijd om de kinderziel, die volgens hen geïndoctrineerd zou worden door genderideologie. De vijand daarbij is de zogenaamd doorgeschoten permissieve westerse samenleving, die in hun ogen eender welke obsceniteit, rariteit en seksuele uitspatting bestaansrecht wil geven. De overheid wordt dus aanzien als een soort van kinderpooier.

Dit is je reinste anti-overheidsdenken.

Eens te meer staat het onderwijs in de frontlinie van een potentieel ontwrichtende maatschappelijke tendens die moet worden afgezwakt.

Op zich is er niets mis met conservatisme, maar stilaan komen verworven rechten opnieuw in het gedrang met kinderen die ingezet worden als stoottroepen tegen gelijke rechten.

De electorale jachtgebieden zijn duidelijk uitgebreid van social-mediapropaganda naar de schoolbanken. Het verkiezingsjaar 2024 opent een nieuwe klassenstrijd die afstevent op een Nieuwe Restauratie. Een terugtrekking naar kerngezinnen, met familiewaarden voorop en een zin voor (eigen) gemeenschap worden ‘in’.

Ook uit noodzaak, door een erosie van de sociale voorzieningen van de overheid is het ieder voor zich. Links progressief dreigt dan te vervellen tot een levensstijl voor wie het zich kan veroorloven.

Nog tien dagen. Keren we dan terug naar de jaren 50? Gaan we achterwaarts of voorwaarts?

 

Laat ons met optimisme vooruitblikken naar 2050.

We zullen tegen dan divers zijn in taal, cultuur, religie en nationaliteit. Daar kunnen we onbetwist vanuit gaan. Die toekomst is nu al bezig in onze schoolklassen die zich zo goed als allemaal ontpopt hebben tot een kleine internationale kosmos. Daardoor zijn almaar meer kinderen gewend aan een zekere vermenging. Allemaal anders, allemaal gelijken.

Net omwille van al die verschillen zullen we meer en meer elkaars gelijke zijn. Dat klinkt zeemzoet, maar in de praktijk komt het er dan op aan om ons eigenste zelf te herdefiniëren: wie willen we zijn, samen? Wat kunnen we voor elkaar betekenen? Hoe stappen we met grote gelijkheid voorwaarts.

De weg naar een verbindende toekomst gaat onvermijdelijk langs het onderwijs. Met kennisinstellingen die uitpakken, letterlijk, de boer op gaan. Nu meer dan ooit moeten wij naar de jeugd stappen, voornamelijk van kwetsbare pluimage. Onderwijsinstellingen moeten de straten, pleinen en jeugdwerkingen op. Proffen die een gastcollege geven op een bierkrat in een plaatselijk jeugdhuis, waarom niet?

En misschien wel jongeren in vergeten hoeken en buurten die vraag stellen, parmantig: mag ik er even bij zitten? En zeg nu, samen leven, hoe doen we dat?

Voor mijn part houden we onze samenleving gezond zoals in de fitness. In sportcentra kan je fit blijven met een BBB-programma voor billen, benen en buik. In de samenleving kunnen we de triade van BBB evengoed beoefenen, weliswaar in een maatschappelijke orde. En dat is, Benoemen, Begrijpen en Bestrijden. Problemen die zich voordoen met groepen, al dan niet van buitenlandse afkomst, moeten we nog steeds eerst durven benoemen. Alleen zo kunnen we de problemen begrijpen om ze uiteindelijk doeltreffend te bestrijden.

Ik wil er nog een B aan toevoegen, van beminnen. Echt waar, we zijn elkaars elkaar.

Dus, terug naar de jaren 50. Ik denk het dus niet. Dit jaar, over tien dagen kiezen we: het is voorwaarts of achterwaarts. Laat ons moedig voorwaarts stappen, het licht in, op naar de jaren 50. 2050."