![Ingrid Daubechies](/sites/default/files/styles/widescreen/public/2025-02/2017%20Ingrid%20Daubechies%20Lies%20Willaert%20%281%29.png?h=10d202d3&itok=f9PEEEl4)
Professor Ingrid Daubechies ontving onlangs in de Verenigde Staten de National Medal of Science. Deze hoogste Amerikaanse wetenschapsprijs bekroont wetenschappers voor hun bijzondere bijdrages. Ingrid studeerde aan de VUB, maakte carrière in de VS en is nu professor emeritus aan de Duke University in North Carolina. Ze is voornamelijk bekend van haar werk rond ‘Daubechies Wavelets’. Deze naar haar genoemde golfvormige trillingen waren onder meer belangrijk voor de ontwikkeling van de JPEG2000-standaard, gebruikt voor digitale beelden en live-uitzendingen in hoge resolutie.
Ingrid was een van de veertien laureaten die door president Joe Biden werden bekendgemaakt. “Normaal gezien zou zijn opvolger Trump in mei de prijs overhandigen. Maar omdat hij in zijn eerste ambtstermijn geen wetenschappelijke prijzen uitreikte, was de verwachting dat hij dat deze keer ook niet zou doen. Vandaar dat de Biden-administratie ze nog voor zijn inauguratie liet overhandigen.” Over Trump willen we het niet hebben, die krijgt al aandacht genoeg. Toch even dit: “Hij heeft zowat alle funding on hold gezet, duizenden wetenschappers weten totaal niet waar ze nu aan toe zijn. Het zal ongetwijfeld rechtszaken gaan regenen.”
Je bent hier ter gelegenheid van Wiskunnend Wiske, de wiskunde wedstrijd van de VUB voor leerlingen uit het vijfde en zesde secundair onderwijs.
Ingrid Daubechies: “Ik kom sowieso zo’n twee keer per jaar naar België, voor familiebezoek maar ook voor de VUB. Ik ben hier gastdocent en een paar jaar geleden bekleedde ik de Francqui-leerstoel (die de samenwerking tussen universiteiten, hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wil stimuleren). Gedurende een sabbatical in 2010, bedacht ik het concept van de wedstrijd Wiskunnend Wiske. De titels van Suske en Wiske-albums zijn heel vaak alliteraties, waar we dankbaar gebruik van maakten. Het Nederlands is voor zover ik weet de enige Europese taal waarin wiskunde niet de mathema-wortel heeft. De 17e-eeuwse natuur- en wiskundige Simon Stevin gaf onze taal haar eigen wetenschappelijke termen, zoals ‘wiskunde’, ‘natuurkunde’, ‘scheikunde’, ‘sterrenkunde’ en ‘meetkunde’.”
![Ingrid Daubechies met laureaten Wiskunnend Wiske Wiskunnend Wiske 2025](/sites/default/files/styles/landscape/public/2025-02/2025_WiskunnendWiske_RashmiKshetri.jpg?h=4521fff0&itok=HsrvkDMD)
Laureaten Wiskunnend Wiske 2025
“Met Wiskunnend Wiske wilde ik zoveel mogelijk jonge vrouwen tonen dat wiskunde leuk en interessant is. De bedoeling van de wedstrijd is om vragen voor te leggen waar leerlingen echt over moeten nadenken, dus geen schoolboekvraagstukken. In het eerste jaar toonden we een afbeelding van ogenschijnlijk een Rubiks kubus, waarvan slechts drie vlakken te zien waren. De opdracht luidde: dit is geen Rubiks kubus, beargumenteer waarom. De informatie die door het beeld gegeven werd, was niet compatibel met een zes-kleurige Rubiks kubus met zes eenkleurige vlakken. Dat vroeg dus enig denkwerk en het maken van een wiskundig model.”
Hoe was de genderverdeling in de STEM-richtingen aan de VUB toen je hier studeerde?
“Hetzelfde als nu vermoed ik. Toen ik hier als natuurkundige afstudeerde waren we met zijn vieren waaronder ik de enige vrouw was. Ik denk dat die ondervertegenwoordiging voor een groot deel cultureel bepaald is en voor een nog groter deel ingeworteld is in onze gewoontes. Het is een vicieuze cirkel die zichzelf versterkt. In Europa verschilt die ongelijkheid van land tot land. Ik had ooit een collega die beweerde dat het te maken had met hoeveel prestige je had als professor aan de universiteit en wat het bijhorend salaris was. Als die twee factoren laag lagen, zoals in Portugal een tijd zo was, dan had je meer vrouwen in de wiskunde. In Zwitserland verdienen universiteitsprofessoren een heel hoog salaris en is het mede daardoor een prestigieuze job. Ik ken heel weinig vrouwelijke wiskundigen uit Zwitserland, dus er zal wel degelijk een verband zijn tussen geld, prestige en genderongelijkheid. Overigens waren de Portugese wiskundigen evengoed als elders.”
Je werd de eerste vrouwelijk professor in de wiskunde aan Princeton.
“Toen men ruchtbaarheid gaf aan het feit dat ik de eerste vrouw was, vond ik dat eerlijk gezegd niet iets om trots op te zijn. Er wordt nu eenmaal minder gedacht aan groepen die ondervertegenwoordigd zijn. Affirmative action wil dat voorkomen door wel aan hen te denken. Want minderheden kunnen wel degelijk participeren. Maar dan moet je ze wel de kans geven.”
Wat triggerde je op de middelbare school om verder te studeren?
“Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in wiskunde en in hoe dingen werken. Ik wilde bijvoorbeeld weten op welke manieren stof geweven wordt, hoe het mogelijk is dat je een breiwerk maakt met één draad.”
Wordt die natuurlijk aanwezige interesse bij het kind niet gesmoord in het onderwijs?
“Dat is soms zo en is dan ook heel jammer. Het verband tussen de abstracte wiskunde en het concrete wordt niet altijd uitgelegd. Hoewel we hier ook een tekort aan wiskunde-leerkachten kennen, is het nog altijd beter dan in de VS waar nog maar weinig wiskundeleraren ook wiskunde studeerden. En dan krijg je louter les uit de boekjes. Het is mogelijk wiskunde te destilleren tot enkel formules en algoritmes. Wanneer je alleen op die manier onderwijst dan wordt zo’n vak vrij vervelend. Dan zien leerlingen er ook het belang niet van in.”
Wat betekent de National Medal of Science voor jou?
“De nominatie was een verrassing. Ik heb al wat prijzen behaald maar elke uitreiking blijft belangrijk. Ik beschouw het als een erkenning, niet alleen voor mij maar voor iedereen die ik ken. Dat verdient telkens een feestelijke aangelegenheid om het gemeenschapsgevoel te verstevigen. Want we zijn en blijven sociale wezens, hoewel het mogelijk is om én wiskundige te zijn én een enorme eenzaat. Gelukkig zijn de meeste wiskundigen dat niet.”
Je doet nog onderzoek?
“Ik heb gewerkt in verschillende richtingen en in elk ervan had ik studenten die het onderzoek verderzetten in hun postdoc. Ik vind het prettig om op die manier mijn werk door te geven en aan hen te laten. Maar er is nog een laatste idee dat nog niet echt ontstoken is, daar wil ik nog verder aan werken. In de eerste plaats omdat het interessant is, maar ook om ervoor te zorgen dat de uitkomst impact zal hebben. Dat onderzoek voer ik samen met biologen die de morfologie bestuderen van tanden en gebeenten bij zoogdieren. Ze zochten naar een manier om vergelijkingen tussen de verschillende soorten te kunnen maken. Wiskundigen hebben daar veel concepten voor, maar die werken niet altijd even goed voor biologen. De groep waarmee ik samenwerk wil een wiskundig concept dat automatisch kan geïmplementeerd worden, zonder dat er telkens weer opnieuw gemeten moet worden. Hopelijk zal dit ook aanslaan op andere domeinen.”
“Het idee om een goede student voor jou te houden wordt in de VS als niet erg professioneel beschouwd”
Hoe kijk je terug op de studentenjaren op de VUB?
“Ik heb hier mijn thesis en licentie gedaan, het bachelor- en mastersysteem bestond nog niet. In België doet de overgrote meerderheid van studenten hun doctoraat aan de instelling waar ze begonnen met hun studie. Ik vind dat niet zo’n goed idee. Omdat studenten menen dat ze nog zoveel kunnen leren van hun prof. Dat is waar, maar dat kunnen ze elders ook en bovendien hebben de studenten onbewust al veel opgestoken van de manier waarop hun prof problemen benadert en oplost. Als je nog jong bent, is het beter om zoveel mogelijk verschillende stijlen en denkwijzen te zien. Je verrijkt daarmee je eigen ervaring en mogelijke benaderingen voor problemen. In de VS is het doodnormaal dat je het doctoraat elders doet.”
![Ingrid Daubechies](/sites/default/files/styles/landscape/public/2025-02/2017%20Ingrid%20Daubechies%20-%20Wiske%20Lies%20Willaert%20%282%29.png?h=bf61b337&itok=bZu4A9vS)
Maar elke universiteit wil toch haar beste studenten behouden?
“In principe moet je proberen het allerbeste te doen voor de studenten. Het idee om een goede student voor jou te houden wordt in de VS als niet erg professioneel beschouwd. Als iedereen gaat circuleren zal het nettoresultaat voor een universiteit gelijk blijven. Maar dat is natuurlijk moeilijk wanneer slechts één instelling daar verandering in brengt. Je moet de hele cultuur veranderen. Voor alle duidelijkheid: ik heb mijn doctoraat ook behaald aan de VUB en ik beklaag het mij niet. Mijn postdoc behaalde ik in de VS. Hoewel ik in de natuurkunde z at, was ik geïnteresseerd om wiskundige technieken te gebruiken. Ik wist dat daarvoor mogelijkheden bestonden in de signaalanalyse en kwam zo niet-natuurkundigen tegen. Ik heb niet echt gekozen om van natuurkunde naar wiskunde over te stappen, het ging vanzelf. Ik word nu beschouwd als wiskundige, zonder dat ik er een diploma in behaalde.”
Wat kreeg je mee van VUB-waarden als ‘Het denken mag zich niet onderwerpen aan een dogma’?
“Ik had ze al voordat ik aan de VUB begon en ik sta daar nog altijd voor de volle honderd procent achter. Ik koos indertijd daarom ook voor de VUB, hoewel voor een meisje uit Houthalen de KULeuven een meer logische keuze zou lijken.”
“Kiezen voor wiskunde heeft niets te maken met het tweede X-chromosoom maar met een culturele houding”
Welke boodschap zou je willen meegeven aan meisjes om voor een STEM-richting te kiezen?
“Wanneer ze aanleg of interesse hebben in die richting dan moeten ze het absoluut doen. Het heeft niets te maken met het tweede X-chromosoom maar met een culturele houding. Vorige week bezocht ik een aantal scholen in de VS. Tijdens een lunch met een lokale afdeling van het AWM, de American Women in Mathematics, waren ook twee jongemannen aanwezig. Tijdens de eerste vijf minuten voerden zij het hoogste woord. Ik wees ze op dat feit en dat moedigde meisjes aan om ook het woord te gaan voeren. Het vraagt een cultuuromslag. Er wordt nog te veel geluisterd naar degene met de luidste stem en ik betrapte me er vroeger op dat ook ik meer communiceerde met studenten die vaker aan het woord waren en meer vragen stelden. Dat waren eerder jongens dan meisjes. Zonder andere daarbij te negeren, begon ik me dan meer te richten tot de stillere groep van vaak meisjes, hen er meer bij te betrekken.”