Volgens Jonathan Holslag zet de groeiende druk op universiteiten om meer studenten aan te trekken en tegemoet te komen aan hun wensen het kritische denken onder druk. ‘Jaar na jaar word ik aangemoedigd om de lessen gemakkelijker te maken, minder leeswerk op te geven en alles meer voor te kauwen.’ 

Dit essay verscheen op 9 november 2024 in De Morgen. Het origineel kunt u hier vinden.  

Ik was eigenlijk al halverwege een essay over de opmars van het koortsige populisme in Amerika: over hoe de erosie van de nieuwe middenklasse de weg heeft vrijgemaakt voor een groeiend gevoel van onveiligheid, over de afkalving van het burgerschap, de vatbaarheid voor extremisme, en hoe dit alles – dit nu bijna ongebreidelde trumpisme – waarschijnlijk ook naar Europa zou overwaaien. Ook hier, op dit slaperige continent, zou het politici kunnen inspireren, mensen kunnen agiteren, nationalisme kunnen aanwakkeren; maar dan een soort nationalisme dat Europa niet groots zou maken, maar juist zou verdelen en verzwakken. Dat alles was ik voor u aan het opschrijven toen er een bericht binnenkwam dat me bijna net zo ongerust maakte als wat er die nacht in de Verenigde Staten was gebeurd. 

Dat bericht kwam van mijn eigen universiteit. Het was heel voorkomend geformuleerd, voorzichtig bijna, wellicht omdat mijn collega’s stilaan wel weten dat ik allergisch ben voor dit soort berichten. Het polste, piano piano, of het niet wat veel was dat mijn studenten naast de colleges ook nog boeken moesten lezen, een paar lezingen moesten bijwonen in de hoofdstad en het nieuws moesten volgen – en of dat alles wel formeel was vastgelegd in de studiedeelfiche. Studentenvertegenwoordigers hadden hierover blijkbaar verhaal gehaald. 

VUILE WAS 

Het is inderdaad niet meteen gangbaar dat dit soort vuile was enkele dagen later de opiniepagina’s van de krant bezoedelt, en wellicht was alles goedbedoeld. Maar in dit tijdsgewricht, in deze kruipende crisis van onze democratie, zie ik weinig dat gevaarlijker is dan wat er momenteel in ons onderwijs gaande is. 

En nee, ik pretendeer hoegenaamd niet dat ik de perfecte professor ben. Misschien leg ik te veel nadruk op het zelfstandig leren bemeesteren van moeilijke inhoud, en misschien compenseer ik dat door in mijn vakken soms te veel te vragen. Dat is allemaal best mogelijk, en zelfs waarschijnlijk. Maar wat ik de afgelopen tien jaar heb zien gebeuren in onze lespraktijk, baart me oprecht veel zorgen. Collega’s weten dat. Wat ik hier schrijf, heb ik jaar na jaar intern aan de kaak gesteld. Sommigen delen mijn diagnose, anderen niet. Maar dat ene bericht op die bewuste dag, toen de westerse democratie op haar grondvesten daverde, was voor mij de druppel. 

"In dit tijdsgewricht, in deze kruipende crisis van onze democratie, zie ik weinig dat gevaarlijker is dan wat er momenteel in ons onderwijs gaande is"

Trouw blijven aan de missie van kritisch denken betekent ook dat je dat kritisch denken met alle middelen moet verdedigen. Het schrijven van een essay is dan een van de weinige middelen waarop je als academicus kunt terugvallen. 

Kritisch denken wordt vooral onmogelijk gemaakt door de schaal. Tien jaar geleden gaf ik meestal les aan groepjes van veertig studenten. Dat bood ruimte voor dialoog. We simuleerden onderhandelingen, voerden debatten en gingen op uitstappen. Er was tijd voor persoonlijke gesprekken en een individuele benadering. Vandaag tellen de groepen gemiddeld 150 studenten. Hoorcolleges zijn de norm geworden, waarbij vooral het vernuft en vaardigheden van de professor centraal staan, eerder dan het leerproces en het aankweken van vaardigheden bij de student. 

Er wordt over kritische denkers gesproken, maar er wordt steeds minder kritisch gedacht. Nochtans kreeg ik tijdens mijn lerarenopleiding ooit één vuistregel mee: als je studenten echt wilt laten leren, mag je nooit doceren. Door de schaalvergroting verschuiven ook de examenvormen steeds meer naar kennisreproductie in plaats van naar inzicht en kritisch denken. Standaardvragen die door een leger assistenten verbeterd kunnen worden, worden de norm, of erger nog: meerkeuzevragen. 

Steevast hoor ik dat dit allemaal het gevolg is van het verdeelmodel van de Vlaamse overheid, die universiteiten bekostigt op basis van het aantal afgestudeerden. Dit plaatst universiteiten in een uitputtingsslag waarin de studentenaantallen blijven groeien, maar de middelen niet mee toenemen. Sinds 2019, bijvoorbeeld, is het aantal studenten aan de universiteiten met 11 procent gestegen. Het aantal docenten is echter gelijk gebleven, terwijl de basisfinanciering, gecorrigeerd voor inflatie, met bijna 10 procent is afgenomen. 

Politicoloog Jonathan Holslag geeft college

MASSAONDERWIJS 

Het financieringsmodel dwingt universiteiten deels in een schadelijke race to the bottom. Universiteiten beconcurreren elkaar om studentenaantallen, spelen faculteiten tegen elkaar uit om op te schalen, en faculteiten zetten opleidingen vervolgens onder druk om te groeien. Dat universiteiten dit blijven toestaan en professoren zich steeds vaker laten degraderen tot, vergeef me de uitdrukking, intellectuele hamburgerdraaiers, bevestigt misschien nog wel het meest dat het met het kritisch denken niet zo heel goed gesteld is. 

Die maalstroom van massa heeft allerlei perverse effecten. Professoren worden aangespoord om extra gelden binnen te halen teneinde de lesopdracht te beperken, om zichzelf ‘tijd te kopen’, maar tegen de tijd dat ze die tijd bemachtigen, hebben de groeiende studentenaantallen die alweer opgeëist. De massa zet ook de evaluatie onder druk. Niet alleen wordt het moeilijker om kritisch en persoonlijk denken te beoordelen, ook het waarborgen van de kwaliteit komt in het gedrang. Wee de prof die in zo’n grote groep een moeilijker examen durft af te nemen, laat staan een moeilijk mondeling examen. Die zit in augustus met ettelijke dagen extra tweede zit. Bovendien hebben studenten – terecht – recht op feedback bij een onvoldoende. Maar begin daar maar eens aan met pakweg 150 studenten in tweede zit. De massa dwingt elke professor die zijn mentale gezondheid koestert tot aanpassing. 

"Trouw blijven aan de missie van kritisch denken betekent ook dat je dit kritisch denken met alle middelen moet verdedigen"

Hetzelfde geldt voor de masterpapers, die de kroon op de opleiding zouden moeten zijn. Toen ik begon, begeleidde ik zo’n vijf studenten in dit proces, met tijd om hen grondig te ondersteunen en ruimte voor hun persoonlijke interesses. Vandaag ligt de norm op twaalf, en op sommige universiteiten, zo hoor ik, zelfs op twintig. 

Dezelfde universiteit die dus meegaat in de klacht van studentenvertegenwoordigers dat één extra boek lezen al te veel zou zijn, verwacht tegelijkertijd dat de professor honderden pagina’s tekst in diverse versies grondig doorneemt, corrigeert, remedieert en bespreekt. Het gevolg is navenant: de teksten worden elk jaar korter, de begeleiding minder persoonlijk en de evaluatie minder intens. De massa duwt de lat naar beneden. Ik heb misschien geen cijfers om dit hard te maken, maar ik heb in de afgelopen tien jaar genoeg gezien in de academische wereld om voet bij stuk te houden. 

Daar komt bij dat, hoewel de student naar mijn mening steeds minder persoonlijk begeleid wordt, hij in dit massaonderwijs wel steeds meer het gevoel krijgt dat hij als klant koning is. Die combinatie is werkelijk funest. Voor een bepaalde groep studenten blijkt zo’n powerpointcollege in combinatie met een meerkeuze-examen best aantrekkelijk. Je hoeft niet echt naar de les te komen en er blijft een zee van tijd over voor andere zaken. En zodra men hieraan gewend is, worden kritisch denken, zelfstandige reflectie en zeker het lezen van boeken al snel als hoogst vervelend ervaren. 

Daarnaast bepalen studenten eigenlijk mee de norm. Formeel doen ze dit via studentenevaluaties. Ik kan u zeggen: jaar na jaar moedigen die evaluaties me aan om de lessen gemakkelijker te maken, minder leeswerk op te geven en alles meer voor te kauwen. Maar de norm wordt ook bepaald door de macht van het getal. Je moet, zeker als jonge professor, uit zeer sterk hout gesneden zijn om je principes en idealen staande te houden tegenover een zeer mondige massa van enkele honderden studenten, vooral wanneer vrijwel alle diensten van de universiteit en de ombudspersonen gericht zijn op het tevreden houden van de student. 

En ik kan u ook zeggen: dat gaat er soms bepaald hard aan toe. Lastercampagnes op sociale media, groepen studenten die gezamenlijk je boeken op recensiepagina’s de grond in boren… 

OVERBODIG 

Omgekeerd worden professoren echter wel geacht de safespace te respecteren. Safespace: aanvankelijk had ik geen idee wat het precies inhield. Tot ik in een stampvolle aula, in een wanhopige poging om enige interactie op gang te krijgen, een vraag stelde aan een studente. “You are intruding into my safe space”, zei ze. Ik meende eerst dat er misschien een onbedoelde aanraking geweest zou zijn. Maar dat was het niet. 

Nee, de studente wilde mij duidelijk maken dat ik kon opsodemieteren met mijn vraag, omdat het stellen van een vraag voor de groep als intimiderend werd ervaren. Ja, ja. En ze kreeg daar nog bijval voor ook. Ik was met verstomming geslagen. Het eerste wat ik mijn studenten bij aanvang van het college vertel, is dat we in de aula zitten om te leren, dat falen mag, dat we van mening mogen verschillen, maar dat de keuze voor de universiteit impliceert dat we bereid zijn om te leren en om in de arena van het debat te stappen. 

De studente wilde me duidelijk maken dat ik kon opsodemieteren met mijn vraag, omdat het stellen van een vraag voor de groep als intimiderend werd ervaren 

Als deze trend doorzet – en ik durf echt wel van een trend te spreken – zullen universiteiten zichzelf wat betreft de lespraktijk overbodig maken. Het vak van professor zal zo ver uitgehold worden dat niemand met enige ambitie het nog wil blijven uitoefenen. Ik besef dat dit betoog sommigen wellicht tegen de borst zal stuiten. 

Ik herhaal: ik pretendeer niet de ideale professor te zijn. Ik maak fouten en zet mijn hakken misschien soms te stellig in het zand. Maar met alle fenomenale uitdagingen die zich nu opstapelen, kan ik niet anders dan hard aan de alarmbel trekken. Universiteiten zijn de eersten om schande te spreken over populisme en autoritarisme, maar ik vrees dat ze er met dit onderwijsmodel zelf de weg voor plaveien.