Journalist Hans Vandeweghe doceert als gastprofessor dit jaar voor het laatst het vak Geopolitiek en Sport aan de opleiding PG Sport van de VUB. “Ik ben 66 en wil met mijn vrouw nog veel zien en doen in de wereld. Daar kan ik geen 20 jaar meer mee wachten.” 

Hans wil bij zijn studenten vooral het besef bijbrengen dat er achter de sport op maatschappelijk, politiek en economisch vlak van alles beweegt. “Bij mij groeide dat besef toen ik tussen 1991 en 1993 als directeur communicatie van het Belgisch Olympisch Comité daar op een gigantisch archief met krantenartikelen stuitte. Die knipsels werden elke dag opgestuurd vanuit het Internationaal Olympisch Comité in Lausanne en gingen allemaal over de politiek, financiën en sociologie van de sport. Ik begon er vol interesse in te lezen en legde mijn eigen verzameling aan. Die kwam me goed van pas toen ik na die periode als een goed geïnformeerd man weer naar de journalistiek terugkeerde.” 

Je staat bekend om je uitgesproken meningen. Ontbreekt die kritische houding in de huidige journalistiek? 

“Dat weet ik niet. Doorgaans zijn er wel voldoende meningen, de kranten staan vol met opiniestukken. In de sport was ik wel de eerste die politiekgerichte sportcolumns schreef. Ik zat in de luxepositie dat ik onafhankelijk kon schrijven over wat ik wist. Collega’s vonden mij een nestbevuiler. Maar zij konden niet alles schrijven, omdat ze in de sportwereld niet verbrand willen raken. Ik was dat toch al, maar het kon me niet schelen. Mijn column die ik zo meteen ga schrijven, had dezelfde inhoud als een les die ik onlangs aan de VUB gaf. Over de schande dat een land als Saoedi-Arabië de worldcup voetbal van 2036 krijgt toegewezen.” 

Waarom hebben dat soort regimes zoveel interesse in het organiseren van dergelijke evenementen? 

“Niet alleen de regimes hebben dat, maar ook de verschillende sportbonden. Voor hen is er niets beter dan een solide dictatuur om een sportevenement te organiseren. Als ze vinden dat er een stadion ontbreekt dan wordt dat er gewoon neergepoot. In Qatar hebben ze zeven stadions gebouwd binnen een straal van 70 kilometer. Duurzaamheid nul. En dat gaat in Saoedi-Arabië hetzelfde zijn.” 

Hans Vandeweghe

“Er zit een zekere mate van activisme in mijn lessen, maar ook pragmatisme”

Toch hoor je vaak het argument dat sport niets met politiek te maken heeft. 

“Sport wordt gebruikt door de politiek, dus moet sport daar ook aandacht voor hebben. Als sportbonden beweren voor inclusie, diversiteit en het milieu te zijn, dan hebben ze helemaal niets bij die dictaturen te zoeken. Vrouwen hebben in die landen niets te zeggen en het uitbuiten van Nepalese arbeiders is bij mijn weten niet de juiste definitie van diversiteit. Hoofsponsor van de FIFA is sinds kort Aramco, de grootste oliemaatschappij ter wereld, ziedaar het antwoord op hun bekommernis voor ons milieu.” 

Hoe sta jij tegenover het boycotten van dergelijke evenementen? 

“Ik ben pragmatisch. Maar eerst en vooral moeten bonden nadenken over waar ze naartoe gaan. Qatar vond zowat iedereen een verkeerde keuze. De Olympische Spelen in China in 2008 was op het randje. Het is ook geen democratie, maar je kan niet zeggen dat we alleen nog maar naar democratieën gaan. Want daar zijn er op de wereld niet zo heel veel van. Het is moeilijk een keuze te maken. Ik vertelde mijn studenten dat ik het een schande vind zoals de mensenrechten worden geschonden in Saoedi-Arabië. Het is tegelijk een belangrijke sportnatie aan het worden en heb ze ook gezegd dat als zij ooit de kans krijgen om daar te gaan werken dat ze moeten gaan. Maar met de ogen open.” 

Van sporters zelf hoor je heel weinig als het gaat over politieke standpunten. 

“Veel sporters waren bijvoorbeeld tegen een boycot van Rusland op de Spelen in Parijs. Ik niet, ik vind ook dat Israël nu niets heeft te zoeken op het internationaal sporttoneel. Sporters moet je overigens niet verdenken van een overdreven groot inzicht in de wereld buiten de sport. Voor een stuk hoort bekrompenheid bij topsport, sommigen worden nadien een beetje wijzer.” 

 Sinds zijn vijfde gaat Hans naar het voetbal, in het begin aan de hand van zijn opa, kijken naar AA Gent. “Ik geniet van het spel, maar voetbal is de meest immorele en amorele wereld waarin ik heb rondgelopen. Alles draait er rond geld. Ik toon aan de studenten een slide van een kamelenmarkt en leg uit dat er maar 1 sport is in de wereld die mensen verhandelt. Er werd de voorbije 10 jaar voor 80 miljard aan spelers verkocht. Er zit een zekere mate van activisme in mijn lessen, maar ook pragmatisme. Als ze een job in de sport willen waar ze snel geld mee kunnen verdienen dan zeg ik ze dat ze voetbalmakelaar moeten worden.”