Als historici en andere wetenschappers die onderzoek verrichten naar de koloniale geschiedenis van Congo wensen wij te reageren op de opmerkingen in verband met de historische consensus over de wandaden van Leopold II, onlangs verschenen in de Franstalige en Nederlandstalige pers.

Deze open brief verscheen eerder op demorgen.be (+). Auteurs: Gillian Mathys, historica aan de UGent. Mathys schreef dit stuk met collega's Sarah Van Beurden (The Ohio State University), Reuben A. Loffman (Queen Mary University of London), Hein Vanhee (KMMA Tervuren) en Idesbald Goddeeris (KU Leuven). De brief werd ondertekend door o.a. VUB-historici Benoît Henriet en Guy Vanthemsche.

Ten eerste: consensus onder historici

Het paleis zegt te wachten op een 'historische consensus' over de verantwoordelijkheid van Leopold II vooraleer zich over het onderwerp te willen uitspreken. Een blik op het geschiedkundig werk van de laatste dertig jaar maakt echter duidelijk dat deze consensus wel degelijk bestaat, en niet afhankelijk is van nieuwe detailstudies, zoals sommigen lijken te suggereren. Het debat over de verantwoordelijkheid van Leopold II voor het terreurbewind in Congo is vergelijkbaar met de discussie over de klimaatopwarming, in de zin dat een kleine minderheid blind blijft voor de overweldigende bewijslast.

Leopold II was als autocraat van de Onafhankelijke Congostaat verantwoordelijk voor een regime dat steunde op massaal en structureel geweld. Volgens de recentste demografisch-historische berekeningen heeft dit geleid tot een bevolkingsafname van één tot vijf miljoen Congolezen. Hij was op de hoogte van de verschrikkingen maar deed amper iets om die te stoppen. Over deze zaken bestaat een brede historische consensus.

Het debat over de verantwoordelijkheid van Leopold II voor het terreurbewind in Congo is vergelijkbaar met de discussie over de klimaatopwarming.

De focus op Leopold II mag er overigens niet toe leiden dat de verantwoordelijkheden van de Belgische staat, die Congo overnam in 1908, genegeerd worden. Ook Belgisch Congo steunde op racisme, repressie en uitbuiting, los van individuele motivaties van kolonialen. Het kolonialisme ging gepaard met doelgerichte propaganda, die 'goede' zaken als onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuuruitbouw in de verf zette, maar miskende dat zulke inspanningen in functie stonden van economisch winstbejag voor het Belgische 'moederland'. Bovendien wogen zij op geen enkele manier op tegen het lijden van de Congolese bevolking.

Ten tweede: normen van de tijd

De bewering dat het systeem van de Onafhankelijke Congostaat 'normaal' was volgens de normen van die tijd gaat voorbij aan de toenmalige kritiek op het schokkende geweld, zowel in binnen- als buitenland. Bovendien - en dit geldt ook voor Belgisch-  Congo - is de nadruk op 'toenmalig geldende normen' een manier om het verzet van Congolezen tegen beide koloniale systemen, en de herinnering eraan, uit te wissen. Voor Congolese slachtoffers was kolonialisme níét de aanvaardbare norm. De nadruk op 'toenmalig geldende normen' verraadt een enge eurocentrische, zelfs koloniale blik op het verleden.

Ten derde: racisme en discriminatie

Sommigen weigeren ook de historische link te zien tussen het kolonialisme en het maatschappelijk probleem van racisme en discriminatie. Zo schreef Joren Vermeersch (N-VA): "Het is even grof om een 21ste-eeuwse Europeaan verwijten te maken over het kolonialisme, als een hedendaagse Duitser over de Holocaust, of een moslim over de slavernij die in de moslimwereld normaal was en nog steeds zou zijn, hadden Europese kolonisatoren die niet afgeschaft." Deze vergelijking gaat niet op omdat Duitsland sinds lang gebroken heeft met zijn naziverleden in de publieke ruimte, in musea, in het onderwijs en in de media.

De vergelijking met de moslimwereld is niet alleen een uiting van moderne islamofobie, maar ook een typisch restant van de koloniale propaganda.

Veel 21ste-eeuwse Europeanen blijven echter totaal onverschillig ten aanzien van het koloniale verleden, en een deel klampt zich zelfs vast aan de symbolen van het kolonialisme. Zij weigeren in te zien dat hedendaags racisme en discriminatie rechtstreeks verband houden met de ontmenselijking waarmee kolonisatie gepaard ging. De vergelijking met de moslimwereld is niet alleen een uiting van moderne islamofobie, maar ook een typisch restant van de koloniale propaganda. In werkelijkheid werkte Leopold II samen met Arabische slavendrijvers en maakte de Belgische kolonisator zélf gebruik van dwangarbeid.

Met andere woorden: er heerst historische consensus over de belangrijkste aspecten van het koloniale verleden. Het idee om een parlementaire 'waarheidscommissie' op te richten kan een instrument zijn om tot een politieke stellingname te komen, maar dit mag geen manier zijn om erkenning op de lange baan te schuiven.