Recent gaf professor dr. Frank Scheelings na een lange en mooie carriĂšre de fakkel als coördinator van het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven (CAVA) door aan dr. Ellen Van Impe. Ellen werkte al bij CAVA als wetenschappelijk onderzoeker. Ellen Van Impe: “Ik kom uit de cultureel-erfgoedsector en de werking rond het erfgoed van de vrijzinnigheid is voor mij meer de natuurlijke ingang.” Een interview met komende en gaande roerganger.

"Bij zijn afscheid kreeg Frank een gulden archiefdoos waarin de genodigden een mooie herinnering aan hem hadden gestoken”, vertelt Ellen Van Impe. Professor Scheelings wrijft glimlachend door zijn haren, de herinnering nog steeds koesterend. “Ja, dat was mooi. Ik stond er versteld van hoeveel oud-studenten van me waren komen opdagen. Ik ben nog altijd bezig met alle kaartjes te bekijken en bedankjes te versturen.”

Ellen Van Impe kwam anderhalf jaar geleden werken bij CAVA, als wetenschappelijk onderzoeker. Of ze wist dat ze Frank zou opvolgen? “Totaal niet. Het eigenaardige was dat ik Frank al kende door mijn werk bij het Vlaams Architectuurinstituut. Toen ik hier solliciteerde dacht ik ‘dan ken ik tenminste al Ă©Ă©n iemand’. Wist ik veel dat Frank op pensioen ging, zo oud ziet hij er ook niet uit.”

Plannen voor de toekomst

Professor Scheelings springt nog regelmatig bij CAVA binnen. “Ik moet hier mijn bureau nog altijd leegmaken. Een archivaris houdt veel bij hĂ©.” “Frank heeft nog projecten hier lopen”, legt Ellen uit. “Onderzoeksprojecten en boeken schrijven waar hij daarvoor nooit de tijd had.”

Frank klinkt bijna verontschuldigend. “CAVA is intussen een grote dienst geworden, maar toen ik in 1990 begon, zat ik alleen. Ik had zelfs geen bureau, geen depot, er was niets. En nu werken hier 15 mensen. Door het vele administratieve werk dat daarbij kwam kijken, schoot het wetenschappelijk werk erbij in. Maar ik heb inderdaad nog wat plannen in verband met de geschiedenis van de VUB en die van de vrijzinnigheid.”

Doorgezakte vloer

Het idee van een eigen archief ontstond toen de VUB ongeveer 20 jaar bestond. Frank Scheelings: “De bureaus begonnen overvol te raken met documenten. Op de bovenste verdieping van Gebouw M, waar het archief van het secretariaat van de Raad zat, begon de vloer door te zakken. Hier en daar werd er dan wat in kelders gedropt maar die hebben als nadeel dat ze wel eens onder water lopen. Men had dus duidelijk een archivaris nodig. Ik ben niet alleen beginnen zorgen voor het historisch archief maar heb tegelijk het hedendaags documentbeheer aangepakt, zodat er meer zicht was op de series dossiers die elke dienst had."

Ellen: “Dan zijn er nog de juridische beperkingen: sommige dingen moeten een bepaalde tijd bewaard blijven. Naast al de stukken die historisch belang hebben. Het was, en is nog steeds, belangrijk dat we de diensten daar bewust van maken.”

Modern documentbeheer

“De grote sprong voorwaarts werd gemaakt met de selectielijsten: daarmee wist iedere dienst voortaan wat er bewaard moest worden en wat er vernietigd mocht worden.  Een ander project, dat we een tiental jaar geleden startten ”, vervolgt Frank, “was dat van de mappenstructuren. We wilden dat alle administratieve diensten met ongeveer dezelfde gestandaardiseerde structuur op de computer werkten. Het voordeel daarvan is dat de kat zijn jongen terugvindt. We zijn dan een sensibiliseringscampagne begonnen om die structuur en de juiste naamgeving voor alle documenten te introduceren. Dat was nodig: in het precomputertijdperk werden documenten in daarvoor bestemde kasten bewaard. Maar nadat iedereen zijn eigen pc kreeg, viel dat systeem weg. Het gevolg was dat de diensthoofden totaal geen overzicht meer hadden. We hebben die mappenstructuur ook in Sharepoint geĂŻmplementeerd, met het oog op een gemakkelijke export. Als je weet dat de VUB ongeveer 150 verschillende informatiesystemen gebruikt, dan moet je zien dat je al die informatie gestructureerd in een centraal depot binnenkrijgt.” 

Een van de grootste uitdagingen vond Frank om mensen te overtuigen dat een archief niet enkel een historisch nut heeft, maar ook dient om deugdelijk bestuur te kunnen aantonen. Ellen: “Je eigen verleden en geheugen koesteren is belangrijk. Ik denk dat daar nog werk is om dat over te brengen naar de overheden.” “Ondertussen bestaan we meer dan 50 jaar, zijn we een institutionele mastodont geworden en is er veel meer interesse in onze geschiedenis en erfgoed gekomen”, ondervond Frank. “Ook voor het wetenschappelijk erfgoed.”

Nieuwe accenten

Of archivarissen een eigen stijl hebben, wil ik weten, en of Ellen het dan anders gaat doen? “Helemaal anders niet. Frank heeft hier alles opgebouwd en op die solide basis wil ik voortbouwen. Hij heeft natuurlijk heel goede archivarissen opgeleid en in het team opgenomen, waar ik een beroep op kan doen.”

Frank (lachend): “Ik vind van mezelf niet dat ik zo’n goede archivaris ben. Wie mijn bureau gezien heeft, kan dat beamen. Maar ik had natuurlijk wel mijn medewerkers, dat was mijn vangnet. Voor mij ging het erom om genoeg fondsen te hebben, om mensen samen te brengen.”

Ellen: “Ik ga wellicht nieuwe accenten leggen. Ik kom uit de cultureel-erfgoedsector en de werking rond het erfgoed van de vrijzinnigheid is voor mij meer de natuurlijke ingang. Het luik VUB-administratie heb ik voorlopig nog minder in de vingers en daar reken ik op een aantal medewerkers die hier al lang zijn.”

Geschiedenis van de Vlaamse student

“Mij boeit vooral de geschiedenis van de Vlaamse studenten”, zegt Frank. “Dat waren progressieve mensen, liberaal of socialistisch denkend, vrijzinnig al voordat het woord bestond. Die hebben vanaf 1880 een hele geschiedenis doorgemaakt aan de ULB. Ze werden na WOI door de Franstaligen weggezet als collaborateurs bij wijze van spreken, ze hebben zich heel gedeisd moeten houden. In de jaren twintig, dertig komen ze terug, maar na WOII lag dat om diezelfde reden weer moeilijk. Het is een heel interessante strijd geweest. Maar ook het studentenleven van nu boeit me. Zo heb ik een thesis laten maken over de geschiedenis van de dopen aan de VUB. Daar zit een enorme evolutie in waarbij je kunt concluderen dat het nu een stuk beter gereguleerd is dan vroeger. In de jaren vijftig en zestig zijn er dingen gebeurd die je niet wilt weten. Er werd naakt gedoopt en dan was er de ‘problematiek’ van de meisjes: mochten ze aanwezig zijn of niet? Er was in die tijd geen sprake van dat ze ook gedoopt zouden worden. Uiteindelijk verbood de rector van de ULB de meisjes aanwezig te zijn. Maar dat was natuurlijk niet tegen te houden. Vroeger was een doop een privĂ©aangelegenheid. Men huurde ergens een zaaltje in het centrum van Brussel en de universiteit had daar niets mee te maken. Al voor WOI hebben Vlaamse studenten geprobeerd een doop te organiseren. Ik heb een notaatje in het archief gevonden over de aankoop van flessen geuze. Men had die gekocht voor de doop maar aangezien niemand was komen opdagen, hebben ze die zelf opgedronken, vermeldt de nota.”

CAVA schrijft geschiedenis

CAVA verwierf in 2014 het kwaliteitslabel van de Vlaamse overheid, waarna in 2016 een werkingssubsidie volgde binnen het Cultureel-Erfgoeddecreet en een erkenning als landelijk cultureel archief. De geschiedenis van de vrijzinnigheid is volgens Frank te weinig beschreven. “Er is heel veel gebeurd. De beweging is groot geworden, veel standpunten die vroeger voor de katholieken een no-go waren zijn ondertussen ruimschoots aanvaard in de samenleving. We hebben de regering Verhofstadt gehad met allerlei wetten die patiĂ«nten rechten gaven en onder andere het homohuwelijk, abortus en euthanasie mogelijk maakten. We moeten er ons ook rekenschap van geven dat deze verworvenheden onder druk kunnen komen. Als je ziet wat er in het voormalige Oostblok gebeurt, waar in Polen de abortuswetten worden teruggetrokken, waar Rusland een wet stelt tegen de holebigemeenschap of in sommige Amerikaanse staten waar abortus weer in het strafrecht zit. Die geschiedenis moet geschreven worden en CAVA zal daarvoor initiatieven nemen en dat stimuleren.

Wetenschappelijk erfgoed

Maar ook van de VUB moet er nog veel geschiedenis geschreven worden. “Bijvoorbeeld de geschiedenis van de wetenschap”, vindt Frank. “Het probleem is dat het onderzoek zodanig gespecialiseerd geworden is, dat je dat als historicus alleen niet meer kan; je hebt daar mensen uit het vak zelf voor nodig om mee samen te werken.” Ellen: “We gaan met CAVA verder inzetten op het wetenschappelijk erfgoed, maar toegespitst op de gebieden waar de VUB gepionierd heeft. Het probleem is dat wetenschappers meestal een andere focus hebben. Zij moeten voortdurend nieuwe projecten aanvragen, assistenten managen en onderzoeksgroepen uitbouwen. En ze worden beoordeeld op publicaties. De geschiedenis van hun vakgebied wordt dan bijna een hobby.”

Oproep

Frank wil mensen aanmoedigen om mee aan de geschiedenis van de VUB en van de vrijzinnigheid te schrijven. “Als een soort living history-project.  Zodat er meer kennis komt over het verleden en de mensen op hun beurt kennis kunnen maken met CAVA.”

Ellen: “Het is ook niet meer zo vanzelfsprekend om mensen naar leeszalen te lokken tegenwoordig. Via onze online catalogus kunnen mensen nu veel bronnen opzoeken. We hebben ook sterk ingezet op de digitalisering van de tijdschriften van de VUB en die van de vrijzinnigheid. Die komen binnenkort online.”

Niet alles wordt digitaal ingescand. Frank: “Een meter archief scannen kost ongeveer 3 à 4 duizend euro. We hebben hier ongeveer 4,5 kilometer, dus reken maar uit. En dan moet je het nog beschrijven
” Ellen: “Het is buiten de archiefwereld een waanidee dat alles zomaar gedigitaliseerd kan worden. Behalve de (eenmalige) digitaliseringskost vraagt digitale opslag ook handenvol geld. Deze heeft, zoals we intussen weten, bovendien een belangrijke milieu-impact. Maar wat digitaal ontstaat, blijft ook digitaal bewaard.”

 

Over Prof. Dr. Frank Scheelings

Frank Scheelings studeerde geschiedenis aan de VUB en daarna archivistiek aan de Rijksarchiefschool in Den Haag. Na zijn doctoraat in de geschiedenis richtte hij in 1990 het Universiteitsarchief van de Vrije Universiteit Brussel op en bouwde de werking uit tot een goed draaiende dienst. In 2012 was Frank de architect van CAVA, het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven, als het samenwerkingsverband tussen de VUB en het Centrum voor Vrijzinnig Humanistisch Erfgoed (CVHE, voorheen VSAD Karel Cuypers). Hij bouwde onder die nieuwe koepel verder een professionele werking uit, zowel rond het VUB-archief als rond het archief van de georganiseerde vrijzinnigheid. Het coördinatorschap van CAVA combineerde Professor Scheelings bovendien met het voorzitterschap van de manama Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer, waarvan hij een van de stichters was. Als docent maakte hij meerdere generaties wegwijs in de archiefwetenschap en zorgde hij mee voor een professioneel archivarissencorps in Vlaanderen en daarbuiten. Op 1 juni 2022 nam hij afscheid als coördinator van CAVA en op 1 oktober volgde zijn afscheid als professor. ​​​​​​

 

Over Dr. Ellen Van Impe

Ellen Van Impe studeerde af in Germaanse talen en kunstgeschiedenis aan de KU Leuven en de Universiteit van Manchester. Ze promoveerde in 2008 op de negentiende-eeuwse architectuurgeschiedschrijving in België. Van 2008 tot 2018 werkte ze bij het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi), waar ze coauteur was van verschillende handleidingen, thematische archiefgidsen, artikelen en tentoonstellingen over cultureel erfgoed. In 2021 vervoegde ze het Centrum Academische en Vrijzinnige Archieven (CAVA) van de Vrije Universiteit Brussel, waar ze aanvankelijk het onderzoeksbeleid beheerde en de evolutie en netwerken van seculiere organisaties in Vlaanderen en Brussel sinds 1945 bestudeerde. Vanaf juni 2022 leidt zij de organisatie als coördinator.