Alleen ‘vasten’ mag
Stel nu dat sommige mensen weigeren het aftakelingsproces te ondergaan en kiezen voor euthanasie. Ook die keuze verdient respect. Die mensen vallen met de huidige euthanasiewet uit de boot of moeten er vroegtijdig, nog vóór de wilsonbekwaamheid intreedt, een eind aan (laten) maken, zoals Hugo Claus destijds. Zodra je wilsonbekwaam bent, is het te laat voor euthanasie. Deze situatie is redelijk hallucinant. Er rest voor die mensen alleen een negatieve wilsverklaring, wat betekent dat ze afzien van sondevoeding, antibiotica of andere levensrekkende behandelingen. Echt gerieflijk is dat niet altijd. Maar het is de enige optie.
De wet laat euthanasie toe via een voorafgaande wilsverklaring, wanneer de patiënt ‘niet meer bij bewustzijn is en deze toestand volgens de stand van de wetenschap onomkeerbaar is’. Dat geldt alleen voor een onomkeerbaar coma of een vegetatieve toestand (‘leven als een plant’). Alle andere wilsonbekwamen, die ‘slechts’ een aangetast bewustzijn hebben, zoals door dementie, hersenbloedingen, hersentumoren en andere hersenbeschadigingen, kunnen geen euthanasie krijgen via een wilsverklaring.
Dat krijg je niet meer uitgelegd. Mensen begrijpen niet dat ze wel sondevoeding kunnen weigeren via een voorafgaande negatieve wilsverklaring en mogen overlijden door te ‘vasten’, maar dat ze in dezelfde omstandigheden geen euthanasie kunnen vragen. Bereidwillige artsen kunnen dus alleen levensrekkende interventies achterwege laten, zoals reanimatie, antibiotica, sondevoeding, operaties, en eventueel simultaan palliatieve sedatie opstarten om het menselijk te laten verlopen. Dat is vaak niet comfortabel voor de betrokkene en zijn familie, maar evenmin voor de arts.