Drie rectoren willen in 2023 de inschrijvingsgelden met enkele honderden euro’s verhogen. Studenten reageren lauw of niet. Om de vergelijking te maken, in 1978 werd het inschrijvingsgeld verdubbeld van 5.000 Belgische frank (omgerekend 123,95 euro toen, met inflatie nu 311 euro) naar 10.000 frank. De studenten in heel het land organiseerden toen doorlopend protesten. De acties varieerden van ludieke procesfuiven tot hevige rellen. In de VRT-serie ‘1985’ vonden ze plaats in, jawel, 1985. Wij blikken samen met VUB-alumnus Walter Vermander terug op deze bewogen jaren.

Walter Vermander

Walter, even snel, wie ben je?

Ik ben quasi sinds mijn studies federaal ambtenaar bij FOD Financiën, waar ik bij de afdeling logistiek aan duurzame ontwikkeling en energie-efficiëntie doe.

VUB-er?

Jazeker. Mijn eerste jaar aan de unief was het protestjaar 78-79. Ik startte met biologie, maar dat was toch wat veel wiskunde en zwoegen in het labo, dus had ik eigenlijk geluk dat de studenten het hele jaar actie voerden. Het politiek bewustzijn was toen heel groot. Misschien was het nog een uitloop van mei ’68? Onder de assistenten en profs zaten in elk geval heel wat mensen van die protestgeneratie.

Hoe zagen die protestacties eruit?

Natuurlijk waren er de ellenlange vergaderingen, met oeverloze discussies. Daar werd collectief besloten welke actie we gingen voeren. Betogingen in alle universiteitssteden en ongeveer alles werd dat jaar bezet, in het hele land. De rectoraten, de ministeries, tot en met het resto van de VUB. Het hield niet op. Pas tegen de laatste examenperiode is het doodgebloed.

Ik zou het omschrijven als een vrolijke, rellerige periode. Een heel ander tijdsgewricht dan nu: je had de opkomst van wets- en wereldwinkels, solidariteitsbewegingen allerhande, vrije radio’s, en natuurlijk de kleine offset-press van Studiekring Vrij Onderzoek. Van dat laatste was ik de voorzitter, en de drukkerij spuugde de ene na het andere politieke pamflet uit. Internationaal en ook in eigen land was er de opkomst van de punk-beweging, waarvan de politieke en geëngageerde tak mij het meest aansprak, meer dan het ‘No Future’-gevoel, dat enkel nihilisme en geen hoop op betere tijden behelste. Maar eerlijk is eerlijk, er hing ook veel duisternis in de lucht. De dreiging van kernoorlog, jeugdwerkloosheid, de Bende van Nijvel,… ook deze zaken droegen bij tot de tijdsgeest. En we mogen natuurlijk het kraken niet vergeten.

Kraken?

Er was een flinke kraakbeweging in de buurt van de VUB langs de Triomflaan. De VUB had toen het idee uit te breiden langs die laan. De universiteit kocht alle huizen op in de buurt en liet ze tijdelijk leegstaan in afwachting van de bouwwerken. Waar nu de Colruyt is, stonden vervallen fabrieksgebouwen en kleinere woningen. In blok één van die gekraakte panden zaten de zogenaamde wilde krakers. Niet zozeer studenten, maar mensen van allerlei slag. Ze sloopten de muren in de binnentuinen om gezamenlijk een grote tuin te creëren. Ze hadden de stenen op de daken van achterkeukens en bijgebouwtjes gestapeld, als mogelijke verdediging tegen de politie.

Redelijk idealistisch allemaal, maar de tuin werd een bende en na drie maanden was het blok waar de meest notoire rebellen zaten, rijp voor de sloop. De buurt werd onleefbaar, inbrekers hadden het extra gemakkelijk om via de gemeenschappelijke tuinen zonder moeite overal binnen te raken.

In het tweede blok zaten wij. Je kan ons omschrijven als ‘de bravere studenten’. Het kraakpand voelde dan ook aan als een klein dorp. Het had een gemeenschappelijke keuken en in elke kamer zat 1 student, al dan niet met een lief. Soms kwam er een kamer vrij en beslisten we samen over de nieuwe bewoner. Tijdelijk verbleven er allerlei mensen die een slaapplaats nodig hadden. Zo kwam er een oudere hippie uit Berlijn aanwaaien die iets kende van centrale verwarming. We haalden een oude mazoutbrander uit een industriële verwarmingsketel en schroefden die in onze huishoudelijke ketel. We hadden het heerlijk warm, en zorgen over energiekosten maakten we ons in die tijd nog niet. Ook herinner ik me een Chileense vluchteling, die nachtenlang kwam filosoferen en onze laatste wijn op dronk.

1978 Begrafenis Hoger Onderwijs

Protestactie Begrafenis van het hoger onderwijs in 1978 (c) CAVA

Een doorbraak kwam er na enkele jaren: de VUB erkende de krakers. Meer nog, iedereen die als student was ingeschreven mocht blijven in ruil voor een kleine huur. We mochten zelfs onze gemaakte kosten voor onderhoud en reparaties inbrengen. Je kan je wel al voorstellen dat in de Brico nabij sindsdien nooit meer een achtergebleven kassaticket te vinden was!

Heb je wel tijd gehad om een studie af te maken op de VUB?

Gelukkig wel. In 1983 studeerde ik af als politieke wetenschapper en in 1985 nam ik mijn diploma criminologie in ontvangst. Het bewijs dat je ook geëngageerd kan zijn én tegelijkertijd kan afstuderen zonder een tweede zit. Hoe ik dat deed? Ik onderhield goeie banden met enkele assistenten en kon een klein lokaaltje gebruiken in de ‘sigaar’, nu beter bekend als het ‘Braem-gebouw’. Na de paasvakantie trok ik daar elke dag heen van 9u ’s morgens tot de nachtwaker me kwam buitenzetten. Ik schreef er volumineuze thesissen en studeerde in alle rust. Dat kon nu eenmaal niet zo gemakkelijk in een kraakpand.

Wil je nog iets meegeven aan de huidige generatie studenten?

Ik hoop dat de studenten de verhoging van de inschrijvingsgelden niet laten gebeuren. Ze moeten met veel energie laten weten dat ze niet over zich heen laten lopen. Laat van jullie horen! Maar ik denk tegelijkertijd ook dat studenten niet de behoefte hebben aan quasi senioren die ze vertellen wat ze moeten doen (lacht).