Het gebouw werd nooit gerealiseerd – de Britse maatschappij ging vroegtijdig failliet (dat heb je met vastgoedspeculatie) – maar Alexis Dumont liet zich later bij de bouw van het Shellgebouw en de Ravensteingalerij duidelijk inspireren op de plannen voor Municipal Development. Horta’s gedroomde rue couverte bestaat dus wel degelijk. Ook de andere werven kwamen moeilijk op gang en zullen gebukt gaan onder een eindeloze reeks besparingen en compromissen. Een gefrustreerde Horta moppert in zijn memoires over een Brussel dat uitblinkt in creatieve middelmatigheid en kleinburgerlijkheid.
De slechte verbinding tussen de boven- en benedenstad bezorgde beleidsmakers in de jaren 20 al kopzorgen. Horta kwam met een oplossing die bulkte van stedenbouwkundige finesse en knowhow. Wie zich aan het Warandepark bevond, daalde via de boveningang van BOZAR (Koningsstraat 10, helaas permanent gesloten) via een ingenieus netwerk aan trappen, gangen en hallen af tot aan de ingang van Municipal Development.
Via Horta’s rue couverte ging het vervolgens in rechte lijn naar het Centraal Station. Daar dook men via de Hortagalerij door tot aan de voet van de Grote Markt. Als gebruiker van dit tracé overbrugde je in geen tijd en beschut voor wind en regen een aanzienlijk hoogteverschil. Horta was duidelijk een architect die inzat met comfort. Decennialang bouwde hij herenhuizen als maatwerk (de heren Solvay, Van Eetvelde of Aubecq zouden het beamen). Hij was ook een man die goochelde met ruimte: zijn urbanistisch parcours rebelleerde tegen de grenzen van boven- en ondergrond, straat of tunnel en de aard van private of publieke ruimte. Architectuur werd in Horta’s handen een spel van stedenbouw en stedenbouw werd architectuur.
Horta kwam met een oplossing die bulkte van stedenbouwkundige finesse en knowhow.
Sloophamers