VUB-prof Mathieu Vinken neemt deel aan een groot Europees onderzoeksproject dat dierproeven wil verminderen met behulp van artificial intelligence. Het project, VICT3R genaamd, heeft een totaalbudget van € 27,9 miljoen. Het is toegekend door de Europese Commissie en de farmaceutische industrie. Vinken ontvangt een budget van € 637.250. Hij zal dit gebruiken om te onderzoeken of je met virtuele controlegroepen (VCG-en) verschillende medicijnen of andere stoffen kan testen.
Het VICT3R-project (Developing and implementing VIrtual Control groups To reducE animal use) streeft ernaar om in niet-klinische onderzoeken dieren in controlegroepen te vervangen door virtuele alternatieven. Deze virtuele controlegroepen worden opgebouwd met behulp van artificial intelligence (AI) en statistische methoden. Daarbij gebruiken de onderzoekers historische gegevens van controledieren die over tientallen jaren door de farmaceutische industrie en academische instellingen zijn verzameld. Door deze technologie optimaal in te zetten, kan VICT3R een substantiële bijdrage leveren aan ethisch verantwoord wetenschappelijk onderzoek, zonder dat de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de resultaten in het gedrang komen.
Het project wordt gecoördineerd door de Universidad Pompeu Fabra in Barcelona. Het loopt over een periode van drie jaar. Het doel is om grote datasets van controledieren uit verschillende soorten studies te verzamelen en te analyseren, waardoor een hoogwaardige database ontstaat. Deze database zal niet alleen beschikbaar zijn voor de VICT3R-partners, maar ook voor wetgevers en beleidsmakers. Zij kunnen op deze manier ook bijdragen aan de verdere ontwikkeling en acceptatie van virtuele controlegroepen in toxicologisch onderzoek. VUB-prof Mathieu Vinken richt zich daarom ook op het vergroten van de zichtbaarheid van project VICT3R, het bevorderen van internationale samenwerking en het verkrijgen van wettelijke acceptatie. VICT3R wil niet alleen bijdragen aan de ontwikkeling van ethisch verantwoorde onderzoeksmethoden, maar wil ook de internationale samenwerking op het gebied van toxicologisch onderzoek en regelgeving versterken.