In opdracht van de minister van Media en het Departement Cultuur, Jeugd en Media heeft Mediapunt de financiering van Vlaamse fictiereeksen, documentairereeksen en films de laatste tien jaar geanalyseerd. “Dit onderzoek onderstreept dat onze Vlaamse fictie blijft schitteren dankzij de sterke basis van Vlaamse publieke steun en lokale spelers. Internationale samenwerking biedt extra kansen maar het blijft onze verantwoordelijkheid om de unieke kracht van Vlaamse verhalen te beschermen en te versterken. Onze Vlaamse fictie is immers van wereldklasse”, zegt Vlaams minister van Media Cieltje Van Achter. Het onderzoek werd uitgevoerd door imec-SMIT-VUB, onder leiding van professor Tim Raats.
Belangrijkste conclusies
1. Recordaantal Vlaamse fictiereeksen in 2023
De lancering van Streamz, de concurrentie met internationale spelers en de populariteit van fictie hebben geleid tot een toenemend aanbod Vlaamse fictiereeksen, met 2023 als piekjaar. VRT heeft met reeksen voor VRT 1, VRT Canvas, Ketnet en haar VRT MAX ‘originals’ het grootste aanbod, terwijl fictieproductie uitdagend blijft voor private zenders. Streamz is het belangrijkste platform geworden voor fictieproducties van deze zenders.
2. Invloed van internationale streamers verandert Vlaamse fictiemarkt: coproducties de norm
Internationale streamers hebben de Vlaamse fictiemarkt veranderd met een groter aanbod en meer niche- en shortformat-reeksen voor jongere doelgroepen. Sinds 2021 zijn coproducties met Streamz, buitenlandse zenders en streamers de norm voor grotere Vlaamse reeksen, wat zorgt voor hogere budgetten. Reeksen met een kostprijs van vijf miljoen euro of meer zijn nu eerder standaard dan uitzondering. Toch blijft de investering in Vlaamse producties van grote streamers beperkt, zowel in aantal projecten als financiële bijdrage. Vlaamse producties blijven sterk afhankelijk van publieke steun, zoals de tax shelter, het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) en de Vlaamse stimuleringsregeling.
3. Beperkte stijging in gemiddelde budgetten ondanks kostenstijging
De gemiddelde kostprijs voor fictiereeksen met afleveringen van 40 minuten en meer is weliswaar gestegen, maar het algemene gemiddelde is minder toegenomen dan je door inflatie zou verwachten. In vergelijking met tien jaar geleden is er vandaag met een gelijkaardig budget minder mogelijk, wat zorgt voor spanningen rond kwaliteit en werkomstandigheden. Documentairereeksen en films hebben nog lagere budgetten en missen de steun die tv-reeksen wel genieten van omroepen of binnenlandse streamers.
4. Covid-19 bood tijdelijk meer financiële steun en kansen
Door Covid-19 werd extra steun geboden voor uitgestelde of vastgelopen producties, wat leidde tot enkele kortlopende projecten en tijdelijke budgetverhogingen. Voor film hebben steunmaatregelen bijgedragen aan de financiering van projecten die extra kosten maakten door de pandemie.
Cijfers
-
Tussen 2014-2023: Totale investering in Vlaamse fictiereeksen varieerde tussen 33 en 91 miljoen euro. 2023 kende een recordbedrag.
-
Gemiddeld budget fictiereeksen met lange afleveringen: Gestegen tot 4,8 miljoen euro per reeks in 2023, met een kostprijs van 837.902 euro per uur high-end fictie. Het gemiddelde budget is tussen 2014 en 2023 met meer dan 1 miljoen euro gestegen.
-
Inbreng van buitenlandse partners: Sinds 2016 merkbaar gestegen, met een bijdrage van 15 miljoen euro in 2023, goed voor 16% van het budget in Vlaamse fictie.
-
Budget feature films: In 2023 lag het gemiddeld op 2,5 miljoen euro. Auteursfilms: gemiddeld 2 miljoen euro, publieksfilms: gemiddeld 3 miljoen euro.
-
Budget documentairereeksen: Lag in 2023 op 817.508 euro per reeks, met een omroepinvestering van 183.437 euro tussen 2020-2022. Niet-Vlaamse inbreng bleef stabiel op 5-8%.