Als het van rector Jan Danckaert afhangt, zijn we toe aan een nieuwe Renaissance, een nieuw tijdperk waarbij wetenschappers, politici, kunstenaars en bij uitbreiding de hele mensheid zich overgeeft aan nieuwsgierigheid, openheid en verbondenheid. “Wetenschap, wetenschapsdiplomatie, open science en netwerken als Eutopia kunnen een motor zijn van die nieuwe Renaissance, van dat nieuwe elan dat Europa nodig heeft, met meertaligheid als norm”, aldus de rector in dit interview aan de start van het nieuwe academiejaar.
Jan Danckaert heeft er een turbulente periode opzitten: eerst moest hij koud in de voetsporen treden van zijn voorgangster en dierbare collega Caroline Pauwels, die in augustus vorig jaar overleed. Daarna moest hij na zijn verkiezing ook nog zelf onverwacht onder het mes voor een zware hartoperatie met overbruggingen. Met zijn gezondheid gaat het inmiddels weer beter. “Het gaat goed”, zegt Danckaert. “Vóór de vakantie deed ik nog een inspanningsproef, die aangaf dat ik weer op het normale niveau zit qua conditie voor een man van mijn leeftijd. Samen met een stagiaire van de VUB-opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen ben ik nu ook beginnen sporten. Ze begeleidt me naar een leven met meer beweging. We vertrekken daarbij van de oefeningen die ik op het einde van mijn cardio-revalidatie moest doen. Nu zijn we ook bezig met spierversterkende oefeningen. Het is normaal dat mannen als ze ouder worden wat spiermassa verliezen. Ik wil daar iets aan doen, met een gezonde levensstijl bovendien. Maar het is zeker niet de bedoeling dat ik binnenkort met een sixpack aan kom draven.”
“In een groter team kan je beter de taken verdelen en je creëert meer ruimte voor onderzoek, in het bijzonder voor de jonge onderzoekers.”
Een dergelijke schaalvergroting is dus niet aan de rector besteed. Een schaalvergroting op het niveau van de universiteit en zeker al op dat van de onderzoeksgroepen was één van zijn doelstellingen bij het begin van het vorige academiejaar, toen hij in de grote hallen van het Anderlechtse slachthuis zijn eerste openingsspeech gaf. Hoe zit het nu met die grotere onderzoeksgroepen?
“Er is tijdens het vorige academiejaar een oproep gelanceerd bij de onderzoeksgroepen met de vraag te kijken wie op welke niveaus en thema’s samen kon werken”, zegt Danckaert. “Naderhand volgde er een evaluatie en nu zijn we het hele plaatje aan het bekijken. Daarover wordt trouwens binnen niet zo lange tijd gecommuniceerd. Het hele proces is bottom-up georganiseerd, niemand was verplicht om mee na te denken en geen enkele onderzoeksgroep moét opgaan in een groter geheel. Maar het wordt wel aangemoedigd. In een groter team kan je beter de taken verdelen en je creëert meer ruimte voor onderzoek, in het bijzonder voor de jonge onderzoekers. Ik had vorig jaar ook aangekondigd dat er meer oog moest zijn voor teamprestaties, eerder dan voor individuele prestaties en concurrentie onderling. Tegelijk denken we na over een flexibeler manier om ZAP’ers te laten doorgroeien binnen hun vakgroepen mits een nieuw bevorderingssysteem. Dat wordt nu afgetoetst en verder uitgewerkt. Nu wordt een dossier voor een bevordering door een ZAP’er ingediend en moet die na goedkeuring de competitie aangaan met andere collega’s die een bevordering aanvragen. Daar willen we vanaf. Als er nu een positief antwoord komt op de vraag naar bevordering, dan zal die bevordering binnen vastgelegde termijnen gebeuren, die te respecteren zijn.”
“Onze universiteit heeft die schok goed opgevangen. Er zijn geen rechtstreeks ontslagen gevallen, enkel natuurlijke afvloeiingen en er is niet gekapt in het onderzoeksbudget.”
Het was niet alleen een spannend jaar voor de rector zelf: ook de universiteit kwam in zwaar weer terecht, nadat de energieprijzen naar ongekende hoogten galoppeerden als gevolg van het conflict in Oekraïne. Die oorlog op ons eigen continent zorgde voor een schokgolf op de energiemarkten, met een torenhoge inflatie voor gevolg, die het leven voor elk van ons abrupt duurder maakte. Even was er paniek en slopen geruchten over ontslagen in de pers: het zou nog net geen bloedbad worden. “Onze universiteit heeft die schok goed opgevangen door waar mogelijk te besparen”, benadrukt Danckaert. “Er zijn geen rechtstreekse ontslagen gevallen, enkel natuurlijke afvloeiingen. Over enkele jaren moeten we het wel met minder personeel doen zodat we de lopende uitgaven in evenwicht kunnen brengen met de financiering. Er werd ook niet gekapt in het onderzoeksbudget, maar we maakten van de gelegenheid gebruik om onze kerntaken voor onderwijs en onderzoek onder de loep te nemen via het kerntakendebat. Sommige strategische projecten hebben we moeten stopzetten, waardoor ook het contract van een aantal medewerkers niet werd verlengd.”
Naast die noodzakelijke besparingen, lijden ook renovaties en investeringen in infrastructuur onder de situatie. Zo moet het renovatieritme sterk zakken en zullen bepaalde investeringen niet of uitgesteld gebeuren. “De VUB ontvangt ongeveer 5 miljoen euro per jaar aan gekleurde subsidies en daar tegenover staat een nood van 35 miljoen euro per jaar. Je kan dat niet opvullen via de ontoereikende basisfinanciering en ook niet via alleen maar externe schuldfinanciering want die moet ook kunnen afgelost worden. Daarom zien we ons genoodzaakt om sommige noodzakelijke renovaties en investeringen in onderwijs- en onderzoeksinfrastructuur uit te stellen. Dat heeft invloed op onze groeicapaciteit als universiteit en op onze mogelijkheden om aan meer studenten les te geven. We hebben dit jaar een begroting met een deficit ingediend en er worden inspanningen gevraagd in alle geledingen van de universiteit. Gelukkig zijn de energieprijzen weer wat afgevlakt, al blijven ze nog altijd hoog. Maar het probleem zit dus eigenlijk dieper en is structureel: de huidige basisfinanciering volstaat niet voor de stijgende uitgaven door inflatie, met daarin de energiefacturen, de loonkosten en de bouwkosten. Bovendien hebben we aan de VUB een toenemend aantal studenten, wat dan weer extra personeel en ruimte vereist.”
Die basisfinanciering is al langer een probleem. De universiteit haalt haar inkomsten uit die basisfinanciering voor de werking en het onderwijspersoneel, maar die financiering dekt niet alle kosten. Nochtans is de codex hoger onderwijs hierover duidelijk: de werkingsuitkeringen dragen bij in de dekking van de gewone uitgaven voor onderwijs, onderzoek, maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening, de financiering van investeringen, de afbetaling van leningen en voor de administratie van de instelling, met inbegrip van de roerende uitrustingen.
“De Vlaamse overheid respecteerde al sinds 2008 een aantal keer de voorziene indexeringsmechanismes en groeipaden niet.” weet Danckaert. “Bovendien voerde ze besparingsmaatregelen door die tot op de dag van vandaag doorwegen. Hierdoor ontvingen de Vlaamse universiteiten en hogescholen samen in 2022 350 miljoen euro minder dan waar ze op rekenden.”
De laatste jaren werden wel bijkomende middelen toegekend. Zo werd in 2023 het systeem van de indexprovisie ingevoerd, waardoor de impact van de spilindex voor de personeelskosten wordt opgepikt. In 2023 werd een eenmalige enveloppe van 15 miljoen euro toegezegd om de gestegen quota bij de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde in Vlaanderen op te vangen. Voor 2024 werd er nu ook 59 miljoen euro beloofd om de duurdere werkingskosten van de afgelopen jaren te vereffenen, waarvan 20 miljoen euro voor de basisfinanciering van universiteiten, 10 miljoen euro voor de opleidingen Geneeskunde/Tandheelkunde, 15 miljoen euro voor de lerarenopleiding en 6 miljoen euro bij de sociale voorzieningen voor studenten.
“Het is een mooi pakket en we stellen deze extra financiële middelen uiteraard op prijs, maar je kan niet om de vaststelling heen dat dit niet in verhouding staat met het niet verworven deel. Bovendien compenseren deze bijdragen niet helemaal omdat aan een deel van die extra middelen ook extra opdrachten verbonden zijn.”
“Ik denk niet dat wat meer Engels in een aantal afstudeerrichtingen een gevaar vormen voor het Nederlands.”
Enkele Vlaamse universiteiten kwamen de voorbije maanden onder vuur te liggen van Minister van Onderwijs Ben Weyts, omdat ze naar hun aanvoelen al te gretig wilden doceren in het Engels, waardoor het Nederlands in de verdrukking zou komen. Wat vindt de rector daar eigen zelf over? “We moeten internationaliseren en meertaligheid omarmen’, is hij stellig. “De VUB staat daarom achter meertaligheid. Temeer dat de internationale dimensie op de arbeidsmarkt en in de wetenschap nog steeds aan belang wint. Het is daarbij belangrijk te onderstrepen dat internationalisering niet gelijk is aan verengelsing. Anderzijds, toen de lingua franca in de late middeleeuwen het latijn was, zijn al die andere talen daarnaast ook blijven floreren. Ik denk niet dat wat meer Engels in een aantal afstudeerrichtingen een gevaar vormen voor het Nederlands. Zij die als ingenieur afstuderen komen sowieso in een internationale context en in gemengde teams terecht. Ze kunnen daar best goed op voorbereid zijn.”
“Het voordeel van het Eutopia samenwerkingsmodel is dat het zeer laagdrempelig is voor wie het financieel wat moeilijker heeft, of voor wie de kans niet heeft om maanden aan een stuk in het buitenland te verblijven.”
“Vandaar ook het belang van een samenwerkingsmodel als Eutopia, onze interuniversitaire samenwerking met negen andere Europese partners. In die context zullen studenten, onderzoekers en andere belanghebbenden op een laagdrempelige manier kunnen deelnemen aan een internationaal programma via nu al veertig leer- en onderzoeksnetwerken die dit academiejaar al actief zijn of het zullen worden. Het model werkt anders dan het klassieke en al ingeburgerde Erasmusprogramma, dat vanzelfsprekend blijft bestaan: bij Erasmus zorg je voor een unieke buitenlandervaring voor één deelnemende student, bij Eutopia profiteren de universiteiten zelf ook van die internationale ervaring.”
Danckaert kan de meerwaarde voor universiteit en studenten niet genoeg benadrukken, want, zo stelt hij: “Door samenwerking krijg je ook een verrijking van de inhoud en van het onderzoek. Het model heeft nu al geleid tot operationele leer- en onderzoeksnetwerken, met samenwerkingen rond hetzelfde probleem op institutionele wijze tussen tien universiteiten (of een aantal daarvan). Het is bovendien een middel om de verschillen in het maatschappelijk debat op verschillende plekken in Europa te overstijgen en een prima insteek voor de Europese integratie: we leren er onze lokale standpunten te overstijgen en te luisteren naar de standpunten van anderen, die hetzelfde debat op een andere manier kunnen percipiëren. Het leert ons uit onze bubbel te treden en een kritische houding aan te nemen over onze eigen standpunten, waarbij iedereen te gemakkelijk op zijn eigen gelijk blijft staan. We mogen overigens ook niet vergeten dat dergelijke samenwerkingsmodellen de kleinere talengemeenschappen aan belang laten winnen: elke onderzoeker kan vanuit zijn eigen lokale situatie deelnemen aan het debat of het onderzoek en elk leernetwerk is eigenlijk een Europees verhaal van gelijke partners.”
“Dat betekent dat studenten met een heel diverse achtergrond de weg vinden naar de VUB en dat is hoopvol. Het is wel een troef met uitdagingen.”
Het voordeel van het Eutopia samenwerkingsmodel is dat het zeer laagdrempelig is voor wie het financieel wat moeilijker heeft, of voor wie de kans niet heeft om maanden aan een stuk in het buitenland te verblijven. De studenten en onderzoekers werken vooral samen in een virtuele omgeving. Soms, waar nodig, komen ze ook fysiek bijeen in events of workshops. Het reflecteert bovendien goed de Brusselse omgeving, die zeer internationaal is, waar we zeer dicht naderen bij onze eigen universitaire context die dezelfde trend volgt. “We zien inderdaad en toenemende diversiteit in de studentenpopulatie in onze bacheloropleidingen”, weet Danckaert. “Dat betekent dat studenten met een heel diverse achtergrond de weg vinden naar de VUB en dat is hoopvol. Het is wel een troef met uitdagingen, want vele van die studenten hebben extra ondersteuning nodig. Veelal komen ze uit de Brusselse scholen die bijzonder zwaar getroffen worden door het lerarentekort, jonge Brusselaars voor wie het doorstromen naar het hoger onderwijs ook geen evidentie is. Een kwart tot een derde van die beginnende studenten heeft problemen met taalvaardigheid op academisch niveau, waarbij begrijpend lezen de kroon spant. Vanuit de VUB willen we daar op inspelen, door het academisch Nederlands te testen van die studenten, waarna we kunnen remediëren en hun niveau van de kennis van het Nederlands kunnen verbeteren. Die talenkennis is noodzakelijk om een flink pak leerstof te kunnen verwerken. De VUB staat trouwens niet alleen met die problematiek: alle onderwijsinstellingen krijgen ermee te maken. Het secundair onderwijs slaagt er niet altijd in slaagt om het gewenste taalniveau te garanderen en het lerarentekort slaat gaten in de voorkennis afhankelijk van school tot school, zelfs van klas tot klas.”
“Op de VUB zelf bouwen we aan een traject waarmee we zullen uitmaken wat mag en wat niet mag, aan een ethisch verantwoorde manier om AI te gebruiken in het curriculum.”
Misschien kunnen die studenten zich dan behelpen met AI-gedreven talentoepassingen, zoals Chat GPT? “Artificiële Intelligentie gaat onze universiteit veranderen”, denkt Danckaert. “We moeten daar niet bang voor zijn. Ga terug naar de renaissance, toen de boekdrukkunst voor een immense omwenteling zorgde en kennis en wetenschap op enkele decennia tijd meer verspreid raakte dan in al de eeuwen daarvoor. Dezelfde boekdrukkunst zorgde voor een ongezien versnelling in het wetenschappelijk inzicht. In mijn ogen maken we nu iets gelijkaardigs mee, dat we moeten omarmen. We moeten dergelijke tools leren gebruiken en er op de juiste manier mee leren omgaan. En steeds kritisch blijven over wat we voorgeschoteld krijgen… Het spreekt vanzelf dat de boodschap voor onze studenten niet kan zijn dat Chat GPT hun inhoudelijke werk overneemt. Maar AI speelt nu al een belangrijke rol in de geneeskunde of voor het herkennen van patronen, die we zelf niet kunnen zien in gigantische hoeveelheden data. AI-tools kunnen studenten ook hélpen. Op de VUB zelf bouwen we aan een traject waarmee we zullen uitmaken wat mag en wat niet mag, aan een ethisch verantwoorde manier om AI te gebruiken in het curriculum. Er bestaat al een onderwijsrichtlijn voor docenten. Een mogelijke oplossing tegen fraude zou kunnen zijn dat studenten, bij taalopdrachten, hun conversatiegeschiedenis met Chat GPT toevoegen als bijlage ter controle. Of we moeten we weer meer grijpen naar beproefde middelen om eventuele fraude tegen te gaan, met mondelinge examens bijvoorbeeld, of door de studenten concrete problemen voor te schotelen die ze alleen zelf kunnen oplossen door na te denken. We passen in elk geval vanaf dit academiejaar ons examenreglement aan, Chat GPT wordt er nu in vermeld onder noemer plagiaat”
“Openheid is de essentie van de toenadering die we zoeken buiten onze landsgrenzen.”
De boekdrukkunst brengt ons bij een ander stokpaardje van de rector: de renaissance en de tijd van de Verlichting, twee periodes in onze geschiedenis die gekenmerkt werden door een bloei van de wetenschappen, waarbij grote stappen vooruit werden gezet. “Volgens mij is er nood aan een nieuwe renaissance”, besluit Danckaert. “Dat kantelmoment in onze recente geschiedenis werd gedreven door nieuwsgierigheid, door openheid naar de wereld en door verbondenheid. Wetenschap kan mensen en gemeenschappen verbinden, zoals wij ervoor kiezen om binnen het EUTOPIA-netwerk verschillende Europese universiteiten te verbinden, in alle openheid en met veel goesting om elkaar beter te leren kennen. Openheid is de essentie van de toenadering die we zoeken buiten onze landsgrenzen, zelfs buiten de grenzen van ons mooie Europa.”