Op vlak van onderzoek heeft de VUB altijd een pioniersrol vervuld, vaak tegen de gangbare stroom in. Met nieuwe prijzen voor onderzoek wil vicerector Pieter Ballon de onderzoekspositie van de VUB nog versterken. “Met het prijzenbeleid willen we een klimaat creëren waarin de pioniersmentaliteit van onderzoekers wordt beloond.” 

Waarom zijn die nieuwe onderzoeksprijzen er gekomen? 
“De VUB is altijd een universiteit van pioniers geweest. Het vergt een voorlopersmentaliteit om een Vlaamse universiteit in Brussel te zijn, of een vrijzinnige universiteit in Vlaanderen. Ook op vlak van onderzoek heeft de VUB heel vaak die rol gespeeld en vervult hij die nog steeds. Denk maar aan een domein als artificiële intelligentie waar de VUB al meer dan 40 jaar onderzoek naar doet. Hiermee waren we de eersten in continentaal Europa.” 

“Eigen aan een pionier zijn met je onderzoek, is dat je vaak alleen staat en dat de uitkomst erg onzeker is. Wanneer je als universiteit baanbrekend onderzoek wilt aanmoedigen, moet je dus actief een klimaat creëren waarin dit wordt ondersteund en beloond. Voor mij past het nieuwe prijzenbeleid daarin. Naast een aantal meer structurele maatregelen die we de afgelopen tijd hebben genomen om de ondersteuning van de onderzoeksgroepen en de onderzoeksinfrastructuur te verbeteren, is dit één van de kersen op de taart. Dit alles dankzij de samenwerking met het Wetenschappelijk Steunfonds van de VUB, die ik bij deze van harte wil bedanken om één en ander financieel mogelijk te maken.” 

Er komen prijzen voor jonge onderzoekers en onderzoekers die mid-carrière zijn, verdeeld over drie domeinen. Hoe is die structuur uitgewerkt? 
“We hebben natuurlijk al wat prijzen aan VUB. Denk aan de EOS-prijzen voor jong wetenschappelijk talent of de prijzen voor een goede masterthesis aan de verschillende faculteiten. Vandaag zetten we daar een hele architectuur boven, met prijzen voor onderzoekers in verschillende stadia van hun onderzoekscarrière. We maken een onderscheid tussen onderzoekers met max. 10 jaar anciënniteit en met 10-25 jaar anciënniteit. Dat vond ik belangrijk. Anders wordt het een ongelijke strijd. Dan ga je bij wijze van spreken alleen maar mensen bekronen die al wat verder in hun carrière staan, terwijl het ook heel belangrijk is om mensen aan het begin van hun carrière dat duwtje in de rug te geven. De onderverdeling in drie cluster -humane wetenschappen, basis- en natuurwetenschappen en life sciences- ligt dan weer in lijn met hoe het onderzoeksbeleid aan de VUB, maar ook aan veel andere universiteiten, is gestructureerd. Onderzoekers zitten daarnaast ook nog in een faculteit en in een onderzoeksgroep, waar ze hopelijk sowieso erkenning krijgen van hun peers. Maar de prijzen gaan breder. Het geeft een extra stimulans als je opgemerkt wordt binnen zo’n grote cluster.” 

"Het geeft een extra stimulans als je als onderzoeker opgemerkt wordt binnen zo’n grote cluster."

Met de Sylvain Loccufier prijs is er ook een nieuwe carrièreprijs voor verwezenlijkingen met een maatschappelijke impact die in lijn liggen met de waarden van de VUB.  Kun je daar wat meer over vertellen? 
“We hebben al een andere carrièreprijs, de Roger Van Geen-prijs, onze prijs voor uitzonderlijke wetenschappelijke verdiensten. De meest recente laureaat daarvan was Jan Steyaert, onze topwetenschapper in de structurele biologie. De Sylvain Loccufier-prijs zetten we daarnaast, en die zal gaan naar onderzoekers die specifiek hebben bijgedragen aan de maatschappelijke uitstraling en de vrijdenkende doelstellingen van de VUB. Wetenschappelijke excellentie blijft belangrijk. Je kunt geen impact hebben zonder excellent te zijn, maar met de nieuwe prijs proberen we als universiteit nog een maatschappelijke laag bovenop die onderzoeksexcellentie te leggen.” 

De prijzen zijn allemaal vernoemd naar pioniers uit het verleden. Waarom is dat belangrijk en hoe zijn die pioniers gekozen? 
“De ene pionier brengt de andere mee. Het idee is dat onderzoekers die een prijs krijgen rolmodellen zijn waar anderen naar kunnen opkijken. En met de prijzen te koppelen aan de pioniers uit het verleden, is de cirkel rond. De generaties worden zo aan elkaar vastgeklonken. Het voorstel voor de pioniers naar wie de prijzen zijn vernoemd, is gekomen vanuit de stuurgroep van het Wetenschappelijk Steunfonds. Die mensen vormen letterlijk en figuurlijk het geheugen van de universiteit. Ik ben heel blij dat we op deze manier enkele VUB-legendes blijvend in de bloemetjes kunnen zetten. Ik ben ook heel gelukkig dat ik niet in de schoenen stond van het Steunfonds, want er zijn genoeg belangrijke persoonlijkheden die in aanmerking kwamen. (lacht)” 

Drie van de pioniers naar wie nieuwe prijzen zijn genoemd, zijn vrouwen. Dat is allicht niet toevallig? 
“Natuurlijk. Ook daarin is de VUB een pionier geweest. Al is onze voorsprong op andere universiteiten gelukkig kleiner geworden -ze zijn aan het bijbenen- we zijn altijd een voorloper geweest in termen van gendergelijkheid. Als we het dan hebben over die belangrijke taak van de pioniers als rolmodellen, sprak het voor zich dat we daar ook gendergelijkheid wilden. Gelukkig was het geen probleem om vrouwelijke pioniers te vinden, allesbehalve zelfs.” 

De VUB legendes in het Braemgebouw

Van boven naar onder en links naar rechts: André Van Steirteghem, Pieter Ballon, Elisabeth Rabaey, Inge Liebaers, Silvain Loccufier, Els Witte

"Door de prijzen te koppelen aan pioniers uit het verleden, worden generaties aan elkaar verbonden."

Is er geld gekoppeld aan de prijzen?
“Het is niet de geldelijke waarde van de prijs die de grootste waarde van die prijs uitmaak. Het gaat om het gevoel te worden opgemerkt, de erkenning dat je iets waardevols doet en dat je daarin wordt gesteund. Maar er is wel degelijk een prijzenpot: 5.000 euro voor de prijzen voor beginnende onderzoekers en 10.000 voor de mid-carrière prijzen."

Vanwaar komt het prijzengeld? 
Elisabeth Rabaey, hoofd fondsenwerving VUB

“Het Wetenschappelijk Steunfonds bestaat al meer dan 50 jaar. In het verleden heeft het fonds al veel middelen opgehaald. Die worden beheerd in onze beleggingsportefeuille en de opbrengst daarvan kunnen we gebruiken om de prijzen te financieren. Daarnaast is er een grote groep mensen die de VUB genegen zijn, voornamelijk alumni, en bij wie wij al zo’n tien jaar aan fondsenwerving doen. Via giften dragen zij bij aan het Wetenschappelijk Steunfonds. Velen van hen zijn heel trouwe sympathisanten. Elk jaar opnieuw geven ze het Wetenschappelijk Steunfonds een duwtje in de rug.” 

“Ook legaten blijven populair. Mensen willen na hun overlijden graag een impact maken. Met zo’n legaat bij de VUB kan dat. Mensen doen dat overigens niet louter om een fiscaal voordeel voor hun omgeving te bekomen. In Vlaanderen is het principe van het duolegaat in 2021 afgeschaft. Een voordeel voor de erfbelasting is er niet meer. Mensen die via een legaat geld schenken doen dit uit altruïsme, omdat ze de waarden van de VUB belangrijk vinden.” 

Er kan altijd maar een iemand een prijs krijgen. Hoe zorg je ervoor dat het beleid stimulerend is en niet ontmoedigend voor onderzoekers die de erkenning niet krijgen? 
“We zijn gelukkig een universiteit waar mensen elkaar kennen en waar mensen blij kunnen zijn met elkaars succes. Ik hoop dat de nieuwe prijzen eerder die aspirationele taak vervullen dan dat ze een domper zouden zijn. Academicus zijn betekent sowieso leven met afwijzing. Dat is het eerste wat je moet leren in de academische wereld. Want jouw eerste onderzoekspaper gaat niet aanvaard worden door dat tijdschrift of op die conferentie. De eerste draft die je indient voor je doctoraat zal terugkomen met heel veel rode strepen en zeker niet elk project dat je zult indienen voor onderzoeksfinanciering zal gehonoreerd worden. Als academicus hoort dat erbij. Wij leren onze mensen van bij het begin dat een neen niet betekent dat je niet verder kunt of dat het een afwijzing is van jou, van jouw capaciteiten of van jouw onderzoeksthema. Het is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar een afwijzing moet altijd een leermoment zijn. Het mag ons dus niet tegenhouden om onze successen wat meer te gaan vieren.” 

Welke rol hebben prijzen gespeeld in jouw carrière? 
“Voor mijn carrière hebben competitieve toekenningen van grote onderzoeksprojecten een belangrijkere rol gespeeld dan prijzen, maar het doet toch altijd plezier als je de ‘best paper award’ op een conferentie ontvangt. Of een eervolle vermelding omdat een tijdschriftartikel heel vaak werd gedownload of geciteerd. Regelmatig gebeurt dat ook samen met mensen uit mijn onderzoeksteam. Daar proberen we toch altijd even met de hele groep bij stil te staan. Zo’n erkenning geeft richting. Ze geeft het signaal: ‘Doe hier maar mee verder’. Daarnaast heb ik een paar jaar geleden, naar aanleiding van mijn Smart City ambassadeurschap, de prijs voor maatschappelijke valorisatie gekregen. Dat ook dat aspect van mijn werk werd opgemerkt, was voor mij een echte stimulans.” 

Over de nieuwe wetenschapsprijzen

De VUB heeft in 2025 een nieuw prijzenbeleid voor onderzoek gelanceerd, in samenwerking met het Wetenschappelijk Steunfonds. Naast de bestaande Roger Van Geen-prijs voor uitzonderlijke wetenschappelijke carrières en de prijs Ignace Vanderschueren ter bekroning van een doctoraatswerk die reeds worden uitgereikt door het Vicerectoraat Onderzoek, zijn er zeven nieuwe prijzen, genoemd naar VUB-pioniers uit het verleden. Met dit beleid wil de universiteit erkenning geven aan excellent wetenschappelijk werk in elke fase van een wetenschappelijke carrière.

Een overzicht
  • Hilde Bruers-prijs – Life Sciences (jonge onderzoekers, max. 10 jaar anciënniteit)
  • Paul De Vroede-prijs – Humane Wetenschappen (jonge onderzoekers, max. 10 jaar anciënniteit)
  • Ingrid Daubechies-prijs – Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (jonge onderzoekers, max. 10 jaar anciënniteit)
  • Franz Bingen-prijs – Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (mid-career onderzoekers, 10–25 jaar anciënniteit))
  • Liebaers–Van Steirteghem-prijs – Life Sciences (mid-career onderzoeker, 10–25 jaar anciënniteit)
  • Els Witte-prijs – Humane Wetenschappen (mid-career onderzoekers, (10–25 jaar anciënniteit))
  • Sylvain Loccufier-prijs – carrièreprijs voor onderzoekers die wetenschappelijke excellentie combineren met maatschappelijke uitstraling in de geest van de waarden van de VUB
Procedure 

De prijzen Roger Van Geen, Hilde Bruers, Liebaert- Van Steirteghem, Franz Bingen en Sylvain Locufier worden vanaf 2026 tweejaarlijks uitgereikt. De prijzen Ignace Vanderscheuren, Paul De Vroede, Els Witte en Ingrid Daubechies volgen vanaf 2027 hetzelfde ritme. De oproep gebeurt in september, met 15 december als uiterste indiendatum. Dossiers worden beoordeeld door het Bureau van de Onderzoeksraad of door een ad hoc commissie (voor de Sylvain Loccufier-prijs). Het Wetenschappelijk Steunfonds beslist uiterlijk op 30 maart, de uitreiking volgt voor 30 mei.

Het prijzengeld bedraagt €5.000 voor jonge onderzoekers en €10.000 voor mid-career onderzoekers, telkens onder de vorm van een werkingskrediet. Aan de Sylvain Loccufier-prijs is geen geldprijs verbonden, maar een kunstwerk.

Bekijk de oproep van de vicerector voor 2025(via WeAreStaff)

*Omwille van medische redenen, was het niet mogelijk Prof. Em. Franz Bingen tijdig te interviewen voor deze reeks.