Sinds de jaren 1990 heeft de Europese Unie (EU) intensief samengewerkt met niet-EU landen om irreguliere migratie te ontmoedigen en de terugkeer van migranten zonder wettig verblijf te bevorderen. Ondanks jarenlange inspanningen blijkt uit recent onderzoek dat de ontradingscampagnes voor migranten weinig effect hebben, en dat uitwijzingen van migranten zonder wettig verblijf niet zo eenvoudig op te drijven zijn, zoals veel politici willen doen geloven.

VUB-onderzoeker Omar Cham, onderzocht reacties van Gambiaanse actoren op het EU-migratiebeleid, en onthulde de inefficiëntie van dit migratiebeleid. Gambia, een prioritaire partner voor de EU, is vaak het mikpunt van migratie-ontradingscommunicatie en druk om samen te werken bij deportaties van irreguliere migranten. In zijn onderzoek heeft Cham de reacties bestudeerd van zowel de politieke elite als gewone burgers in Gambia. 

“Uit mijn bevraging blijkt dat medewerking aan deportaties zeer onpopulair is in niet-Europese landen. Veel gezinnen zijn namelijk afhankelijk van financiële overdrachten, en hebben vaak hun hoop en financiële investeringen verbonden aan migratie.” zegt Cham. ​ “Beleidsmakers in de EU en haar lidstaten beloven vaak dat ze meer migranten zonder papieren zullen uitzetten, maar ze negeren daarbij de soevereiniteit van niet-EU landen.” Deportaties kunnen niet plaatsvinden zonder de samenwerking van soevereine niet-EU landen, die landingsrechten moeten verlenen en hun burgers moeten identificeren. De terugkeerpercentages liggen al jaren rond de 30%. Beloven dat deze aantallen aanzienlijk verhoogd kunnen worden is dus zeer onrealistisch.

“Opmerkelijk is ook dat de ontradingscampagnes van de EU, die zich richten op het informeren van potentiële migranten over onder meer de gevaren van de migratieroute, niet het gewenste effect hebben.” vervolgt Cham. “Gambianen erkennen de gevaren van de migratieroute, desondanks heeft deze informatie nauwelijks invloed op hun migratiebeslissingen. Factoren zoals de voordelen van migratie, het verlangen naar een betere levenskwaliteit en familiedruk spelen een grotere rol in hun keuzes.”

De bevindingen dragen bij aan een beter begrip van de complexiteit van migratiebeslissingen, de zeer beperkte invloed van ontradingscampagnes en de onterechte aanname dat niet-EU landen bereidwillig meewerken aan een deportatiebeleid van de EU of haar lidstaten. “Dit onderzoek benadrukt dat de EU, maar ook beleidsmakers in lidstaten zoals België, hun benadering moeten herzien en zich beter zouden richten op de oorzaken van migratie in plaats van enkel op afschrikking en deportatie.” besluit Cham.