Hoe creëer je straten en pleinen waar iedereen zich veilig voelt, gerespecteerd wordt en zich vrij kan uitdrukken? Het is slechts een van de thema’s die aan bod komen in de ateliers van de Molenbeek for Brussels 2030 Spring Assembly (zie verder). Professor Lucas Melgaço van het Departement Criminologie neemt deel als VUB-expert. Simpele oplossingen zijn er niet, waarschuwt hij alvast. “In het openbaar domein zullen er altijd conflicten zijn.”
In 1917 stuurde iemand anoniem een kunstwerk in voor een tentoonstelling in New York: een urinoir, gesigneerd ‘R. Mutt’. Het werk, vandaag beschouwd als een mijlpaal in de kunstgeschiedenis, werd geweigerd. Jarenlang werd het toegeschreven aan de legendarische dadaïst Marcel Duchamp. Nochtans kwam het idee waarschijnlijk uit de koker van Elsa von Freytag-Loringhoven. Ook een dadaïst, maar net iets minder legendarisch geworden.
Lees verder onder het kaderstuk.
Vrouwen komen er wel vaker bekaaid vanaf, zowel in de kunstwereld als op sanitair vlak. Vorig jaar publiceerde professor Lucas Melgaço samen met masterstudent Lien Maes een artikel over openbare toiletten in Brussel. Daar zijn er namelijk steeds minder van. Geen probleem voor mannen, die bijna overal in urinoirs terechtkunnen, wel voor vrouwen en oudere mensen. Zelfs in zijn kleinste hoekjes kan een stad blijkbaar mannelijk georiënteerd zijn. Nochtans doet Brussel tegenwoordig zijn best om parken en pleintjes vrouwvriendelijker in te richten.
Lucas Melgaço: “Een plek die veiliger is voor vrouwen, is veiliger voor iedereen. Daarom krijgen veel parken en pleintjes een make-over. Sportveldjes, waar vooral mannen gebruik van maken, verhuizen dan bijvoorbeeld naar een minder centrale plek. In de plaats komen er meer grasveldjes en zitbanken, zodat mensen kunnen picknicken en kinderen kunnen spelen. Dat zorgt vanzelf voor meer diversiteit en een aangenamere, veiliger omgeving.”
Maar zonder publieke toiletten is dat boter aan de galg?
“Als je het openbaar domein ook voor vrouwen en oudere mensen aantrekkelijk wil maken, moet je inderdaad proper publiek sanitair aanbieden.”
Waarom verdwijnt dat dan?
“Omdat openbare toiletten een bron van conflict zijn. Daklozen gebruiken ze om te schuilen of voor hun sanitaire zorg. Er worden ook drugs gebruikt. Ze kunnen voor geuroverlast en andere problemen zorgen. Buurtbewoners en winkeluitbaters zijn dus meestal geen fan. De reactie van het beleid is vaak: weghalen die handel. Urinoirs zijn er wel nog genoeg. Het is dus vooral een probleem voor vrouwen en ouderen.”
Wat is de oplossing?
“Investeren in goed openbaar sanitair. Zelfreinigende toiletten verbruiken veel water en het onderhoud is niet goedkoop, maar dat moet je erbij nemen. Er lopen momenteel ook publiek-private samenwerkingsprojecten met winkels, cafés en restaurants, die hun toilet tegen een kleine betaling publiek toegankelijk maken. Voor arme of dakloze mensen zal dat misschien nog te duur uitvallen.”
Er zal altijd wel iemand ontevreden zijn?
“Dat is een constante in het openbaar domein: er zullen altijd conflicten zijn.”
Wat vond jij van de heibel rond het Brussels mobiliteitsplan Good Move?
“Ik was niet verbaasd dat er ruzie van kwam, zelfs tussen progressieve partijen. Groen focuste op vervuiling en op de fiets als oplossing, rood op het feit dat sommige mensen hun auto nu eenmaal nodig hebben. Het idee achter Good Move vond ik goed. Autoverkeer draagt bij aan de klimaatverandering en zorgt in de stad voor luchtvervuiling en onveiligheid. Anderzijds begrijp ik dat sommige mensen minder wakker liggen van het grote plaatje als ze niet op hun werk raken.”
"Het Gemeenteplein van Molenbeek is een interessant experiment"
Er was veel communicatie, maar te weinig participatie, klonk het achteraf.
“Sommige Brusselaars hadden het gevoel dat ze niet gehoord waren. Misschien ging het allemaal wat te snel? Anderzijds moet je als beleid soms ook eens durven doorduwen. Je kunt inspraak organiseren en vragen stellen tot je een ons weegt, maar op een bepaald moment moet je knopen doorhakken. Dat zorgt soms voor weerstand, maar achteraf zien de mensen er vaak wel de voordelen van in. Denk maar aan de verplichting om een autogordel te dragen. Dat vindt iedereen nu heel normaal. Meer recent was er de invoering van de 30 km/uur regeling in Brussel. Als automobilist was het ook voor mij even wennen, maar als fietser vind ik het prettiger en veiliger nu. Ik heb ook het gevoel dat het fietsgebruik sindsdien toegenomen is.”
En wat als nieuwe regels wel voor backlash zorgen?
“Als de kritiek terecht is, moet je die aanvaarden. Je kunt dan je plannen bijstellen of een beslissing terugdraaien. In elk geval: er zal altijd iemand ontevreden zijn. Je kunt geen publiek domein hebben dat én groen én wandel- en fietsvriendelijk én autovriendelijk is. Op dat vlak vind ik het Gemeenteplein van Molenbeek een interessant experiment. Dat is ontworpen als gedeelde ruimte: je ziet geen verschil tussen het plein, de voetpaden en de straten en alle verkeer mag erop. De bedoeling was dat dit zelfregulerend zou werken. Auto’s zouden bijvoorbeeld voorzichtig rijden, omdat er kinderen rondlopen en mensen voorbijfietsen. Ik ga er regelmatig een kijkje nemen met mijn studenten. Zij vinden het meestal geen veilige plek om kinderen te laten spelen.”
“Er bestaan camerasystemen die standaard gezichten wazig maken”
De gemeente wilde iedereen plezieren?
“Inderdaad. Persoonlijk denk ik dat je zo’n plein beter autovrij maakt. Het machtsverschil tussen grote, zware wagens en kwetsbare mensen is te groot. Op een plein zonder auto’s zou je snel meer vrouwen en kinderen zien.”
Jij komt van Brazilië. Experimenteren ze daar ook met het openbaar domein?
“Ja hoor. Ik herinner me experimenten met metrostellen die tijdens de spits alleen voor vrouwen toegankelijk waren, in de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag. Die pilootprojecten zijn bijna overal stopgezet. Feministische vrouwengroepen waren er zeer verdeeld over. Sommige waren pro: ze wilden actie, ook al beseften ze dat het geen structurele oplossing was. Andere vonden het een slecht idee, omdat het de schuld bij de slachtoffers legde. Ze waren ook bezorgd dat het grensoverschrijdend gedrag in de gemengde wagons nog zou toenemen: een vrouw die daar toch instapte, gaf dan zogezegd een ‘vrijgeleide’ aan mannen om hun gang te gaan.”
Mag de overheid een beroep doen op camera’s en andere surveillancetechnieken, vind jij?
“Ik vind van wel, op voorwaarde dat ze de privacyregels respecteren en niet gebruikt worden om mensen te discrimineren. Het is vaak een moeilijk evenwicht. In Brazilië gebruikt men steeds vaker gezichtsherkenning bij concerten, voetbalwedstrijden en andere evenementen. Dat is in Europa verboden. Terecht, vind ik: de techniek vormt een te grote inbreuk op de privacy in verhouding tot de winst die je maakt op het vlak van veiligheid.”
“Ik mis de spontaan losbarstende straatfeestjes”
Hoezo?
“Het doel is om overtreders en criminelen op te sporen, maar daarvoor monitor je iedereen, crimineel of niet. Technologie die voor één welbepaald doel wordt gecreëerd, kan misbruikt worden voor veel andere doeleinden. Geolocatie – waarbij je mensen via hun smartphone schaduwt – is daar een voorbeeld van. Die technologie komt van pas om een terrorist te vangen, maar je kunt er ook informatie over andere mensen mee verzamelen. Als ik kan volgen waar jij allemaal naartoe gaat, ken ik je job, je politieke overtuiging, je religie,… Ik weet ook welke gezondheidsproblemen je hebt en wie je minnares is. Handig als je pakweg een politicus wil afpersen. Mensen denken dat camera’s en andere surveillancetechnieken geen probleem zijn, omdat ze toch niets te verbergen hebben. Dat is niet goed nagedacht.”
Hoe pak je het op de juiste manier aan, als je dan toch camera’s wil gebruiken?
“Camerasystemen moeten voldoen aan strikte privacy- en dataprotectie-wetten en aan de principes van ‘privacy by design’. Dat laatste betekent bijvoorbeeld dat ze de gezichten op de beelden standaard wazig maken. Pas als de politie duidelijke beelden nodig heeft, kan die waas selectief weggehaald worden. Overheden zouden camera’s ook tijdelijk moeten inzetten. Is er een verhoogd veiligheidsrisico tijdens de kerstmarkt? Hang dan camera’s en haal ze weer weg wanneer de markt voorbij is. Nu wordt zo’n evenement soms als reden gebruikt om camera’s definitief te laten hangen.”
Je hebt zelf in Brazilië, Frankrijk en Canada gewoond. Wat vind je de grootste troef van Brussel?
“Ik woon in Tervuren – ik ben een van die mensen die met de bakfiets naar de VUB pendelt. (lacht) Ik vind Brussel leuk omdat de stad beloopbaar is. Het openbaar vervoer kan beter, maar de meeste plekken kan je met bus, tram of metro en wandelend bereiken. In Brazilië brengt niemand de kinderen met de fiets naar school, hier kan het wel.”
Is er dan niets dat je mist?
“Toch wel. Ik mis het meer spontane gebruik van publieke ruimtes, met straatfeestjes en andere kleine alledaagse vieringen. In Brazilië ontstaan die vaak op een organische manier. Zeker in steden als Rio de Janeiro, waar ik een tijdje gewoond heb. Overal hoor je muziek, komen mensen samen en beginnen ze soms te dansen… Er is meer vrijheid in het openbaar domein, een beetje meer anarchie.”
Wat vind je van de Molenbeek for Brussels 2030 Spring Assembly?
“Ik vind het een goed idee om academici en andere experts aan de tafel te zetten met lokale actoren en activisten. Ik hoop dat het project ook de slechte reputatie van Molenbeek kan helpen opkrikken. Dat imago hebben de mensen die daar wonen en werken niet verdiend.”
Braziliaan op Belgische bodem
Lucas Melgaço komt uit Brazilië. In zijn doctoraat onderzocht hij de opkomst van gated communities in Campinas en de impact op die stad en zijn inwoners. Hij verhuisde in 2012 naar België en is sinds 2016 professor aan het Departement Criminologie van de VUB. Daar doet hij onderzoek naar thema’s als openbaar domein, publieke orde, protesten en veiligheid. Hij geeft les over stedelijke criminologie, politie en surveillance aan studenten criminologie en urban studies. Sinds kort coördineert hij het EU-project Gatherings, dat onderzoek doet naar surveillance van evenementen in het openbaar domein.
GATHERINGS Project | Providing Public Security with Privacy (gatherings-project.eu)
De wereld heeft je nodig
Dit initiatief maakt deel uit van het publieksprogramma van de VUB: een programma voor iedereen die vindt dat het anders kan in de wereld en gelooft dat wetenschappelijke inzichten, kritisch denken en dialoog een belangrijke eerste stap zijn om je stempel te drukken op jouw omgeving en de wereld.
Als Urban Engaged University wil de Vrije Universiteit Brussel een drijvende kracht van verandering in de wereld te zijn. Met ons academisch onderwijs en ons innovatief onderzoek dragen we bij aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en drukken we mee onze stempel op de toekomst.
Creëer mee(r) impact Ontvang uitnodigingen voor VUB's publieksactiviteiten