Vrijdag 15 maart is de internationale Dag van de Slaap. Voor honderdduizenden Belgen is dat geen feestdag. Zij lijden aan het obstructief slaapapneu syndroom: door een afsluiting van de ademwegen snurken ze luid en valt hun ademhaling regelmatig stil. De aandoening is een aanslag op hun eigen gezondheid én op de nachtrust van hun bedpartner. In België wordt de overgrote meerderheid van de apneupatiënten behandeld met een neusmaskerapparaat dat tijdens de slaap de luchtwegen open blaast. “Voor veel mensen is dat een goede therapie”, zegt VUB-prof. dr. dent. Miche De Meyer. “Maar veel andere zouden beter geholpen zijn met een mondbeugel. Die oplossing zit in ons land jammer genoeg nog in het verdomhoekje.”
“Hij heeft vannacht weer een heel bos omgezaagd.” Bedpartners van snurkers maken er al eens een grapje over, maar de donkere oogwallen en de diepe zucht vertellen het echte verhaal: onderbroken nachten en slaapgebrek zijn geen lacheding. Snurkers zelf zijn vaak beschaamd of nemen hun klachten niet ernstig. Zo blijven ze er jarenlang mee zitten, terwijl hun gezondheid eronder lijdt.
“1,5 miljard mensen vallen in de categorie medische snurkers”
Schamele troost: je bent niet alleen. Snurken is een wereldwijde pandemie, stelt prof. dr. dent. Miche De Meyer (Universitair Tandheelkundig Centrum VUB). Zij wijdde haar doctoraat aan het fenomeen en wordt sindsdien ook wel eens de snurkprofessor genoemd.
Miche De Meyer: “Covid-19 was erg, maar klein bier in vergelijking met slaapaandoeningen. Van de 8 miljard mensen lijden er 2,8 miljard aan slapeloosheid en 1 miljard aan tandenknarsen. Het ergst is het gesteld met de slaapademhalingsrelateerde stoornissen, zoals snurken en obstructief slaapapneu syndroom. Meer dan 4 miljard mensen tussen 30 en 65 jaar snurken en stoppen daarbij minder dan 5 keer per uur met ademen. Die noemen we niet-medische snurkers. 1,5 miljard mensen vallen in de categorie medische snurkers: hun ademhaling valt meer dan 5 keer per uur stil. Zo’n apneu kan tot 60 seconden duren. 1 miljard mensen doen 5 à 10 apneus per uur. 0,5 miljard zitten boven de 15 apneus. Die laatste categorie willen we zeker behandelen, wegens de medische risico’s.”
Wat zijn die dan?
“Veel apneupatiënten hebben overdag last van extreme vermoeidheid en concentratiestoornissen. Het verstoorde slaappatroon kan ook je hormoonhuishouding in de war schoppen, met een mogelijk impact op je eetpatroon. Zo kan apneu overgewicht veroorzaken. De kans op diabetes type 2 neemt ook toe, net als de kans op hart- en vaatziekten. Mensen met apneu hebben vaak een verhoogde bloeddruk en ze lopen een groter risico op hart- en herseninfarcten.”
Wanneer moet je een dokter raadplegen?
“Luister naar je partner, want zelf besef je het meestal niet. Een paar weken lang acuut snurken is niet erg. De oorzaak is dan meestal een verkoudheid of een tijdelijke allergie, Als het maandenlang aansleept en elke nacht gebeurt, moet je ingrijpen. Zeker als het gesnurk gecombineerd wordt met ademstopjes en vermoeidheid en concentratiestoornissen overdag.”
“Mannen snurken vaker dan vrouwen, omdat ze minder oestrogeen aanmaken”
Wat is eigenlijk de oorzaak van die apneus?
“Tijdens de slaap wordt de ademhalingsweg afgesloten, bijvoorbeeld omdat de tong naar achter valt of doordat het zachte weefsel in de keelholte wat uitzakt. Daarom is zwaarlijvigheid een risicofactor: hoe meer vetweefsel, hoe groter de kans op een obstructie in de keel. Ook alcohol en slaap- en kalmeermedicatie veroorzaken gesnurk en apneus, omdat ze de spierspanning in de keel verminderen. Roken irriteert dan weer de luchtwegen, waardoor die wat kunnen opzetten.”
Snurken mannen echt meer dan vrouwen?
“Ja. Dat komt onder andere omdat mannen minder oestrogeen aanmaken dan vrouwen. Dat hormoon houdt het keelweefsel strakker. Daardoor maken vrouwen wel een inhaalbeweging vanaf de menopauze. Doordat ze minder oestrogeen aanmaken, neemt hun spiermassa af en hun lichaamsvet toe, ook in de keel.”
Ook mensen zonder overgewicht lijden soms aan het obstructief slaapapneu syndroom.
“De obstructie kan dan veroorzaakt worden door een anatomisch probleem. Vaak is dat genetisch bepaald. De stand tussen de onder- en de bovenkaak kan bijvoorbeeld een rol spelen, of de vorm van het gehemelte of de huig. Als zo’n probleem bij kinderen opgemerkt wordt door de tandarts, kan de orthodontist dat op jonge leeftijd aanpakken.”
Een groot deel van de wereldbevolking snurkt en doet apneus. Scheelt er soms iets aan onze anatomie?
“Daar zou een evolutionaire verklaring voor zijn. Bij onze verre voorouders was de skeletale mondstructuur groter en breder, met meer plaats voor de tong en de huig. Die structuur is in de loop der tijden gaan krimpen, omdat de hersenen en ons stemapparaat meer plaats gingen innemen. Bovendien zijn we ook rechtop gaan lopen, waardoor de bovenste luchtwegen langer en gevoeliger voor dichtklappen werden. We zijn slim, we kunnen praten en we lopen rechtop, maar we betalen er blijkbaar een prijs voor: snurken en apneus.”
Helpt vermageren tegen snurken en apneus?
“Alleen als overgewicht de enige oorzaak is. Meestal zijn er meerdere factoren.”
“In België gebruikt 2% van de apneupatiënten een mondbeugel, in Nederland is dat 40%”
Welke therapieën bestaan er?
“We hebben verschillende technieken om de luchtwegen open te zetten en zo het gesnurk en het aantal ademstilstanden terug te dringen. De meest gebruikte is CPAP. Dat staat voor Continuous Positive Airway Pressure. Een CPAP-toestel blaast via een slang en een gezichtsmasker onder verhoogde druk omgevingslucht doorheen de bovenste luchtwegen. Een mogelijk alternatief is MRA, kort voor Mandibulair repositieapparaat. Dat is een mondbeugel op maat van de patiënt. Het apparaatje duwt de onderkaak wat naar voor, waardoor de keelholte ’s nachts open blijft.”
Welke techniek wordt het vaakst gebruikt?
“In België krijgt 98 procent van de apneupatiënten een CPAP-toestel mee naar huis en 2% een MRA-tandbeugel. In Nederland is die verhouding 60% CPAP versus 40% mondbeugel.”
Vanwaar dat grote verschil?
“Dat is historisch zo gegroeid. CPAP, dat door longartsen wordt voorgeschreven, was de eerste oplossing die we hadden voor apneupatiënten. MRA kwam langzamerhand op als mogelijk alternatief, maar CPAP is in België de standaard gebleven. Een mondbeugel wordt door tandartsen aangemeten. Wegens het tandartsentekort hebben die al veel ander werk. Het heeft ook even geduurd voor de nodige wetenschappelijke onderbouw er was. Die staat inmiddels wel op punt.”
“Elke patiënt is anders en verdient een therapie op maat”
Waarom zou je kiezen voor een mondbeugel?
“CPAP wordt niet door iedereen goed verdragen. Door de constante luchtstroom kunnen je neusslijmvliezen uitdrogen en kan je last krijgen van een verstopte neus of korstvorming. De therapietrouw valt daardoor soms tegen. Mensen zien ertegenop om het toestel te gebruiken. Of ze trekken het masker midden in de nacht af, vaak zonder het te beseffen. Een mondbeugel kan ook bijwerkingen hebben, zoals stijfheid of pijn in het gebit of de kaak. Je hebt er ook een verzorgd gebit voor nodig. Maar veel mensen verdragen zo’n mondbeugel wel goed, en de therapietrouw is over het algemeen beter. Bij ernstige slaapapneu – meer dan 15 apneus per uur – wordt MRA trouwens op dezelfde manier terugbetaald als CPAP.”
Wat nu?
“Momenteel kiezen we in België bijna automatisch voor CPAP. Terwijl MRA soms een betere oplossing is. De keuze tussen die twee zouden we moeten maken op basis van een degelijk, multidisciplinair vooronderzoek: niet alleen een klassiek slaaponderzoek, maar ook beeldvorming van de mond- en hals-anatomie. Daarna kunnen longarts, NKO-arts, MKA-arts en tandarts samen beslissen over de beste oplossing. Elke patiënt is anders en verdient een therapie op maat.”
Van tandarts tot snurkprofessor
Prof. dr. dent. Miche De Meyer studeerde in 1982 af als tandarts. Ze bekwaamde zich in binnen- en buitenland in de geneeskundig georiënteerde aspecten van de tandheelkunde, zoals het obstructief slaapapneu syndroom (OSAS), temporomandibulaire dysfuncties (TMD), pijn en bewegingsstoornissen. In 2021 behaalde ze aan de VUB haar doctoraat Fundamentals of Snoring, Patho-Physiology, Diagnosis and Treatment. Ze is klinisch verbonden aan het AZ Jan Palfijn in Gent en academisch aan het Universitair Tandheelkundig Centrum van de VUB.